Les 3.11 6 jan

 Today
  • Aanmelden Cambridge
  • What do you remember?
  • Recap grammar: present simple
  • Work on homework exercises
  • Pronunciation vocabulary 3.4 
  • 17th of January: SO unit 3
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 Today
  • Aanmelden Cambridge
  • What do you remember?
  • Recap grammar: present simple
  • Work on homework exercises
  • Pronunciation vocabulary 3.4 
  • 17th of January: SO unit 3

Slide 1 - Tekstslide

SO unit 3
Friday the 17th of January

  • Vocabulary NED-ENG
    (page 179-180) 
  • Alle grammatica
(unit 3 + herhaling 1 & 2)

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de vertaling van 'hoge hakken'?

Slide 3 - Open vraag

Welke zin heeft een present continuous?
A
He works late.
B
He working late.
C
He is working late.
D
He is works late.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de vertaling van 'handschoenen'?

Slide 5 - Open vraag

Welke zin heeft een present continuous?
A
They have eaten lunch at the cafetaria before.
B
We are eating lunch at the cafetaria.
C
She always eats lunch at the cafetaria.
D
They ate lunch at the cafetaria yesterday.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de vertaling van 'wijd/flodderig'?

Slide 7 - Open vraag

Goed of fout:
Sammy goes usually to school by bus.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de vertaling van 'oorbel'?

Slide 9 - Open vraag

Goed of fout:
Jim and Peter always do their homework.
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de vertaling van 'toegeven'?

Slide 11 - Open vraag

Vocabulary
Page 180

    Pronunciation vocabulary 3.4
    Repeat the words

    Slide 12 - Tekstslide

    Slide 13 - Tekstslide

    Slide 14 - Tekstslide

    Present simple: negations
    (tegenwoordige tijd - ontkenningen)

    I, you, we, they: don't + hele werkwoord
    he, she, it: doesn't + hele werkwoord 
    Sam houdt niet van pizza.  >    Sam doesn't love pizza.
    Ze spelen geen rugby.   >    They don't play rugby.

    LET OP! Bij 'doesn't' schrijf je geen -s meer achter het werkwoord!                                      


    Slide 15 - Tekstslide

    Present simple: questions
    (tegenwoordige tijd - vragen)

    I, you, we, they: do + hele werkwoord
    he, she, it: does + hele werkwoord 
    Houdt Sarah van chocolade?   >    Does Sarah love chocolate?
    Vinden ze katten leuk?   >    Do they like cats?

    LET OP! Bij 'does' schrijf je geen -s meer achter het werkwoord!                                      


    Slide 16 - Tekstslide

    Study: Vocabulary 3.4 (page 180)
    Do: Werkblad present simple

    Wednesday the 8th of January

    Slide 17 - Tekstslide