Leesvaardigheid h123
1 / 19
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
In de ... maak je kennis met het onderwerp.
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot
Slide 4 - Quizvraag
Vaak gebeurt dat met een ... of een ...
A
voorbeeld
B
feit
C
(grappig) verhaaltje
D
mening
Slide 5 - Quizvraag
Welk begrip past bij de omschrijving van zo'n (grappig) verhaaltje:
A
aanleiding
B
anekdote
C
akedote
D
inleiding
Slide 6 - Quizvraag
middenstuk
slot
deelonderwerpen
tussenkopjes
herhaling
advies of toekomstblik
Slide 7 - Sleepvraag
De hoofdgedachte geeft in één zin antwoord op de vraag: ...?
A
Wat is het belangrijkste over het onderwerp?
B
Wat zijn alle kernzinnen van de tekst?
C
Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 8 - Quizvraag
De Gouden eeuw hoort bij de zeventiende eeuw.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 9 - Quizvraag
In de Gouden eeuw reed men op paarden en met koetsen.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 10 - Quizvraag
In de zeventiende eeuw kwam de wetenschap tot bloei.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 11 - Quizvraag
De microscoop, de verrekijker en het slingervuurwerk werden onder andere uitgevonden.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 12 - Quizvraag
Wat zet je NIET in een samenvatting?
A
kernzinnen
B
hoofdgedachte
C
voorbeelden
D
uitleg
Slide 13 - Quizvraag
... geven aan op welke manier woorden, zinnen en alinea's in een tekst met elkaar samenhangen.
A
tekstverbanden
B
signaalwoorden
Slide 14 - Quizvraag
Van welk tekstverband is sprake in:
Enerzijds moet ik nu echt aan mijn huiswerk beginnen, anderzijds heb ik daar geen zin in.
Enerzijds moet ik nu echt aan mijn huiswerk beginnen, anderzijds heb ik daar geen zin in.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
Slide 15 - Quizvraag
Van welk tekstverband is sprake in:
Ik ga eerst naar school, dan ga ik huiswerk maken en vervolgens hockeyen.
Ik ga eerst naar school, dan ga ik huiswerk maken en vervolgens hockeyen.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
Slide 16 - Quizvraag
Van welk tekstverband is sprake in:
Ik moet niet alleen nablijven, maar ook moet ik morgen om 8 uur op school zijn.
Ik moet niet alleen nablijven, maar ook moet ik morgen om 8 uur op school zijn.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
Slide 17 - Quizvraag
Van welk tekstverband is sprake in:
In het weekend heb ik een baantje, echter, doordeweeks moet ik veel doen voor school.
In het weekend heb ik een baantje, echter, doordeweeks moet ik veel doen voor school.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
