Wat: je krijgt een nummer (1, 2, 3, 4 of 5) die gekoppeld is aan een fossiele brandstof.
1 = aardolie, 2= aardgas, 3= steenkool, 4= bruinkool, 5= kernenergie. Je zoekt bij jouw nummer een voor- en een nadeel op via het internet.
Hoe: zoek informatie op via internet
H: kom je er niet uit? Vraag de docent
T: ongeveer 10 minuten
U: voor- en nadelen van elk energiebron
K: klaar? Beredeneer of jij jouw aangewezen energiebron positief of negatief vindt.
Tijdens deze opdracht loop ik rond of leerlingen goed bezig zijn (pedagoog).
Hulp: kom je er niet uit? Vraag de docent
Tijd: ongeveer 10 minuten
Uitkomst: voor- en nadelen van elk energiebron
Klaar: klaar? Vind jij jouw aangewezen energiebron positief of negatief?