320 les 2: 3.2 / Lineaire grafiek bij formule - 3M

Telefoon in de telefoontas.
Laptop in de tas.
Welkom   wiskunde!
Wat gaan we doen?
●  Lesdoel bespreken
● Terugblik: Vk en 3.1
●  Uitleg: 3.2
●  Zelfstandig werken
●  Huiswerk en afsluiting
bij
We gaan zo starten.
Leerdoelenformulier voor je pakken.
Leg je
wiskunde-
spullen 
op tafel.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Telefoon in de telefoontas.
Laptop in de tas.
Welkom   wiskunde!
Wat gaan we doen?
●  Lesdoel bespreken
● Terugblik: Vk en 3.1
●  Uitleg: 3.2
●  Zelfstandig werken
●  Huiswerk en afsluiting
bij
We gaan zo starten.
Leerdoelenformulier voor je pakken.
Leg je
wiskunde-
spullen 
op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

De video is te starten bij de binnenkomst
Lesdoel
Je weet wat een (wiskundig) verband is.

Je weet wat een woordformule is en kunt deze gebruiken.

Je weet wat variabelen zijn.

Je weet wat eenheden zijn.

Je weet wat een richtingscoёfficiёnt (r.c.) is
 en kunt deze vinden in een lineaire formule.



H9: Grafieken en vergelijkingen
Vk Grafieken en vergelijkingen
1. Bijzondere grafieken
2. Som- en verschilgrafiek
3. Vergelijkingen oplossen met
     de balansmethode
4. Oplossen met inklemmen
H3: Formules en grafieken
Vk Rekenen met formules
1. Lineair of niet
2. Lineaire grafiek bij formule
3. Regelmaat in tabellen
4. Formules bij een tabel
5. Formule bij een grafiek  
6. Richtingscoefficient
     berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel

Je weet wat een lineaire formule is
 en kunt deze snel herkennen in een formule.

Je weet wat een lineair verband is.

Je kunt een lineaire grafiek tekenen bij een lineaire formule.

Je weet wat het maximun en het minimum van een grafiek is.



H9: Grafieken en vergelijkingen
Vk Grafieken en vergelijkingen
1. Bijzondere grafieken
2. Som- en verschilgrafiek
3. Vergelijkingen oplossen met
     de balansmethode
4. Oplossen met inklemmen
H3: Formules en grafieken
Vk Rekenen met formules
1. Lineair of niet
2. Lineaire grafiek bij formule
3. Regelmaat in tabellen
4. Formules bij een tabel
5. Formule bij een grafiek  
6. Richtingscoefficient
     berekenen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik




  • Welke grafiek is een constante, of horizontale grafiek?
  • Welke grafieken zijn vloeiende krommen?
  • Welke grafieken zijn lineair?
  • Welke grafiek stijgt steeds langzamer? En welke steeds sneller?
  • Welke grafiek daalt steeds langzamer?
  • Welke grafiek stijgt steeds met dezelfde snelheid?
  • Welke grafiek is periodiek?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.2: Lineaire grafiek bij formule
Als je een bijbaan hebt, dan verdien je meer wanneer je meer gewerkt hebt.
Hierbij zeggen de inkomsten en tijd iets over elkaar, ofwel 
                 tussen de variabelen inkomsten en tijd bestaat een verband.
  • Woordformule: Inkomsten in € = 3 + 5 X tijd in uren
  • Letterformule:                              : I = 3 + 5t
  •                                                                 I: inkomsten in € en  t: tijd in uren       
         
  • Vergeet bij de verklaring van de letters niet de eenheden, hier € en uren.  

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.2: Lineaire grafiek bij formule



  • begingetal = € 3,- 
  • stijggetal = 5, ofwel richtingscoefficient = 5 
  • De stijging gaat elk uur even hard, dus stijgt het in een rechte lijn. Het is  een lineaire formule, ofwel een lineair verband
  • Hierbij kun je een lineaire grafiek tekenen.
I = 3 + 5t 
I: inkomsten in € en t: tijd in uren

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.2: Lineaire grafiek bij formule
Als er een grafiek getekend is, dan is het:
  • Maximum: het hoogste punt van de grafiek
    (dus van de lijn, niet van het assenstelsel).
  • Minumum: het laagste punt van de grafiek
    (dus van de lijn, niet van het assenstelsel).     

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen
Sjaak houdt een feestje. De chips koopt hij via een website. 
Hierbij hoort onderstaande formule.

Kosten in € = 4,95 + 1,25 x aantal zakken chips




Slide 8 - Tekstslide

Bespreek hierbij zelf de begrippen:
variabelen, verband, woordformule, letterformule, begingetal, richtingscoefficient, lineaire formule.

Ik doe dit met wisbordjes.

Denk bij de letterformule aan de verklaring voor de letters.
Even oefenen
Romana heeft nieuwe kaarsen gekocht. Bij de lengte van de kaars hoort de formules hieronder.

Lengte in cm = 30 - 0,5 x aantal branduren




Slide 9 - Tekstslide

Bespreek hierbij zelf de begrippen:
variabelen, verband, woordformule, letterformule, begingetal, richtingscoefficient, lineaire formule.

Ik doe dit met wisbordjes.

Denk bij de letterformule aan de verklaring voor de letters.
En RC = -0,5
Even oefenen
KPN mobile

Slide 10 - Tekstslide

Bespreek hierbij zelf de begrippen:
variabelen, verband, begingetal, lineaire grafiek, vloeiende kromme, maximum, minimum.

Ik doe dit met wisbordjes.


Huiswerk

Maken van H3:

Paragraaf 3.2 via jouw eigen leerroutes


Nakijken:

Huiswerk van de vorige keer









Zs
Zf
Zf
timer
10:00
Huiswerk bespreken
Extra uitleg
Testopgaven
B -> blz. 126
C -> blz. 129

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel behaald?
Je weet wat een (wiskundig) verband is.

Je weet wat een woordformule is en kunt deze gebruiken.

Je weet wat variabelen zijn.

Je weet wat eenheden zijn.

Je weet wat een richtingscoёfficiёnt (r.c.) is
 en kunt deze vinden in een lineaire formule.



H9: Grafieken en vergelijkingen
Vk Grafieken en vergelijkingen
1. Bijzondere grafieken
2. Som- en verschilgrafiek
3. Vergelijkingen oplossen met
     de balansmethode
4. Oplossen met inklemmen
H3: Formules en grafieken
Vk Rekenen met formules
1. Lineair of niet
2. Lineaire grafiek bij formule
3. Regelmaat in tabellen
4. Formules bij een tabel
5. Formule bij een grafiek  
6. Richtingscoefficient
     berekenen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel behaald?

Je weet wat een lineaire formule is
 en kunt deze snel herkennen in een formule.

Je weet wat een lineair verband is.

Je kunt een lineaire grafiek tekenen bij een lineaire formule.

Je weet wat het maximun en het minimum van een grafiek is.



H9: Grafieken en vergelijkingen
Vk Grafieken en vergelijkingen
1. Bijzondere grafieken
2. Som- en verschilgrafiek
3. Vergelijkingen oplossen met
     de balansmethode
4. Oplossen met inklemmen
H3: Formules en grafieken
Vk Rekenen met formules
1. Lineair of niet
2. Lineaire grafiek bij formule
3. Regelmaat in tabellen
4. Formules bij een tabel
5. Formule bij een grafiek  
6. Richtingscoefficient
     berekenen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies