wilhelmus
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van ....... bloed,
ben ik, van ....... bloed,
A
Engelsen
B
Duitsche
C
Duitsen
D
Hollandse
Slide 2 - Quizvraag
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den ......
blijf ik tot in den ......
A
end
B
dood
C
bittere ende
D
doet
Slide 3 - Quizvraag
Een ...........
ben ik, vrij, onverveerd,
ben ik, vrij, onverveerd,
A
Koninklijk kind
B
Nederlander
C
Prinse van Oranje
D
Vaderlander
Slide 4 - Quizvraag
den Koning van Hispanje
heb ik altijd .......
heb ik altijd .......
A
gehaat
B
gemogen
C
geëerd
D
liefgehad
Slide 5 - Quizvraag
Mijn schild ende betrouwen
......., o God mijn Heer,
......., o God mijn Heer,
A
zijt Gij
B
zijt U
C
Vertrouwen U
D
Vertrouwen Gij
Slide 6 - Quizvraag
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij .......
Verlaat mij .......
A
never the nooit niet
B
nooit niet nee
C
immer
D
nimmermeer
Slide 7 - Quizvraag
Dat ik doch ..... mag blijven,
uw dienaar t'aller stond,
uw dienaar t'aller stond,
A
vroom
B
trouw
C
bewust
D
vrij
Slide 8 - Quizvraag
de ....... verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.
die mij mijn hart doorwondt.
A
vijand
B
tirannie
C
gevaren
D
vroomheid
Slide 9 - Quizvraag
Oorlof mijn arme .....
die zijt in groten nood,
die zijt in groten nood,
A
onderdanen
B
kinderen
C
schapen
D
leger
Slide 10 - Quizvraag
....... wil ik belijden
en Zijner groten macht,
en Zijner groten macht,
A
Voor God
B
Voor U
C
Voor de koning
D
Voor willem
Slide 11 - Quizvraag
der hoogsten Majesteit,
heb moeten .....
in den gerechtigheid.
heb moeten .....
in den gerechtigheid.
A
eren
B
obediëren
C
bevrijden
D
transpireren
Slide 12 - Quizvraag
Als een prins opgezeten
met mijner .......
met mijner .......
A
macht
B
kracht
C
heireskracht
D
tiranie
Slide 13 - Quizvraag
Als David moeste vluchten
voor ...... den tiran,
voor ...... den tiran,
A
Samuel
B
Sauel
C
Caspian
D
Hispanje
