4.1 Welvaart

H4 ongelijkheid
Welkom!
 
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H4 ongelijkheid
Welkom!
 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
opfrisser
doelen 4.1
informatie
zelf aan de slag met huiswerk
check of de doelen zijn behaald

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerst even wat kennis opfrissen...

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een wereld van verschillen

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kijk eens goed naar de foto, wat valt je op?
  • Je weet hoe je welvaart en armoede herkent als je door een land reist.
  • Je begrijpt dat de armoedegrens in een rijk land hoger ligt dan in een arm land.
  • Je kunt met cijfers en kaarten aantonen wat een rijk land is en wat een arm land is.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bekijk het filmpje
schrijf de moeilijke / nieuwe begrippen op in je schrift

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

welke begrippen heb je gehoord?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je weet  wat het bbp/inwoner is.
- Je kunt het verband tussen het bbp/inwoner en de verdeling van de beroepsbevolking uitleggen.
- Je begrijpt dat de armoedegrens verschilt  naar welvaartgraad.
- Je kunt landen op basis van het bbp/inwoner indelen in vier categorieën. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

steeds rijker
Levensomstandigheden verbeteren wereldwijd door:
  • verbeterde omstandigheden
  • scholing
  • beter drinkwater
  • vaccinaties

Nog wel arme en rijke mensen, maar de grootste groep mensen zit hier tussenin.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meten van welvaart
Twee manieren om welvaart te meten zijn:
1.  Het bruto binnenlands product per inwoner (bbp/inwoner) van de bevolking.
2. De verdeling van de beroepsbevolking.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Verdeling beroepsbevolking: 

Alle mensen die werken tegen betaling + de werklozen

1. Primaire sector
Landbouw, mijnbouw, visserij
2. Secundaire sector
Industrie, bouw
3. Tertiaire sector
Diensten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoe-hoe zin
Hoe hoger de welvaart, hoe meer mensen in de dienstensector werken.

Hoe lager de welvaart, hoe meer mensen in de landbouw werken.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                    beroepssectoren
Alle mensen die tegen betaling werken (plus de werklozen) horen bij de beroepsbevolking. De beroepsbevolking is verdeeld in drie sectoren:
  • De primaire sector (landbouw, mijnbouw, visserij)
  • De secundaire sector (industrie, ambacht, bouw)
  • De tertiaire sector (diensten, zoals handel, verkeer en overheidsdiensten)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wereld ingedeeld op ontwikkelingsgraad
Je kunt landen op basis van welvaart en welzijn indelen in vier groepen:

  1. lage-inkomenslanden. 
  2. Lage-middeninkomenslanden
  3. Hoge-middenkomenslanden
  4. Hoge-inkomenslanden 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart en de verdeling van de beroepsbevolking
Wat valt je op aan de kaart?   
zie boek 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroepsbevolking

  • mensen die kunnen & willen werken = beroepsbevolking
  • 1. iedereen die nu al werkt; 
  • 2. werklozen horen ook bij beroepsbevolking

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

beroepsbevolking
leeftijdsdiagram

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroepsbevolking

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroepsbevolking
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Landbouw
Industrie
Diensten
Meer in arme landen
Meer in de volgers
Meer in de rijke landen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In rijke landen werken veel mensen in de dienstensector of in de industrie. In de landbouw worden veel machines gebruikt.
In arme landen werken veel mensen in de landbouw, maar er is weinig geld en kennis om machines te gebruiken.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scharreleconomie
In rijke landen hebben de meeste mensen werk. Werkloos? > uitkering! 

