Les 5

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Didactiek

Herhaling vorige week

Differentiëren

Opdrachten

Oefentoetsen hoofdstuk 5

Benoem zoveel mogelijk organisatievormen

Welke zes momenten van organiseren zijn er?

Waar let jij extra op bij de organisatie van een spel?

Herhaling vorige week

Hoe/ welke vormen bied je aan?

Welke momenten vind jij belangrijk?

Lesdoelen

Wat is de definitie van differentiëren? 

Welke vormen van differentiëren zijn er?

Wat is differentiëren?

Differentiëren

=

Rekening houden met individuele verschillen in de groep door de organisatie en/of de bewegingsvorm aan te passen

Geef een voorbeeld van een differentiatie

Organisatorische differentiatie

Je past de organisatie aan

Kast hoger maken

Afstand vergroten/verkleinen

Groep samenstelling veranderen

Inhoudelijke differentiatie

je past de bewegingsvormen aan

Gehoekte salto/strek

Bal terugspelen met andere been/ zonder aanname

Verwerkingsopdrachten

Maak opdracht 15, 16, 17, 18.

20 min

Nabespreken 10 min

Herhalen boek

Neem de presentatie van het boek door

5 min

Oefentoets

Nulmeting

Eindmeting

Klaar maak casus opdracht 1