DP1 maandag 10 juli

DP1 maandag 10 juli
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

DP1 maandag 10 juli

Slide 1 - Tekstslide

https://jeugdjournaal.nl/artikel/2482021-de-regering-stopt-wat-gebeurt-er-nu-en-meer-belangrijke-vragen 

Slide 2 - Tekstslide

Ik heb dit weekend dit in het Nederlands gezegd

Slide 3 - Woordweb

Zomers in Nederland worden
A
warmer en droger
B
warmer en natter
C
kouder en droger
D
kouder en natter

Slide 4 - Quizvraag

Als het in Nederland zomer is, is het in Australië
A
Herfst
B
Winter
C
Lente
D
Zomer

Slide 5 - Quizvraag

is het zomer of winter?
is het zomer of winter in nederland?
A
zomer
B
winter

Slide 6 - Quizvraag

in het Oosten in in Nederland is het in de zomer warmer

A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat is in de zomer in Nederland
het meest gegeten ijsje?
A
Cornetto
B
Raketje
C
Magnum
D
Calippo

Slide 8 - Quizvraag

In de zomer is het in Nederland langs de kust wat koeler!
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de zomer in Nederland?
A
bliksem
B
zon
C
sneeuw
D
regen

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer werd Nederland het Koninkrijk der Nederlanden?
A
1800
B
1820
C
1815
D
1825

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de nationale sport van Nederland?
A
Tennis
B
Schaatsen
C
Hockey
D
Voetbal

Slide 12 - Quizvraag

We zien hier de aanleg van het Amsterdamse Bos. Welk begrip past hierbij?
A
Slavernij in Nederland.
B
Strafkampen Nazi-Duitsland
C
NSB'ers die voor straf arbeid verrichten
D
Werkverschaffing door Colijn

Slide 13 - Quizvraag

bedenk zelf een quizvraag (+ het antwoord)

Slide 14 - Woordweb

Hoe groot is het Amsterdamse bos?
A
1500 hectare
B
100 hectare
C
1000 hectare
D
2000 hectare

Slide 15 - Quizvraag

Welke partij is conservatief liberaal
A
VVD
B
D66
C
CDA
D
PvdA

Slide 16 - Quizvraag

De Nederlanders vonden de eerste beurs ter wereld uit
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Wat is er dit weekend gebeurd?
A
Het Kabinet is opgestaan
B
het Kabinet is gevallen
C
Het Kabinet is gestruikeld

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel provincies telt Nederland?
A
10
B
11
C
12
D
13

Slide 19 - Quizvraag