woordenschat

beeldspraak (vergelijking, metafoor, metoniem en personificatie)
1 / 12
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

beeldspraak (vergelijking, metafoor, metoniem en personificatie)

Slide 1 - Woordweb

vergelijking: Het object wordt vergeleken met een beeld.
Hij is zo gek als een deur.

metafoor: Het object wordt weggelaten. Er wordt alleen een beeld genoemd.
Die slome slak houdt de boel weer op!

Slide 2 - Tekstslide

personificatie: Iets niet-menselijks 'doet' iets menselijks.
De takken dansen in de wind.


metoniem: Je (be)noemt iets op basis van bijvoorbeeld een kenmerk, deel of juist een groter geheel. Het gaat om een verband tussen beeld en object.
Ik moet even alle koppen tellen.

Slide 3 - Tekstslide

woordenschat H3
Pak het huiswerk in je flexboek en je schrift voor je.

Slide 4 - Tekstslide

vergelijking
metafoor
A
B
C
D
E
F

Slide 5 - Sleepvraag

Welke zinnen van de startopdracht bevatten synesthesie?
A
B
C
D
E
F

Slide 6 - Sleepvraag

b: Uit zijn mond vloeien zoete woorden, zodra hij Agnieska ziet.

d: Door de fraaie zomer heeft deze wijn een ronde smaak gekregen.

Bij synesthesie gebruik je zintuigelijke indrukken.

Slide 7 - Tekstslide

Welke zinnen van de startopdracht bevatten een asyndetische vergelijking?
A
B
C
D
E
F

Slide 8 - Sleepvraag

a: Christines heldere ogen, fijn kristal, schitterden in de lage avondzon.

f: Franka heeft haar vriendje Trevis, die trouwe hond, compleet in haar macht.

Bij asyndetische vergelijking gebruik je geen verbindingswoord.

Slide 9 - Tekstslide

Welke zinnen van de startopdracht bevatten een homerische vergelijking?
A
B
C
D
E
F

Slide 10 - Sleepvraag

c: Zoals een...volle zaal, zo was de kreet van de verwarde man tijdens de Dodenherdenking een ergelijke verstoring van de plechtigheid.

e: Helena sprong gracieus over het hekje en holde naar de ijscokar als een hinde...te lessen.

Bij homerische vergelijking maak je een vergelijking met een heel uitgebreid beeld.

Slide 11 - Tekstslide

woordenschat H3
Welke vragen heb je?

Slide 12 - Tekstslide