Week 5 les 1 - H4 grammatica congruentie en inversie

H4 grammatica zinsdelen
Doel: Je leert over congruentie en inversie.  (boek blz. 130)
Je kan congruentie en inversie herkennen.

Congruentie = overeenkomst tussen de persoonsvorm (persoon en getal) en het onderwerp in de zin.  (Ik loop)
Inversie = als het onderwerp achter de persoonsvorm staat: een andere zinsvolgorde dan het "normale" onderwerp vóór de persoonsvorm. (Loop ik?)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 grammatica zinsdelen
Doel: Je leert over congruentie en inversie.  (boek blz. 130)
Je kan congruentie en inversie herkennen.

Congruentie = overeenkomst tussen de persoonsvorm (persoon en getal) en het onderwerp in de zin.  (Ik loop)
Inversie = als het onderwerp achter de persoonsvorm staat: een andere zinsvolgorde dan het "normale" onderwerp vóór de persoonsvorm. (Loop ik?)

Slide 1 - Tekstslide

Aantekening: congruentie
Enkelvoudig onderwerp > enkelvoudige persoonsvorm, bijvoorbeeld De jongen zwaait. 
Meervoudig onderwerp > meervoudige persoonsvorm, bijvoorbeeld De jongens zwaaien.              

 Opletten bij:
1. Enkelvoudige kern + meervoudige nabepaling: De school (enkelvoud) vissen (meervoud) zwom in de vijver. 
Hierbij kijk je naar de kern van het onderwerp (school). 

2. Het onderwerp is een verzamelnaam voor meerdere personen: De jeugd zit nu veel thuis. 
Net als vakbond, team, groep, koor, maar niet bij bijvoorbeeld ouderen

Slide 2 - Tekstslide

Aantekening: congruentie
Opletten bij:
3. Constructie een van de + meervoudig woord + die krijgt in de bijvoeglijke bijzin een meervoudige persoonsvorm: Een van de Groningers die naar Australië emigreerden, was mijn vader. 

4. Bij titels van boeken, films etc. volgt altijd een enkelvoudige persoonsvorm: 'De avondenis een film gebaseerd op het gelijknamige boek van Gerard Reve. 

5. Na een rekeneenheid (meter, liter, dozijn, procent, kilo, euro) volgt een enkelvoudige persoonsvorm: Twee kilo kaas kost tegenwoordig meer dan tien euro. 

Slide 3 - Tekstslide

Persoonsvorm: Goed of fout?
''Een hoop leerlingen hebben een voldoende voor hun toets.''
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quizvraag

Fout, want:
''Een hoop leerlingen hebben''
Een hoop = enkelvoud
--> Een hoop (...) heeft

Slide 5 - Tekstslide

Vul de pv in:
'' 's Middags ... (eten) een aantal leerlingen thuis''

Slide 6 - Open vraag

Vul in:
''De media ... gisteren over het ongeluk op de A2.''
A
berichtte
B
berichtten

Slide 7 - Quizvraag

Goed of fout?
''De zwerm bijen lijkt boos te zijn.''
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Vul in:
''Volgens de agent ... de dieven veel geld gestolen.''
A
heeft
B
hebben

Slide 9 - Quizvraag

Vul in:
''De snoepjes van Chantal zijn nu al opgegeten. Ze ... groot fan van drop.''
A
is
B
zijn

Slide 10 - Quizvraag

Goed of fout?
''De directrice heeft twee werknemers ontslagen. Zij presteerde niet goed.''
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quizvraag

Goed of fout?
''Toen ik over de reling keek, zwommen een school vissen voorbij.''
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quizvraag

Aantekening: inversie
Meeste zinnen hebben de woordvolgorde: onderwerp - persoonsvorm
Zinnen met inversie: persoonsvorm - onderwerp

Soms is inversie niet zichtbaar, omdat je het onderwerp dan niet kunt vaststellen. De zin heeft dan twee betekenissen: 
-Man bijt hond. 
-Je beste vriend mag je zo nu en dan  wel op een foutje wijzen. 

Slide 13 - Tekstslide

normale woordvolgorde (hoofdzin)

Wij gaan vandaag naar de markt.

onderwerp - persoonsvorm - rest van de zin. (opa)

Opdracht: pas inversie toe en maak er een goede zin van. 

Slide 14 - Tekstslide

Wij gaan vandaag naar de markt.
Zin met inversie?

Slide 15 - Open vraag

Inversie mag bij: 
1. Vraagzinnen:
Gaan wij morgen naar de markt?
pv - onderwerp

2. Wanneer een zin niet met het onderwerp begint, maar met een ander zinsdeel (vaak is dat een plaats- of tijdbepaling).
Morgen gaan wij naar de markt.
ander zinsdeel - pv - onderwerp

Slide 16 - Tekstslide

let op bij samengestelde zinnen

Gisteren hebben wij u een vraag gesteld,
*maar hebben wij nog steeds geen antwoord gekregen.


Slide 17 - Tekstslide

Twee opties
Gisteren hebben wij u een vraag gesteld,
maar wij hebben  nog steeds geen antwoord gekregen.

Gisteren hebben wij u een vraag gesteld,
maar nog steeds hebben wij geen antwoord gekregen.


Slide 18 - Tekstslide

Ik begrijp nu de begrippen 'congruentie' en 'inversie'.
Ja
Nee
Ik moet eerst de opdrachten maken om dat te weten.
Gedeeltelijk

Slide 19 - Poll

Aan de slag
Hoofdstuk 4 grammatica zinsdelen (over congruentie en inversie): opdracht 1 t/m 8 op de computer  = huiswerk.

(Laatste kans om alle opdrachten af te maken), mocht dit te weinig gedaan worden, dan gaan we weer uit het boek werken. 

Bestudeer de theorie blz. 130 en bekijk de video-uitleg

Slide 20 - Tekstslide