20240122 BU VEPL423AH niveau 4 leerjaar 1 Thema's les 4

VEPL423AH
BURGERSCHAP
David Lindenaar

Docent burgerschap en maatschappijleer bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie
david.lindenaar@vonknh.nl

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

VEPL423AH
BURGERSCHAP
David Lindenaar

Docent burgerschap en maatschappijleer bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie
david.lindenaar@vonknh.nl

Slide 1 - Tekstslide

AFSPRAKEN 

Waarom heeft nog lang niet iedereen de portfolio-opdracht ingeleverd?

Slide 2 - Tekstslide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Voor het huiswerk krijg je een cijfer. Dit cijfer telt mee voor het eindcijfer van het vak Burgerschap.

6. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

7. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

8. De eindopdracht mag je alleen maken als je huiswerk inlevert.  Geen huiswerk = geen eindopdracht.




Slide 3 - Tekstslide

Les 4: Integratie

Slide 4 - Tekstslide

Les 4: Integratie
Het slachtoffer: 
  • Op 20 augustus 1983 vindt de eerste racistische moord plaats.
  • Kerwin Duinmeijer wordt doodgestoken in Amsterdam.

De dader:
  • Nico Bodemeijer.
  • De dader zou (volgens een ooggetuige) vuile nigger hebben geroepen.


Slide 5 - Tekstslide

Les 4: Integratie
Het slachtoffer: 
  • Kerwin is 15 jaar oud.

De dader:
  • Nico is 16 jaar oud.


Slide 6 - Tekstslide

Les 4: Integratie

Slide 7 - Tekstslide

Les 4: Integratie

Slide 8 - Tekstslide

Les 4: Integratie

Slide 9 - Tekstslide

Les 4: Integratie
Vind er nog wel integratie plaats in Nederland of moeten 'zij' tegenwoordig assimileren (=volledig opgaan) in de Nederlandse samenleving?

Slide 10 - Tekstslide

timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

BURGERSCHAP: Thema's mbo 3-4

  
Digitaal burgerschap
Sociaal-maatschappelijke dimensie
Politiek-juridische dimensie
Economische dimensie
Vitaal burgerschap

https://www.bol.com/nl/nl/p/thema-s-burgerschap-mbo-3-4-2023-2024/9300000150557218/ 



Slide 12 - Tekstslide

Planning VEPL423AH
Maandag 08 januari: eindopdracht deel 2

Maandag 15 januari: 
3: Culturele verschillen

Maandag 22 januari:
4: Integratie

Maandag 29 januari: TOETSWEEK 2

Maandag 05 februari:
5: Hokjesdenken




Maandag 12 februari:
6: Relaties

Maandag 19 februari: voorjaarsvakantie

Maandag 26 februari:
7: Seksuele diversiteit

Maandag 04 maart:
Eindopdracht 




Slide 13 - Tekstslide

Terugblik op: 

Les 3: Culturele verschillen

Slide 14 - Tekstslide

Wat is cultuur?
Nederland heeft zijn eigen cultuur ontwikkeld. 

Cultuur: alle waarden, normen en andere aangeleerde
kenmerken van een groep.
Dominante cultuur: de cultuur van de meerderheid van de mensen in een samenleving.
Subcultuur een groep mensen met waarden, normen en cultuurkenmerken die gedeeltelijk afwijken van de dominante cultuur.





Slide 15 - Tekstslide

Wonen in een stad of dorp en
cultuurverschillen

Cultuur: De waarden, normen en gewoontes die mensen binnen een groep of samenleving met elkaar delen.

Cultuurverschillen ontstaan door:
  • De plaats waar je opgroeit
  • Je geloof
  • Je leeftijd
  • Je afkomst


Maar ook je maatschappelijke positie heeft invloed op je. Zoals waar je woont, 
van welke clubs je lid bent en wat voor kleren je draagt.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de Nederlandse cultuur?

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de Nederlandse cultuur?

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de Nederlandse cultuur?

Seksuele vrijheid
  
Vrijheid van leven; euthanasie

Vrijheid van geloof

Vrijheid van zwangerschap; abortus

Vrijheid in drugsgebruik (genotsmiddelen); gedoogbeleid

Slide 19 - Tekstslide

Bedrijfsculturen

Bedrijfscultuur: Geheel van waarden, normen en 
gewoontes die binnen een organisatie gelden.

Norm: Gedragsregel die algemeen geaccepteerd is in een groep of in de samenleving.

Waarde: Uitgangspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven.



