M&A - Hoofdstuk 3 Ken je doelgroep

M&A - Hoofdstuk 3 Ken je doelgroep
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

M&A - Hoofdstuk 3 Ken je doelgroep

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Heterogene en homogene groepen
Heterogene groepen: verschillende 
eigenschappen zoals leeftijd, interesses, 
leefstijl en geslacht. 



Homogene groepen: dezelfde eigenschappen 
zoals leeftijd, interesses, leefstijl en geslacht. 

Slide 3 - Tekstslide

Waarom is het handig om voor een homogene groep te kiezen bij het organiseren van een activiteit?
A
Omdat het de diversiteit van de groep vergroot.
B
Omdat het gemakkelijker is om de activiteit op het niveau van de groep aan te passen.
C
Omdat het zorgt voor meer uitdaging en variatie.
D
Omdat het de interactie tussen de deelnemers bevordert.

Slide 4 - Quizvraag

Waarom kan het handig zijn om voor een heterogene groep te kiezen bij het organiseren van een activiteit?
A
Omdat het helpt als mensen met verschillende niveaus met elkaar praten.
B
Omdat het makkelijker is om de activiteit aan te passen aan wat mensen nodig hebben.
C
Omdat het ervoor zorgt dat iedereen een eerlijke kans krijgt om mee te doen.
D
Omdat het ervoor zorgt dat mensen minder tegen elkaar strijden.

Slide 5 - Quizvraag

Sleep de juiste eigenschap naar het bijpassende type groep!
Mensen in de groep zijn allemaal ongeveer even goed in hetzelfde.
Mensen in de groep zijn niet allemaal hetzelfde. Sommigen zijn beter in sommige dingen dan anderen.
De activiteit is makkelijker aan te passen omdat iedereen ongeveer hetzelfde kan.
Mensen met verschillende niveaus werken samen.
Het is eerlijk omdat iedereen hetzelfde doet.
Het is interessant omdat er veel verschillende mensen zijn.

Slide 6 - Sleepvraag

Informatie verzamelen
CBS (Het Centraal Bureau voor Statistiek): hier kan je van alles vinden over je doelgroep in een bepaalde wijk;
- Aantallen
- Mannen en vrouwen
- Culturele achtergrond
- Inkomens
- Werkend of werkeloos.

Demografische gegevens geven je 
informatie over de bevolking in 
een gemeente per wijk.

Slide 7 - Tekstslide

Wat doet het CBS en waarom is het belangrijk?

Slide 8 - Open vraag

Wat voor onderzoek zou het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) waarschijnlijk uitvoeren over een bepaalde wijk?
A
Medisch onderzoek
B
Onderzoek naar de doelgroep van de wijk
C
Onderzoek naar het klimaat
D
Onderzoek naar dierenpopulaties

Slide 9 - Quizvraag

Hiernaast zie je
demografische
gegevens
van de gemeente
Emmen. Wat is het
percentage van de
bevolking dat 65 jaar
of ouder is?
A
15%
B
8%
C
22%
D
1%

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Ontwikkelingsfasen en gezondheid
Als je een activiteit gaat organiseren moet je rekening houden met de ontwikkelingsfase en de gezondheid.

Zijn er bijvoorbeeld veel kinderen met overgewicht, dan 
is het misschien goed om een sportactiviteit te organiseren.

Organiseer je een kookactiviteit, dan moet je ook weten
of de deelnemers allergieën hebben of bijvoorbeeld diabetes. 

Slide 12 - Tekstslide

Waar moet je op letten bij het organiseren van een activiteit voor mensen met verschillende geloofsovertuigingen?
A
Voeding, kleding en ruimte
B
Respect, tradities en aanwezigheid
C
Tijd, locatie en duur
D
Diversiteit, taal en geluid

Slide 13 - Quizvraag

Wat is belangrijk bij het organiseren van activiteiten voor diverse culturen?
A
Traditionele gerechten en muziek
B
Respect voor verschillende tradities
C
Bekende activiteiten voor alle culturen
D
Vermijden van gevoelige onderwerpen

Slide 14 - Quizvraag

Sociale omgeving
Als je de sociale omgeving van je doelgroep kent dan weet je met wie ze allemaal te maken hebben:
- Vrienden
- Familie
- Buren
- Mensen op de sportclub
- Collega’s op het werk.

Slide 15 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om te weten met wie een persoon omgaat bij het organiseren van een activiteit?
A
Voor de veiligheid
B
Voor de sfeer
C
Voor het aantal deelnemers
D
Voor het plezier

Slide 16 - Quizvraag

Cultuur
Waarden: de dingen die jij belangrijk vindt, zoals eerlijkheid, respect, vrijheid en vriendschap.

 

Normen: hoe jij je gedraagt volgens je eigen waarden (regels).
- Niet liegen
- U zeggen tegen de ouderen
- Niet stelen
- Gaan staan voor ouderen in de metro

Slide 17 - Tekstslide

Waarom rekening houden met cultuur bij het organiseren van een activiteit belangrijk is?
A
Om rekening te houden met normen en waarden.
B
Om alle verschillende mensen welkom te laten voelen
C
Om te voorkomen dat er problemen ontstaan door verschillende culturen
D
Om ervoor te zorgen dat iedereen een leuke tijd heeft

Slide 18 - Quizvraag

Multiculturele samenleving
Multiculturele samenleving: Dit betekent dat mensen van verschillende culturen(uit verschillende landen) vreedzaam naast elkaar leven.

Migratie: verhuizen van mensen naar een ander land
Emigratie: mensen die vanuit een land naar het buitenland verhuizen.


Welke mensen zijn naar Nederland gekomen:
Vluchtelingen
Gastarbeiders
Mensen uit de koloniën



Slide 19 - Tekstslide

Cultuurkenmerken
Cultuurkenmerken: 
Geloof, rolverdeling man/vrouw, muziek, tradities, politiek, geloof, waarden en normen, uiterlijke kenmerken, wij of ik cultuur, kleding.

Subcultuur: groep binnen de samenleving die een 
deel van de cultuur niet willen overnemen.


Slide 20 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een subcultuur?
A
Skateboarders
B
Leraren
C
Bankiers
D
Politieagenten

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent een multiculturele samenleving?
A
Een samenleving waarin slechts één cultuur wordt geaccepteerd.
B
Een samenleving waarin mensen met verschillende culturele achtergronden samenleven.
C
Een samenleving waarin alleen de dominante cultuur wordt erkend.
D
Een samenleving waarin verschillende talen worden gesproken.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is géén voorbeeld van een cultuurkenmerk?
A
Muziek
B
Tradities
C
Rolverdeling man/vrouw
D
Opleiding

Slide 23 - Quizvraag

Geloof
Jodendom: Thora, Synagoge

Christendom: Bijbel, Kerk

Islam: Koran, Moskee

Hindoëisme: Veda, Tempel




Slide 24 - Tekstslide