Oefenen tijdvak 9

Oefenen tijdvak 9
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Oefenen tijdvak 9

Slide 1 - Tekstslide

Stel: je doet onderzoek naar de politiek in Duitsland in de jaren 1920 en je hebt twee onderzoeksgebieden:
1 Oorzaken van de instabiele democratie van Duitsland.
2 De dreiging van de communisten in Duitsland.
Leg uit dat de bron:
- meer betrouwbare informatie bevat voor het eerste onderzoeksgebied, en
- minder betrouwbare informatie bevat voor het tweede onderzoeksgebied.

Slide 2 - Open vraag

Een bewering:
De publicatie van de foto met bijschrift past bij de nationaalsocialistische politiek.
Ondersteun de bewering door:
- aan te tonen dat de publicatie past bij het in praktijk brengen van het nationaalsocialisme, en
- uit te leggen dat deze publicatie de acceptatie van de Duitse bezetting van Nederland moet vergemakkelijken.

Slide 3 - Open vraag

Gebruik de bron
Uit herinneringen van frontsoldaten uit de Eerste Wereldoorlog die vanaf de jaren 1920 zijn gepubliceerd, komt het beeld naar voren dat zij vooral slachtoffers zijn geweest.
Leg uit dat deze bron dit beeld zowel bevestigt als ontkracht

Slide 4 - Open vraag

Gebruik de bron
Uit herinneringen van frontsoldaten uit de Eerste Wereldoorlog die vanaf de jaren 1920 zijn gepubliceerd, komt het beeld naar voren dat zij vooral slachtoffers zijn geweest. Leg uit dat het ontstaan van dit beeld verklaard kan worden vanuit het bronmateriaal waarin de frontsoldaten hun herinneringen beschrijven, maar
dat voor déze bron die verklaring niet opgaat.

Slide 5 - Open vraag

Deze poster wordt door de NSDAP gebruikt in een campagne voor de Rijksdagverkiezingen van 20 mei 1928.
Geef aan:
Met een verwijzing naar de poster, tegen welke politiek van de regering deze poster ingaat én;
Of de poster op dat moment zou aanslaan.

Slide 6 - Open vraag

Gebruik de bron.
Een interpretatie:
Deze brief laat zien dat Duitsland in 1933 op weg is naar een totalitaire staat.
Ondersteun deze interpretatie met een voorbeeld uit de brief

Slide 7 - Open vraag

➤Zet de items in juiste volgorde
Atoombom op Hiroshima
D-day
Hitler komt aan de macht
Duitse inval in Polen
Duitse inval van de Sovjet-Unie
Molotov-Ribbentroppact
Slag om Stalingrad

Slide 8 - Sleepvraag

Bestudeer bron 1.
Om goed historisch onderzoek te doen moet je kritisch met bronnen om kunnen gaan. Maak dit duidelijk door uit te leggen in hoeverre bron 1 bij een onderzoeksvraag over het onderwerp 'de verhouding Hilter-Mussolini' volgens jou een betrouwbare bron is;

Slide 9 - Open vraag

Bestudeer bron 1.
Om goed historisch onderzoek te doen moet je kritisch met bronnen om kunnen gaan. Maak dit duidelijk door uit te leggen in hoeverre bron 1 bij een onderzoeksvraag over het onderwerp 'de verhouding Hilter-Mussolini' volgens jou een representatieve bron is;

Slide 10 - Open vraag

Deze spotprent gaat over de gevolgen van het Vredesverdrag van Versailles. Leg met behulp van de bron uit wat de maker wil laten zien.

Slide 11 - Open vraag


Op het bord staat: “Voor 100 dollar kun je deze auto kopen. Ik heb contant geld nodig. Ik heb alles verloren op de beurs.”

→In welk jaar is deze foto gemaakt?  
→Leg je antwoord uit.
Gebruik de bron

Slide 12 - Open vraag

Sleep de vier foto’s in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
1
2
3
4

Slide 13 - Sleepvraag

Maak de juiste combinaties
het idee dat je eigen ‘ras’ (soort) beter is dan andere ‘rassen’.
manier van denken van mensen die het leger heel erg belangrijk vinden
zeer nationalistische, anti democratische en totalitaire politieke beweging
zeer nationalistische, anti democratische, totalitaire en racistische politieke beweging
Fascisme
militairisme
racisme
nationaalsocialisme

Slide 14 - Sleepvraag

Gebruik bron 1. Noem twee oorzaken van de groeiende macht van Hitler en geef bij elke oorzaak aan hoe deze in de brief naar voren komt.

Slide 15 - Open vraag

Stel: je onderzoekt de populariteit van Hitler in 1933 in Duitsland.
Geef een argument voor de betrouwbaarheid van de informatie uit bron 1 voor je onderzoek.

Slide 16 - Open vraag

Stel: je doet onderzoek naar de gevolgen van kinderarbeid in Nederland in de negentiende eeuw en je hebt twee onderzoeksvragen::
- Wat waren de werkomstandigheden van kinderen in fabrieken?
- Welke bijdrage leverde J.J. Cremer aan de discussie over de 'sociale kwestie'?
Je vindt deze bron, maar je twijfelt aan de bruikbaarheid van de bron voor een van je onderzoeksvragen.
Maak duidelijk voor welke onderzoeksvraag de bron de meest bruikbare informatie bevat en voor welke onderzoeksvraag de bron minder bruikbare informatie bevat.

Slide 17 - Open vraag

Gebruik de bron.
Uit deze bron kun je concluderen dat dit fragment past bij het verzet tegen de politieke cultuur in de periode 1815-1848.
Ondersteun deze conclusie door met de bron aan te geven:
- bij welke twee stromingen uit die periode de bron past en
- dat Mazzini zich afzet tegen de heersende politieke cultuur in Europa na 1815.

Slide 18 - Open vraag

Een bewering: Met het Edict van Pîtres heeft koning Karel de Kale geprobeerd het centrale gezag in zijn rijk te versterken.
Licht dit toe door:
- (met bron) uit te leggen op welke manier dit edict het centrale gezag in het rijk van Karel zou kunnen versterken en
- (zonder bron) een oorzaak te noemen waardoor koning Karel de Kale er niet in slaagt de controle op zijn rijk te versterken.

Slide 19 - Open vraag

Op 5 januari 1477 sneuvelde Karel de Stoute, die als graaf van Vlaanderen leenman van de Franse koning was. Hij had een dochter, Maria de Rijke, als erfgenaam. Een maand na Karels dood stelde de Franse koning Lodewijk XI een huwelijk voor tussen zijn zoon en Maria de Rijke. Maar in april 1477 besloten de Staten van Vlaanderen (een vergadering van burgers en adel waarin de steden de hoofdrol speelden) dat Maria de Rijke in het huwelijk moest treden met Maximiliaan van Habsburg, de zoon van de keizer van Duitsland.
Toon met deze gebeurtenissen aan, dat in de late middeleeuwen steden zelfstandiger zijn geworden en het feodalisme zwakker is geworden en geef hiervoor een verklaring.

Slide 20 - Open vraag