Slide 20 - Tekstslide

Omgaan met verschillen op de werkvloer
op de werkvloer


Accepteren: Manier om met cultuurverschillen om te gaan waarbij je de opvattingen of het gedrag van de ander probeert te begrijpen en te aanvaarden.

Tolerantie: Accepteren dat iemand zich anders gedraagt of andere opvattingen heeft.

Confronteren: Uitgangspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven.

Normeren: Uitgangspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven.





Slide 21 - Tekstslide

Omgaan met verschillen 
op de werkvloer


Confronteren: Manier om met cultuurverschillen om te gaan waarbij je aangeeft moeite te hebben met de opvattingen of het gedrag van de ander.

Normeren: Manier om met cultuurverschillen om te gaan waarbij iemand met meer macht bepaalt of bepaalde opvattingen of gedragingen wel of niet toelaatbaar zijn.


Slide 22 - Tekstslide

Kleefkracht van de samenleving

Pluriforme samenleving: Land waarin mensen wonen met uiteenlopende culturen en levensstijlen.

Sociale cohesie: Het gevoel van mensen dat ze met elkaar zijn verbonden en bij elkaar horen.

Solidariteit: Bereidheid van burgers om voor elkaar op te komen.



Slide 23 - Tekstslide

Maandag 22-01

Slide 24 - Tekstslide

Lesdoel 22-01
Les 4: Integratie
Je leert wat over:

  • Migratie
  • Immigratie
  • Spanningen rond migratie en integratie












DEZE WEEK MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Les 4: Integratie: Casus + opdracht 01 - 12

Slide 25 - Tekstslide

Les 2 De pluriforme samenleving Rosa Parks

Slide 26 - Tekstslide

Les 2 De pluriforme samenleving

Tot en met 1964 was per wet in de Verenigde Staten van Amerika vastgelegd dat er rassenscheiding was. Dit betekende dat blanke mensen voorin de bus moesten zitten en zwarte mensen achterin de bus. 

Op 01 december 1955 ging Rosa Parks voorin de bus zitten. Hiervoor heeft zij een boete gekregen. 

Mede door een boycot van zwarte mensen die de bus niet meer wilden nemen maar naar het werk liepen is de rassenscheiding in de VS afgeschaft in 1964

Slide 27 - Tekstslide

Migraties naar Nederland

Migratieachtergrond: Als een persoon zelf of als ten minste één van zijn of haar ouders in het buitenland is geboren.

Vluchtelingen: Iemand die vlucht voor oorlogsgeweld of omdat hij vervolgd
wordt vanwege zijn geloof, politieke overtuiging of seksuele geaardheid.

Asiel: Bescherming in een ander land, voor iemand die gevlucht is.


Slide 28 - Tekstslide

Zelfwerktijd 22-01
Les 4: Integratie

Pagina 48 - 50:
Maak de casus en vragen 1 - 3.

Klaar: werk dan verder.
timer
10:00
casus
1
2
3
4
5
6



7
8
9
10
11
12


Slide 29 - Tekstslide

Wat is integratie?

Pluriforme samenleving: Land waarin mensen wonen 
met uiteenlopende culturen en levensstijlen.

Integratie: Proces van wederzijdse aanpassing waarbij nieuwkomers
deel gaan uitmaken van de samenleving.

Proces van integratie: Het is een proces dat tijd nodig heeft en dat kan samengaan met botsingen en conflicten.


Slide 30 - Tekstslide

Les 4: Integratie

Slide 31 - Tekstslide

Zelfwerktijd 22-01
Les 4: Integratie

Pagina 50 - 56:
Maak de casus en vragen 4 - 8.

Klaar: werk dan verder.
timer
10:00
casus
1
2
3
4
5
6



7
8
9
10
11
12


Slide 32 - Tekstslide

Spanningen rond migratie 
en integratie


Gevaar van radicalisering: Proces waarbij gedachten en/of gedrag van een persoon of groep extremer worden en ingaan tegen de normen en
waarden in een democratische rechtsstaat.

Discriminatie: Ongelijk behandelen van mensen op basis van een kenmerk
dat er in die situatie niet toe doet.


Slide 33 - Tekstslide

Zelfwerktijd 22-01
Les 4: Integratie

Pagina 57 - 58:
Maak de casus en vragen 9 - 12.

Klaar: werk dan verder.
timer
10:00
casus
1
2
3
4
5
6



7
8
9
10
11
12


Slide 34 - Tekstslide

Terugblik 22-01
Les 4: Integratie
Je leert wat over:

  • Migratie
  • Immigratie
  • Spanningen rond migratie en integratie












DEZE WEEK MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Les 4: Integratie: Casus + opdracht 01 - 12

Slide 35 - Tekstslide