In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
H4 par 5:
De afschaffing van de slavernij
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Je leert waardoor en hoe de slavernij werd afgeschaft in de landen Groot-Brittannië/Frankrijk/ Nederland en de VS.
Slide 2 - Tekstslide
Leven van de slaven
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Wat valt je op aan de kaart die je net zag?
Slide 5 - Open vraag
Leg uit waarom slavernij van alle tijden is?
Slide 6 - Open vraag
Lees zelfstandig de tekst Afschaffing door Groot -Brittannië p. 81 en 82 schrijf in je schrift in steekwoorden op waar de tekst over gaat.
Slide 7 - Tekstslide
Superioiteitsgevoel
Racisme
Het idee dat je beter bent dan iemand anders
Het idee dat er mensen/ rassen zijn waarvan het ene beter is dan het andere
Slide 8 - Sleepvraag
Geef drie redenen waarom er buiten Europa in de kolonies nog steeds slavernij was.
Slide 9 - Open vraag
Hoe noemen we de beweging die voor de afschaffing van de slavernij was?
Slide 10 - Open vraag
Leg uit waarom het begrip verlichting goed past bij de afschaffing van de slavernij?
Slide 11 - Open vraag
De Verlichting
Periode ) waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand.
Ze waren daarbij kritisch: niet zomaar alles aannemen omdat een koning of de kerk dat zegt.
Ze vinden dat iedereen vrij en gelijkwaardig moet zijn: arm of rijk, slim of dom
Slide 12 - Tekstslide
Abolitionisme
To abolish betekent in het Engels 'afschaffen'
Abolitionisten willen slavernij afschaffen
Het past niet bij de ideeën van de Verlichting: mensen zijn gelijkwaardig, of het christendom: mensen moeten voor elkaar zorgen
John Gabriël Stedman (1744-1797) was een Schots-Nederlandse officier in de Schotse Brigade van het Nederlandse leger. Hij hielp bij het onderdrukken van een slavenopstand in Suriname. Hij werd verliefd op een slavin, en probeerde haar vrij te kopen.
Over zijn ervaringen schreef hij een invloedrijk boek. Hierin bekommerde hij zich openlijk om de rechten van de tot slaafgemaakten, met name om de vraag of zij als mens behandeld moesten worden.
In dit boek verschenen dit soort afbeeldingen die ervoor zorgden dat de strijd van de abolitionisten steeds meer aandacht kreeg.
Slide 13 - Tekstslide
.
Am I not a man and a brother ?
Slide 14 - Tekstslide
Engeland schaft de slavernij af
In Engeland wordt in eerste instantie een wet aangenomen die slavenhandel verbied: er mogen dus geen 'nieuwe' slaven naar Amerika
Dit bleek niet voldoende te werken, daarom werd slavernij in 1833 in het hele Britse Rijk afgeschaft.
De afschaffing van de slavernij wordt in de krant bekend gemaakt.
Slide 15 - Tekstslide
Lees de tekst Afschaffing door Frankrijk.
p. 82
Slide 16 - Tekstslide
Leg uit dat door de idealen van de Franse revolutie er opstanden onstonden in de Franse kolonies
Slide 17 - Open vraag
Nederland schaft de slavernij af
Nederland schaft pas laat de slavernij af: 1863 afschaffing In Suriname en Antillen./1860 afschaffing slavernij Indonesie
Sommige slaven worden verplicht om nog 10 jaar op de plantages te blijven werken
Op 1 juli wordt Keti Koti gevierd. Dit is een jaarlijks terugkerende Surinaamse feestdag ter viering van de afschaffing van de slavernij. De naam stamt uit het Sranantongo en betekent Ketenen Gebroken
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Video
De Amerikaanse Burgeroorlog
1861-1865
De discussie over wél of geen slavernij is een oorzaak voor de burgeroorlog tussen de Noordelijke Staten (zónder plantages en slaven) en de Zuidelijke Staten (mét plantages en slaven)
Uiteindelijk wint het Noorden en wordt slavernij in de hele VS afgeschaft.
De Noordelijke Staten (blauw): zonder slaven
De Zuidelijke Staten (rood): met slaven
Slide 21 - Tekstslide
De beweging die zich inzet voor de afschaffing van slavernij noemen we abolitionisme
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
.
Am I not a man and a brother ?
Slide 23 - Tekstslide
Leg uit dat de afbeelding, op de vorige dia, zowel bij de Verlichting als bij het abolitionisme past.
Slide 24 - Open vraag
Vul in wat wist je al. Wat heb je onthouden? En waar zou je meer over willen weten?