In Afrika ten zuiden van de Sahara hebben weinig mensen een baan. Uitkeringen krijgen de mensen niet > ze zijn straathandelaar, gids voor toeristen. Deze mensen verdienen geld in de scharreleconomie.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In 2-tallen aan de slag:
1) maak de verkorte route van 4.1

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak opdracht 2 tot en met 6 in je werkboek

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen gehaald?
- Je weet  wat het bbp/inwoner is.
- Je kunt het verband tussen het bbp/inwoner en de verdeling van de beroepsbevolking uitleggen.
- Je begrijpt dat de armoedegrens verschilt  naar welvaartgraad.
- Je kunt landen op basis van het bbp/inwoner indelen in vier categorieën. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het BBP is:
A
Het Bruto Buitenlands Product
B
Alles wat in een jaar in een land verdiend wordt
C
Het gemiddelde inkomen
D
Het Bruto Binnenlands Product

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het BBP gaat over..
A
Welvaart
B
Welzijn

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je het bbp?
A
het aantal inwoners gedeeld door hetgeen wat een land verdiend
B
Wat een land verdient, gedeeld door het aantal inwoners
C
Dit laat zien wat iedereen verdiend die tussen de 18 en 65 jaar
D
je hebt deze afkorting net zelf bedacht

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
Tekst
De verdeling van de beroepsbevolking
geeft informatie over de welvaart in een land. De
cirkeldiagrammen tonen de verdeling van de 
beroepsbevolking in 3 verschillende landen.
Sleep de cirkeldiagrammen naar het 
bijbehorende land.
Nederland
Zuid-Afrika
Mali

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In 1980 leefde ongeveer 40% van de wereld in extreme armoede (minder dan 2 dollar per dag).

Hoe hoog is dit percentage nu?
A
10%
B
30%
C
50%
D
70%

Slide 31 - Quizvraag

87% van de mensen heeft deze vraag fout
Wereldwijd is de grens van extreme armoede 2 dollar.

Wanneer leef je onder de landelijke armoedegrens in de rijkst 40 landen van de wereld?
A
Als je minder dan 5 dollar per dag hebt
B
Als je minder dan 10 dollar per dag hebt
C
Als je minder dan 20 dollar per dag hebt
D
Als je minder dan 30 dollar per dag hebt

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wereldwijd is de grens van extreme armoede 2 dollar.

Wanneer leef je in Scandinavische landen (Noorwegen/Zweden/Finland) al onder de armoedegrens?
A
Als je minder dan 5 dollar per dag hebt
B
Als je minder dan 10 dollar per dag hebt
C
Als je minder dan 20 dollar per dag hebt
D
Als je minder dan 30 dollar per dag hebt

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je boer bent dan werk je in de....
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je docent bent dan werk je in de...
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je vakkenvuller bent dan werk je in de...
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je kleermaker bent dan werk je in de...
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je in een fabriek werkt dan werk je in de...
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je visser bent dan werk je in de...
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je aardolie opboort uit grond dan werk je in de...
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je schoonmaker bent dan werk je in de...
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je advocaat bent dan werk je in de...
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van de onderstaande antwoorden hoort niet bij welzijn?
A
BBP per hoofd
B
Levensverwachting
C
Alfabetisme
D
Gezondheidszorg

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de meeste mensen van een land in de landbouw werken, is dit dan een arm of rijk land?
A
arm
B
rijk

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen in de beroepsbevolking kunnen in verschillende officiële sectoren werken.
Welke hoort er niet bij?
A
Industrie
B
Diensten
C
Landbouw
D
Scharreleconomie

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart
Welzijn
BBP/hoofd
Beroepsbevolking
Levensverwachting
Alfabetiseringsgraad
Koopkracht

Slide 46 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling van de beroepsbevolking in India; zet de jaartallen in het juiste diagram.
1950
1980
2015

Slide 47 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling verband centrum-periferiemodel en beroepsbevolking
Periferie
Semi-periferie
Centrum

Slide 48 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling beroepsbevolking nu
Beroepsbevolking =
de mensen die betaald werk (willen) doen,
Industrie

Diensten
Landbouw

Slide 49 - Sleepvraag

Bedenk is hoe de cirkel er vroeger uit zag, dus wat was toen de verdeling?
En de winnaar is....

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies