hst 2 paragraaf 4 "wolken en onweer"

hst 2.4 "wolken en onweer"
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

hst 2.4 "wolken en onweer"

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
  • 2.4.1 Je kunt met behulp van een grafiek bepalen hoe hoog het dauwpunt is.
  • 2.4.2 Je kunt uitleggen van welke factor de hoogte van het dauwpunt afhangt.
  • 2.4.3 Je kunt stap voor stap beschrijven op welke manier stapelwolken ontstaan.
  • 2.4.4 Je kunt het verschil beschrijven tussen mooi weer wolken en buienwolken.
  • 2.4.5 Je kunt beschrijven op welke manier de bliksem en de donder ontstaan.

Slide 2 - Tekstslide

vandaag
Herhaling vorige paragrafen
Het dauwpunt
Het ontstaan van stapelwolken
Mooiweerwolken en buienwolken
Onweer

Slide 3 - Tekstslide

Bestaat er een lagere temperatuur dan 0K
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Bereken de temperatuur in Kelvin als de temperatuur 1880 Celsius is
A
2153
B
1607
C
1880
D
kan niet

Slide 5 - Quizvraag

Bereken de temperatuur in graden Celsius als de temperatuur 200 K is
A
-73
B
473
C
73
D
kan niet

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het koudste ?
A
10 graden celsius
B
80 graden Fahrenheit
C
273 Kelvin

Slide 7 - Quizvraag

Meneer Celsius maakte de voor ons bekende thermometer met hulp van
Tekst
A
Meneer Fahrenheit
B
ijs
C
zijn lichaamstemperatuur en het koudste wat hij had in zijn laboratorium
D
smeltend ijs in water dat hij 0 graden noemde

Slide 8 - Quizvraag

paragraaf 4
Wolken en onweer

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
Als het buiten koud is ,zie je steeds een wolkje uit je mond komen.
Waaruit bestaat zo'n wolkje? 

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord
In je adem zit een hoop waterdamp. Waterdamp is zelf onzichtbaar. Binnenshuis of met warm weer zie je de waterdamp uit je adem dus niet, omdat je adem zelf ook warm is. Met koud weer is je adem warmer dan de buitenlucht. Als je uitademt, koelt de waterdamp af. Het wordt dan weer zichtbaar als water. De adem die je ziet zijn dus eigenlijk heel kleine waterdruppels.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Dauwpunt
De temperatuur waarbij waterdamp 
in de lucht gaat condenseren heet 
het dauwpunt. Het dauwpunt hangt 
af van de hoeveelheid vochtigheid 
in de lucht: hoe meer vocht in de lucht,
hoe hoger het dauwpunt ligt. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Hoe onstaat een wolk?
De zon verwarmt het zeewater, het vloeibare water verandert in waterdamp. Als de lucht met waterdamp afkoelt, treedt er condensatie op en ontstaat er een wolk
Hoe onstaat neerslag in een wolk?
Neerslag ontstaat als miljarden zwevende druppeltjes en ijsdeeltjes in wolken aan elkaar gaan kleven. Ze worden te zwaar en vallen naar beneden.

Slide 18 - Tekstslide

Stapelwolken ontstaan door warme
lucht die uitzet. Bij het dauwpunt 
gaan de lucht condenseren 
(vlakke onderkant)
maar de bellen warme lucht stijgen nog verder, zo stapelen de wolken zich op.

Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

MooiWeerWolken

Slide 21 - Tekstslide

SlechtWeerWolken

Slide 22 - Tekstslide

0

Slide 23 - Video

0

Slide 24 - Video

aan de slag
Lezen en maken hst 2 paragraaf 4
Maken opgaven 1,2,3 in de les
Huiswerk Maken opgaven 4 t/m 8 op blz.109,110 in je boek!

Slide 25 - Tekstslide