wk.2 Cursus 1 /par. 6 Feit, mening, argument

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

lesboek, schrift,
etui
laptop

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

lesboek, schrift,
etui
laptop

Slide 1 - Tekstslide

Periode 2

  • Week 2;                    Cursus 1 Meer dan Lezen, par. 6
  •                                      Cursus 7 Spelling, par. 4
  • Week 3:                    Cursus 1 Meer dan Lezen, par.7
  •                                     Cursus 7 Spelling, par. 5
  • Week 4:                   Vrijdag 24 jan. Toets Cursus 1 Meer da Lezen, par. 1 t/m 8
  •                                     Voorbereiding bezoek Daniëlle Bakhuis
  • Week 5:                    Bezoek  Daniëlle Bakhuis

Slide 2 - Tekstslide

Cursus 1 Meer dan Lezen. 

Par.6 Feit, mening, standpunt en argument

Slide 3 - Tekstslide

Lesplanning
  • Instructie Cursus 1 par. 6
  • Zelfstandig werken aan de opdrachten
  • Titel leesboek!

Slide 4 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van deze les

  • Je kunt een feit, mening en argument herkennen in de tekst.
  • Je kan kernzinnen uit de tekst halen.
  • Je kan hoofd- en bijzaken onderscheiden.
  • Je kent signaalwoorden en tekstverbanden.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Link

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 8 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind de minions een leuke film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 10 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quizvraag

Mening of standpunt
Herken je aan de signaalwoorden:
vinden
volgens

Slide 12 - Tekstslide

Argument
  • Met een argument geef je een reden voor je mening of je wilt de ander overtuigen. 

  • Bedenk een argument bij het volgende standpunt:

Slide 13 - Tekstslide

Een dictatuur moet worden afgeschaft, want ....... .

Slide 14 - Open vraag

Lezen in een leesboek is goed voor je ontwikkeling.
A
Feit
B
Mening

Slide 15 - Quizvraag

Argumenten
Een argument herken je aan de volgende signaalwoorden:

want,  immers,  omdat,  namelijk.

Slide 16 - Tekstslide

Ik vind dat lezen goed is voor je ontwikkeling, ....... je woordenschat wordt vergroot en je leert iets over de wereld.
A
omdat
B
want
C
namelijk
D
immers

Slide 17 - Quizvraag

         Huiswerk par. 5 af???

Cursus 1 Meer dan Lezen, paragraaf 5: Hoofd- en bijzaken
BK: Maak in je schrift!
        Par. 5  (blz. 30)  opdracht 5 en 6
KT: Maak in je schrift!
       Par.5  (blz.31)  opdracht 4 en 5

       

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk  donderdag 
Maak in Cursus 1, par. 6:

BK: 1, 2 , 4, 5 en 6

KT: 1, 2, 3 en 4

Slide 19 - Tekstslide