Aanwijzende voornaamwoorden
Voorbeelden: die, deze, dat, dit
Dit zijn woorden die een persoon, zaak, ding, enzovoort, aanwijzen.
Bij mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden moet deze en die. Dit zijn de-woorden. De fiets, deze / die fiets
Bij onzijdige zelfstandige naamwoorde moet dit en dat. Dit zijn het-woorden. Het boek, dit/dat boek