4M 2.2 Sparen

Welkom
Pak je boek, schrift, wisbordje en etui.

Statopdracht
Maak de startopdracht in je schrift. Werk in stilte.

timer
5:00
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak je boek, schrift, wisbordje en etui.

Statopdracht
Maak de startopdracht in je schrift. Werk in stilte.

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Uitleg sparen
  • Toepassen
  • Uitleg enkelvoudige rente 
  • Pauze
  • Uitleg samengestelde rente
  • Toepassen
  • Schoolwerk

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Ik kan uitleggen dat sparen het overhevelen van koopkracht in de tijd is.
Ik kan de drie spaarmotieven noemen en herkennen.
Ik kan het verschil uitleggen tussen een vrij opneembare spaarrekening en een spaardeposito.
Ik kan rente voor een aantal dagen, maanden of jaren berekenen met enkelvoudige rente.

Slide 3 - Tekstslide

Pak je wisbordje

Slide 4 - Tekstslide

Noem twee redenen om te sparen.

Slide 5 - Open vraag

Maak aantekeningen

Slide 6 - Tekstslide

Sparen
Deel van je inkomen niet uitgeven.


 

Slide 7 - Tekstslide

Internetspaarrekening
  • Vrij opneembaar
  • Variabele rente

Slide 8 - Tekstslide

Spaardeposito
  • Voor afgesproken tijd vast.
  • Vaste rente

Je zet je spaargeld voor een afgesproken tijd ‘vast’. 
De bank heeft langer de beschikking over het spaargeld. Hierdoor hogere rente.

Slide 9 - Tekstslide

Pak je wisbordje

Slide 10 - Tekstslide

Maak van onderstaande zinnen een economisch juiste tekst door de juiste woorden te kiezen.
Sara spaart voor een nieuwe telefoon. Om te kunnen sparen, moet Sara de komende tijd haar inkomen …(1)… (volledig / niet volledig) uitgeven. Het spaarmotief voor Sara is sparen …(2)… (uit voorzorg / voor een doel). Sara zet het gespaarde bedrag op een spaarrekening. Hiervoor …(3)… (betaalt ze aan / ontvangt ze van) de bank rente.


Maak van onderstaande zinnen een economisch juiste tekst door de juiste woorden te kiezen.
Sara spaart voor een nieuwe telefoon. Om te kunnen sparen, moet Sara de komende tijd haar inkomen …(1)… (volledig / niet volledig) uitgeven. Het spaarmotief voor Sara is sparen …(2)… (uit voorzorg / voor een doel). Sara zet het gespaarde bedrag op een spaarrekening. Hiervoor …(3)… (betaalt ze aan / ontvangt ze van) de bank rente.

Slide 11 - Tekstslide

Noem een reden waarom banken een hoger rentepercentage rekenen bij deposito sparen in vergelijking met sparen zonder voorwaarden.

Slide 12 - Open vraag

Interest (rente)
Vergoeding voor het uitlenen van geld.
 

Slide 13 - Tekstslide

Enkelvoudige interest
Interest over de beginwaarde van het spaargeld.

Slide 14 - Tekstslide

Enkelvoudige interest
Bereken de interest die je ontvangt na vier jaar.
Bereken de interest die je ontvangt na 7 maanden.

Spaarbedrag
€ 1.200
Rente
1,2%

Slide 15 - Tekstslide

Pak je wisbordje

Slide 16 - Tekstslide

Noem een reden waarom banken een hoger rentepercentage rekenen bij deposito sparen in vergelijking met sparen zonder voorwaarden.

Slide 17 - Open vraag

Marieke zet € 800 op een internetspaarrekening. Zij ontvangt 0,6% interest.
Bereken hoeveel interest Marieke ontvangt na 4 maanden.

Slide 18 - Open vraag

Ruben zet € 4.000 op een spaardeposito van twee jaar.
Hij ontvangt 1,4% interest.
Bereken hoeveel interest Ruben over de hele looptijd ontvangt.

Slide 19 - Open vraag

Toepassen
  • Maken: 2.2 opdracht 1 t/m 5 op blz. 46-49

Klaar? Maak de herhalingsopdrachten of plusopdrachten.
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Maak aantekeningen

Slide 21 - Tekstslide

Samengestelde interest
Rente op rente.
Interest over de beginwaarde van het spaargeld en opgebouwde rente.

Slide 22 - Tekstslide

Samengestelde interest
Bereken de interest die je ontvangt na drie jaar.

Spaarbedrag
€ 1.200
Rente
1,2%

Slide 23 - Tekstslide

Samengestelde interest
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Beginwaarde
€ 1.200
1,2%
Eindwaarde
€ 14,75
€ 1.243,72

€ 14,40
€ 1.214,40
€ 14,57
€ 1.228,97

Slide 24 - Tekstslide

Samengestelde interest
Eindwaarde = beginbedrag × groeifactoraantal perioden

Slide 25 - Tekstslide

Samengestelde interest
Eindwaarde = beginbedrag × groeifactoraantal perioden
Groeifactor = 1 + (interestpercentage ÷ 100)
Groeifactor = (1 + i)

Slide 26 - Tekstslide

Samengestelde interest
Bereken de rente die je ontvangt na drie jaar.



Interest: 1,2 ÷ 100 = 0,012
Groeifactor: 1 + 0,012 = 1,012
Spaarbedrag
€ 1.200
Rente
1,2%

Slide 27 - Tekstslide

Samengestelde interest
Bereken de rente die je ontvangt na drie jaar.



Eindwaarde = beginbedrag × (1 + i)aantal perioden
€ 1.200 × 1,0123 = € 1.243,72
Spaarbedrag
€ 1.200
Rente
1,2%

Slide 28 - Tekstslide

Samengestelde interest
Bereken de rente die je ontvangt na drie jaar.



€ 1.200 × 1,0123 = € 1.243,72
Rentebedrag: € 1.243,72 – € 1.200 = € 43,72 
Spaarbedrag
€ 1.200
Rente
1,2%

Slide 29 - Tekstslide

Pak je wisbordje

Slide 30 - Tekstslide

Je ontvangt 2,4% rente.
Wat is de groeifactor?

Slide 31 - Open vraag

Dirk heeft € 370 op zijn spaarrekening. Hij ontvangt 0,7% rente per jaar. Hij neemt drie jaar niets op en voegt niets toe aan zijn spaarrekening. Bereken de rente die Dirk na drie jaar heeft opgebouwd op zijn spaarrekening.

Slide 32 - Open vraag

Robina heeft € 1.890 op haar spaarrekening. Zij ontvangt 0,6% rente per jaar. Zij neemt drie jaar niets op en voegt niets toe aan haar spaarrekening. Bereken de rente die Robina na drie jaar heeft opgebouwd op haar spaarrekening.

Slide 33 - Open vraag

Toepassen
  • Maken: 2.2 opdracht 1 t/m 9 op blz. 74-77

Klaar? Maak de herhalingsopdrachten of plusopdrachten.
timer
15:00

Slide 34 - Tekstslide

Schoolwerk
Pak je agenda.
Maken: 2.2 opdracht 1 t/m 9 op blz. 74-77

Slide 35 - Tekstslide