Creatief schrijven

De start van een verhaal schrijven
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De start van een verhaal schrijven

Slide 1 - Tekstslide

creatief schrijven 
-Jullie gaan vandaag de start van een (fictie) verhaal schrijven
- Probeer alle elementen te verwerken in je verhaal 
- Wees creatief! AI niet gebruiken!
- Maak het zo lang als je wilt

Slide 2 - Tekstslide

Welk verhaal (boek/film)
vind
je zelf heel goed?

Slide 3 - Open vraag

Wat sprak je aan hieraan?

Slide 4 - Open vraag

Kies een genre
Actie
Avontuur
Mysterie
Fantasy/sciencefiction
Muziek
Western
Romantiek


Slide 5 - Tekstslide

Wie is je hoofdpersoon?
  • Uiterlijk
  • Karakter
  • Wat doet hij/zij graag
  • Eigenschappen

Slide 6 - Tekstslide

Bedenk nu zelf een hoofdpersoon.

Uiterlijk
Karakter
Wat doet hij/zij graag
Eigenschappen
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Verhaallijn
  • Waar speelt het zich af?
  • Hoe ziet de ruimte eruit?
  • Het genre?
  • Wat gebeurt er?
  • Blijven ze op een plek?
  • Voor wie is het geschreven?

timer
10:00
Denk hier niet te lang over na!

Slide 8 - Tekstslide

Verdieping
Zintuigen.
Voelen, zien, proeven, ruiken en horen.

Wat voel je?
Blij, bang, boos ect.

Slide 9 - Tekstslide

Maak nu een 
globale verhaallijn
Waar speelt het zich af?
Hoe ziet de ruimte eruit?
Het genre.
Wat gebeurt er?
Waar gaan ze naartoe?

Slide 10 - Tekstslide

Verhaal beginnen!
Maak nu een lopend verhaal van je eerste gebeurtenis.
Hoe introduceer je je hoofd/bijfiguren

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Waar gaan we op letten ?
-Hoofdletters en punten
-Spelling en grammatica
- Samenhang
- Creativiteit/originaliteit
- Aantal woorden ( minimaal 200 woorden )
- Zinsopbouw (afwisseling in lange, korte zinnen) en goed lopende zinnen.
- Gebruik zo veel mogelijk de actieve vorm. niet de hele tijd: en toen en toen
- directe rede en indirecte rede
- Klaar? Lees je werk na!!


Slide 14 - Tekstslide