Werkwoordspelling klas 4
1 / 27
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
De hond … morgen naar het asiel gebracht.
De hond … morgen naar het asiel gebracht.
A
wort
B
word
C
wordt
D
worden
Slide 4 - Quizvraag
Welke regel heb je gebruikt?
Slide 5 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Mijn moeder heeft gisteren de hele kamer … .
Mijn moeder heeft gisteren de hele kamer … .
A
stofgezogen
B
gestofzogen
C
gestofzuigt
D
gestofzuigd
Slide 6 - Quizvraag
Welke regel heb je gebruikt?
Slide 7 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Ik kan niet geloven dat dit echt is (gebeuren) …. .
Ik kan niet geloven dat dit echt is (gebeuren) …. .
Slide 8 - Open vraag
Welke regel heb je gebruikt?
Slide 9 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Het vliegtuig … een uur geleden.
Het vliegtuig … een uur geleden.
A
land
B
landt
C
lande
D
landde
Slide 10 - Quizvraag
Welke regel heb je gebruikt?
Slide 11 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Heeft hij dat echt (beloven) … ?
Heeft hij dat echt (beloven) … ?
Slide 12 - Open vraag
Welke regel heb je gebruikt?
Slide 13 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
… jouw zus de bestelling op tijd?
… jouw zus de bestelling op tijd?
A
bezorgt
B
bezorgd
C
Bezorgt
D
Bezorgd
Slide 14 - Quizvraag
Welke regel heb je gebruikt?
Slide 15 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Ik zou dat nooit .... hebben.
Ik zou dat nooit .... hebben.
A
gedurvt
B
gedurvt
C
gedurft
D
gedurfd
Slide 16 - Quizvraag
Welke regel heb je gebruikt?
Slide 17 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Vroeger … die jongen altijd in het park.
Vroeger … die jongen altijd in het park.
A
skate
B
skatet
C
skated
D
skatete
Slide 18 - Quizvraag
Welke regel heb je gebruikt?
Slide 19 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Ik (vinden) … dat echt ongelooflijk!
Ik (vinden) … dat echt ongelooflijk!
Slide 20 - Open vraag
Welke regel heb je gebruikt?
Slide 21 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Hij … zijn cavia heel erg.
Hij … zijn cavia heel erg.
A
miste
B
misde
C
mistte
D
misdde
Slide 22 - Quizvraag
Welke regel heb je gebruikt?
Slide 23 - Open vraag
Wat hoort er op de plek van de puntjes?
Het meisje (geloven) ... altijd alles wat ik zeg.
Het meisje (geloven) ... altijd alles wat ik zeg.
Slide 24 - Open vraag
Welke regel heb je gebruikt?
Slide 25 - Open vraag
Wat hoort er op de plekken van de puntjes?
Morgen … zij naar Amsterdam, maar ze is vorig jaar ook al ... .
Morgen … zij naar Amsterdam, maar ze is vorig jaar ook al ... .
A
verhuist - verhuist
B
verhuist - verhuisd
C
verhuisd - verhuist
D
verhuisd - verhuisd
Slide 26 - Quizvraag
Welke regel heb je gebruikt?
