Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 1 Hoofdstuk 4

Thema 1


Hoofdstuk 4: Taalverzorging
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 1


Hoofdstuk 4: Taalverzorging

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken

  • Iedereen doet actief mee in de les 
  • Je bent verantwoordelijk voor je eigen gedrag
  • Als iemand anders praat ben je stil (TIP: steek je vinger op!)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

Ik begrijp waarom taalverzorging belangrijk is.
Ik kan hoofdletters op de juiste manier gebruiken.
Ik kan de leestekens punt, vraagteken en uitroepteken op de juiste manier gebruiken.


Slide 3 - Tekstslide

Planning
  • Taalverzorgingsquiz!
  • Tips taalverzorging
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet jij al van Taalverzorging?

Er volgt een korte quiz! (10 vragen)
Hoe goed ken jij de hoofdletters en leestekens?

Slide 5 - Tekstslide


Wanneer schrijf je '?'
A
Bij een gewone zin
B
Bij een vraagzin
C
Wanneer de zin met nadruk gezegd wordt

Slide 6 - Quizvraag


Wanneer schrijf je '!'
A
Bij een gewone zin
B
Bij een vraagzin
C
Wanneer de zin met nadruk gezegd wordt

Slide 7 - Quizvraag


Wanneer schrijf je '.'
A
Bij een gewone zin
B
Bij een vraagzin
C
Wanneer de zin met nadruk gezegd wordt

Slide 8 - Quizvraag


Welke zin is goed?
A
Ik heb thuis veel privacy?
B
Ik heb thuis veel privacy.
C
ik heb thuis veel privacy!
D
Ik heb thuis veel privacy!

Slide 9 - Quizvraag


Welke zin is goed?
A
Doe de deur dicht?
B
Doe de deur dicht.
C
Doe de deur dicht!
D
doe de deur dicht!

Slide 10 - Quizvraag


Welk antwoord is goed geschreven?
A
Amsterdam
B
amsterdam

Slide 11 - Quizvraag


Welk antwoord is goed geschreven?
A
Kerstmis
B
kerstmis

Slide 12 - Quizvraag


Welk antwoord is goed geschreven?
A
Nikkie de Jager
B
Nikkie De Jager
C
nikkie de jager
D
Nikkie De jager

Slide 13 - Quizvraag

\Welk antwoord is niet goed geschreven?
A
Pasen
B
nederland
C
de lente
D
God

Slide 14 - Quizvraag

\Welk antwoord is niet goed geschreven?
A
Mohammed
B
de Rabobank
C
de tweede wereldoorlog
D
Suikerfeest

Slide 15 - Quizvraag

Leestekens
  • Een leesteken is een teken dat in tekst gebruikt wordt om de leesbaarheid te verbeteren.
  • De verzameling en het gebruik van leestekens heet interpunctie.
  • Leestekens aan het einde van een zin:
    Punt ( . )
    Vraagteken ( ? )
    Uitroepteken ( ! )

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer een hoofletter?
Namen schrijf je met een hoofdletter, maar wat is nu precies een naam? Als je twijfelt, dan kun je jezelf twee vragen stellen:

  • Is het de naam waarmee een persoon, instelling of bedrijf zichzelf aanduidt?
  • Is het de naam van een uniek persoon, of van een unieke instelling, periode of plaats? Met andere woorden: is er maar één van?
Als je op een van deze vragen “ja” kunt antwoorden, schrijf je het woord met een hoofdletter.

Slide 17 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk
Je gaat nu aan het slag met de opdrachten in het boek. 
De opdrachten staan op bladzijde 44 t/m 51.

Opdracht 1 en 2 moeten minimaal af!

Slide 18 - Tekstslide

Exit ticket
Heb jij de doelen van vandaag behaald?

Slide 19 - Tekstslide