Red Star Line: migratieverhalen

Red Star Line

Wat weten de leerlingen nog over Red Star Line van vorige les?

Welke oceaan stak de Red Star Line over?

1. Grote Oceaan
2. Middellandse Zee
3. Atlantische Oceaan
4. Indische Oceaan

Hoe lang waren de mensen onderweg naar Amerika?

1. 1 dag
2. 10 dagen
3. 2 weken
4. 1 maand

Uit welk land komen de mensen die de Red Star Line nemen naar New York?

1. Oekraïne
2. Antwerpen
3. België
4. Heel Europa

Waarom migreren mensen?

Uit welk land komt de familie Moel?

1. België
2. V.S.
3. Oekraïne
4. Duitsland

Hoeveel kinderen heeft de familie Moel?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Waarom gaan ze naar Amerika?

1. de papa is daar al
2. de mama is daar al
3. in Amerika zijn er meer jobs
4. in Amerika zijn er betere scholen

Waarom mag Ita niet binnen in Amerika?

1. ze heeft corona
2. ze heeft luizen
3. ze heeft een oogziekte
4. ze heeft de griep

Hoelang woont Ita zonder haar familie in Antwerpen?

1. 1 jaar
2. 6 jaar
3. 6 maanden
4. 1 maand

Waar woont Ita in Antwerpen?

1. in hotel Jaffa
2. bij haar oma
3. in een weeshuis
4. in het ziekenhuis

hotel Jaffa: hotel voor joodse migranten, in afwachting van hun reis naar Amerika of Israël (toen nog het Britse mandaat in Palestina)

Wat is het eerste dat Ita doet in Amerika?

1. Ze koopt kleren.
2. Ze gaat naar de dokter.
3. Ze slaapt.
4. Ze gaat naar school.

Wat is het eerste dat jij deed in België?

Uit welk land komt Fati?

1. België
2. Kenia
3. Sierra Leone
4. Burkina Faso

Uit welk land komt Peter?

1. België
2. Kenia
3. Sierra Leone
4. Burkina Faso

Waarom verlaat Fati haar land?

1. er is oorlog
2. in België zijn er meer jobs
3. ze wil leerkracht worden in België
4. ze wil bij haar man Peter wonen

Waarom heb jij jouw land verlaten?

Waar leren Peter en Fati elkaar kennen?

1. op een school in België
2. op een school in Burkina Faso
3. in een kerk in België
4. in een kerk in Burkina Faso

Hoeveel keer trouwen Fati en Peter?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel kinderen hebben Fati en Peter?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Waar werkt Peter?

1. op de luchthaven
2. op een school
3. bij de gemeente
4. in het station

Waar werkt Fati?

1. op de luchthaven
2. op een school
3. bij de gemeente
4. in het station

Hoe houdt Fati contact met haar familie?

1. Facebook
2. Snapchat
3. telefoneren
4. brieven schrijven

Hoe hou jij contact met jouw familie in jouw thuisland?

De leerlingen schrijven nu zelf hun verhaal ahv een bundel