sociaal zekerheidsrecht- les 1

Introductie
Wat gaan we in OP3 doen?
  • Wat is SZ?
  • Volksverzekeringen
  • Werknemersverzekeringen


Wat gaan we in OP4 doen?
  • Sociale voorzieningen
  • Sociale kaart & rechtshulp

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
rechtenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Introductie
Wat gaan we in OP3 doen?
  • Wat is SZ?
  • Volksverzekeringen
  • Werknemersverzekeringen


Wat gaan we in OP4 doen?
  • Sociale voorzieningen
  • Sociale kaart & rechtshulp

Slide 1 - Tekstslide

Beoordeling
Per OP 2 voortgangstoetsen

Aan het einde van leerjaar 2: kennisexamen!

Slide 2 - Tekstslide

benodigdheden




  • Kleine Gids editie 2020.2 voor de Nederlandse sociale zekerheid
  • Reader
  • Laptop
  • Markeerstift
  • Tabstickers 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste voor dit vak om je examen straks met een voldoende af te ronden?
A
de kleine gids
B
de kleine gids
C
de kleine gids
D
de kleine gids

Slide 4 - Quizvraag

Waar denk je aan bij sociaal zekerheidsrecht?

Slide 5 - Woordweb

Van belang!
Waar hebben we het nou over als we het hebben over sociaal zekerheidsrecht?

Geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op het verschaffen van bestaanszekerheid.
Garantie dat mensen altijd een minimum inkomen hebben.

Slide 6 - Tekstslide

Wat vinden we van dit stelsel?
Afschaffen of omarmen?

Slide 7 - Tekstslide

Geef aan wat je vindt van de volgende stelling:
De WW-uitkering moet worden afgeschaft. De staat moet jou, als je werkloos wordt, niet financieel helpen. Dat moet je zelf doen.

Slide 8 - Open vraag

Geef aan wat je vindt van de volgende stelling:
De kinderopvangtoeslag moet worden afgeschaft en daarvoor in de plaats moet er voor iedereen gratis kinderopvang komen.

Slide 9 - Open vraag

Geef aan wat je vindt van de volgende stelling:
De AOW-uitkering kan ook worden afgeschaft!
Je moet maar zelf voor je pensioen zorgen door te sparen.

Slide 10 - Open vraag

Hoe komen we nu aan dit stelsel?
  • Het begon met de nachtwakersstaat in de 19e eeuw waarin de overheid nog alleen zorgde voor het handhaven van de (openbare) orde.
  • Met de verzorgingsstaat die daarna kwam halverwege de 20e eeuw, zorgt de overheid voor iedereen die niet voor zichzelf kan zorgen en daarom recht heeft op een bestaansminimum. 
  • De participatiestaat vanaf 2015 wil dat de mensen meer deelnemen aan de maatschappij en kosteloos zorgen voor elkaar, waarbij zelfredzaamheid van de mens voorop staat.

Slide 11 - Tekstslide

Geef aan wat het verschil is tussen de nachtwakerstaat en de verzorgingsstaat

Slide 12 - Open vraag

Wat is het nadeel van de verzorgingsstaat?

Slide 13 - Open vraag

Wat is de chronologische volgorde van ons sociaal zekerheidsstelsel?
A
participatiestaat-nachtwakerstaat-verzorgingsstaat
B
verzorgingsstaat-participatiestaat-nachtwakerstaat
C
nachtwakerstaat-participatiestaat-verzorgingsstaat
D
nachtwakerstaat-verzorgingsstaat-participatiestaat

Slide 14 - Quizvraag

Welk rechtsgebied?
Onder welk rechtsgebied valt het sociaal zekerheidsrecht eigenlijk?

  • privaatrecht of publiekrecht?
  • bestuursrecht, strafrecht, vermogensrecht?

Vul je antwoord in bij de vraag hierna.

Slide 15 - Tekstslide

Valt het sociaal zekerheidsrecht nu onder het privaatrecht of het publiekrecht en leg uit waarom.

Slide 16 - Open vraag

Het publiekrecht kun je onderverdelen in 3 rechtsgebieden. Onder welk van de 3 valt het sociaal zekerheidsrecht?
A
strafrecht
B
bestuursrecht
C
staatsrecht

Slide 17 - Quizvraag

Hoe ziet het sociaal zekerheidsstelsel in elkaar?
  • het sociaal zekerheidsstelsel is te verdelen in:
  1. sociale verzekeringen
  2. sociale voorzieningen
  • sociale verzekeringen zijn zelf weer op te delen in:
  1. volksverzekeringen
  2. werknemersverzekeringen

Slide 18 - Tekstslide

Sociale verzekeringen
  • volksverzekeringen gelden voor iedere ingezetene ("allen") en kun je herkennen aan de beginletter A
  • werknemersverzekeringen zijn niet voor iedere ingezetene, want gekoppeld aan werk in loondienst

Slide 19 - Tekstslide

Sociale voorzieningen
  • een vangnet en komen dus pas aan bod als je geen (volledig) beroep kunt doen op een sociale verzekering 
  • hiermee wordt een bestaansminimum en/of verzorgingsmogelijkheid gegarandeerd

Slide 20 - Tekstslide

Noem nu enkele werknemersverzekeringen:

Slide 21 - Open vraag

Noem nu enkele volksverzekeringen:

Slide 22 - Open vraag

Noem nu ook enkele sociale voorzieningen:

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Tip!
Leer dit schema uit je hoofd, want dit vind je NIET terug in je Kleine Gids!!

Slide 25 - Tekstslide

Wat nu deze les geleerd?
1. Waar komt het sociaal zekerheidsstelsel vandaan.
2. Onder welk rechtsgebied valt het.
3. Hoe is het sociaal zekerheidsstelsel onder te verdelen.
4. Wat valt nu onder de volksverzekering respectievelijk de werknemersverzekering en de sociale voorzieningen.
5. Gebruik behalve voor het antwoord op punt 4 altijd je Kleine Gids!

Slide 26 - Tekstslide