VEI M4 13.3 Het Hart en 13.4 Hart- en vaatziekten 2023 2024

Vandaag
  • Herhalen van de vorige lessen met vragen.
  • Uitleg 13.3 en 13.4
  • Aan de slag!
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Herhalen van de vorige lessen met vragen.
  • Uitleg 13.3 en 13.4
  • Aan de slag!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video


Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.
Waar bevindt zich zuurstofarm bloed?
A
1
B
2
C
4

Slide 4 - Quizvraag

Kijk naar het hart.
Welk harthelft
is rood gekleurd?
A
linkerhelft
B
rechterhelft

Slide 5 - Quizvraag

het rondje hart - longen - hart hoort bij
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop

Slide 6 - Quizvraag

Een bloedvat loopt van het hart weg. Dit is een...
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Dit kan alle soorten bloedvaten zijn

Slide 7 - Quizvraag

Hoevaak gaat het bloed door het hart?
A
1x
B
2x
C
3x
D
4x

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de Bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 10 - Quizvraag

Waaruit bestaat bloedplasma voornamelijk?
A
Eiwitten
B
Water
C
Opgeloste stoffen
D
Zuurstof

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 12 - Quizvraag

Wat zorgt er voor de rode kleur in rode bloedcellen? Dit kan zuurstof vervoeren.
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Glycogeen
D
Hemoglobine

Slide 13 - Quizvraag

Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof
B
Voedingsstof
C
Hemoglobine
D
Bloed

Slide 14 - Quizvraag

Etter of pus bestaat uit..
A
dode ziekteverwekkers
B
dode witte bloedcellen
C
zowel dode ziekteverwekkers als dode bloedcellen

Slide 15 - Quizvraag

Hart en bloedsomloop

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen 13.3 Het hart
  1. Je kunt de delen van het hart en aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
  2. Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Buitenkant hart
Kransslagaders
Aorta
Kransaders

Slide 19 - Tekstslide

Lengte doorsnede hart
hartkleppen
halvemaanvormige kleppen
harttussenwand
boezems
kamers

Slide 20 - Tekstslide


  • Hartkleppen tussen de boezems en de kamers
  • Slagaderkleppen (halvemaanvormige kleppen) in de aorta en longslagader

Slide 21 - Tekstslide

Werking hartkleppen

Slide 22 - Tekstslide

Hartkleppen
Boezem en kamer gescheiden door hartkleppen.

Halvemaanvormige kleppen, verhinderen bloedstroming terug naar hart.


Slide 23 - Tekstslide

De hartslag

Harttonen:  Je hoort het sluiten van de hartkleppen en de halvemaanvormige kleppen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

13.4 Hart en vaatziekten

Slide 27 - Tekstslide

leerdoel 13.4 Hart- en vaatziekten
Je kunt de gevolgen van hart- en vaatziekten noemen en aangeven hoe je de kans op hart- en vaatziekten kunt verkleinen.

Slide 28 - Tekstslide

13.4 Hart- en vaatziekten

Bekende hart- en vaatziekten zijn: 
Hoge en lage bloeddruk
  • Slagaderverkalking
  • Hartinfarct (hartaanval)
  • Hartritmestoornis

Slide 29 - Tekstslide

Hoge en lage bloeddruk
  • Lage bloeddruk komt minder vaak voor dan hoge bloeddruk
  • Te lage bloeddruk: hoofdpijn, duizeligheid of zelfs flauwvallen

  • Hoge bloeddruk: bloed met te grote kracht door het lichaam gepompt
  • Het is geen ziekte, maar geeft wel meer kans op hart- en vaatziekten
  • Hoofdpijn, misselijkheid en kortademigheid
  • Grote kans dat bloedvaten en organen beschadigd raken

Slide 30 - Tekstslide

Slagaderverkalking
  • Vettige stoffen plakken aan de wand --> ontstaan slagaderverkalking.
  • Cholesterol is de vettige stof die het meest zorgt voor slagaderverkalking.
  • De wanden van de slagaders worden minder elastisch.

Slide 31 - Tekstslide

Hartinfarct
Vernauwing van een kransslagader.

Slide 32 - Tekstslide

Stent en Bypass
Stent in kransslagader                        Omleiding kransslagader

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Hartritme stoornissen
Langdurige verstoringen van het normale hartritme (hartslagfrequentie)

Oorzaak: Verstoring van de impulsen van het hart
Gevolg: Bloedstroom wordt onregelmatig, kan zelfs stoppen

Slide 35 - Tekstslide

Hartritme stoornis

Slide 36 - Tekstslide

Voorkomen van hart- en vaatziekten

Slide 37 - Tekstslide

De hartkleppen zorgen er voor dat het bloed niet terug het hart in stroomt
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 38 - Quizvraag

In de afbeelding zie je het hart. Welk nummer is de rechter hartkamer?
A
1
B
2
C
10
D
9

Slide 39 - Quizvraag

Welk deel van het hart is verstopt bij een hartinfarct
A
hartslagader
B
hartader
C
kransslagader
D
kransader

Slide 40 - Quizvraag

Hoeveel boezems heeft het hart?
A
1
B
4
C
3
D
2

Slide 41 - Quizvraag

Waarom is het krijgen van overgewicht gevaarlijk voor je lichaam?
A
Kans op hart en vaatziekten wordt vergroot
B
Het ziet er niet mooi uit
C
Je kan anorexia nervosa krijgen
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 42 - Quizvraag

Haarvaten
Slagaders
Aders
Hebben een stevige wand.
Hierdoor stroomt het bloed altijd naar het hart toe.
Hierdoor stroomt het bloed altijd van het hart af.
Heeft kleppen
Heeft een wand van 1 cellaag dik en er kunnen stoffen door naar buiten en naar binnen
Hier worden afvalstoffen in het bloed opgenomen
Zuurstof afgeven aan cellen 

Slide 43 - Sleepvraag

hoeveel rode bloedcellen bevat een klein druppeltje bloed?
A
een paar miljoen
B
een paar duizend
C
een paar honderd
D
enkele tientallen

Slide 44 - Quizvraag

wat is trombose?
A
een tekort aan bloedplaatjes
B
een tekort aan witte bloedcellen
C
een stolsel buiten het bloedvat
D
een stolsel binnen het bloedvat

Slide 45 - Quizvraag

Alcohol wordt vervoerd door het bloed.
Door welk bestanddeel van bloed wordt alcohol vervoer?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
bloedplasma

Slide 46 - Quizvraag