In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Examenvoorbereiding
Natuurkunde
mavo 4
Slide 1 - Tekstslide
Wat meenemen bij examen?
Verplicht:
Pen (blauw of zwart)
Rekenmachine
BINAS
Potlood en geodriehoek
Markeerstiften
Woordenboek Nederlands
Iets kleins te eten en fles water (let op krakende verpakkingen)
NIET meenemen:
Tipp-ex
Telefoon/horloge
Slide 2 - Tekstslide
Een paar tips
Je hoeft de vragen niet op volgorde te maken.
Begin met de vragen die je weet, dat geeft zelfvertrouwen.
De lastigste vragen staan altijd in het midden van het examen.
Berekeningen altijd afronden op 1 decimaal. Vergeet de eenheid niet!
Antwoorden op meerkeuzevragen met een hoofdletter
Probeer bij vragen die je niet direct weet te bedenken bij welk onderwerp deze vraag hoort (bijv Krachten, Energie, Geluid of Elektriciteit).
Lees goed wat je antwoord moet zijn (bijv naam, formule, voorbeeld, uitleg, berekening).
Slide 3 - Tekstslide
Examentraining natuurkunde
Start April
Nodig:
Papier
pen
rekenmachine
Binas
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen
Leerdoelen op Spelo
Zie ook H2 over 3 vormen van warmtegeleiding:
- stroming
- geleiding
- straling
Slide 5 - Tekstslide
Deze 3 weken
werken toe naar SE5 – SE over alles examenstof!
Instructie & weektaken gebaseerd op examen 2021 tijdvak 3
+/- 9 vragen van weektaken komen in SE (+/- 16 van totaal 72punten)
tezamen goed voor 4% van totaal 18% SE5 cijfer
* Oefenen PO componenten schakeling
Slide 6 - Tekstslide
Grootheden en eenheden
Gebruik Binas:
Tabel 6
Tabel 1 voor de valversnelling
Massa (kg, g, mg etc.)
Gewicht (N, kN etc.)
Slide 7 - Tekstslide
Vormen van warmtetransport
- stroming
- geleiding
- straling
Zie de uitleg bij de leerdoelen
Slide 8 - Tekstslide
Componenten in schakelingen
Weerstanden
LDR: gevoelig voor licht
NTC: gevoelig voor temperatuur
reed contact
relais
transistor
Slide 9 - Tekstslide
Beveiliging van stroomkring
Hoofdzekering
Groepszekering
Overbelasting
Kortsluiting
Aardlekschakelaar
Randaarde
Slide 10 - Tekstslide
Vermogen apparaat
Vermogen P (in W of J/s) is de hoeveelheid energie die per seconde wordt omgezet in een apparaat.
P = U x I
Slide 11 - Tekstslide
Krachten
Slide 12 - Tekstslide
Formules krachten?
Welke kunnen we bedenken of opzoeken?
Slide 13 - Tekstslide
Moment bepalen
M = F x l
Moment (Nm)
Force (N)
Lengte (m)
Zoek altijd eerst het draaipunt!
Slide 14 - Tekstslide
Hefboomregel
Slide 15 - Tekstslide
Krachten ontbinden
Slide 16 - Tekstslide
Weektaak
Maken examen 2021 tv3
Vraag 1 t/m 10
Slide 17 - Tekstslide
Tips om te leren
Examenbundel
Oude examens (examenblad.nl)
Filmpjes van meneer Wietsma
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Vraag 1: De amplitude van het versterkte signaal is: even groot/groter/kleiner De frequentie van het versterkte signaal is: even groot/groter/kleiner
Slide 20 - Open vraag
Vraag 2: De luidspreker bestaat uit 3 onderdelen. De conus is een van deze onderdelen. Noteer de namen van de twee onderdelen die ervoor zorgen dat de conus trilt
Slide 21 - Open vraag
Vraag 3
De hoogste toon die de luidspreker weer kan geven , heeft een trillingstijd van 0,040 ms. Bereken de frequentie en leg uit of deze toon hoorbaar is voor de mens. Noteer het gehoorbereik van de mens bij je uitleg
Slide 22 - Tekstslide
Stap 1 noteer de gegevens
De hoogste toon die de luidspreker weer kan geven , heeft een trillingstijd van 0,040 ms. Bereken de frequentie en leg uit of deze toon hoorbaar is voor de mens. Noteer het gehoorbereik van de mens bij je uitleg
T = 0,040 ms
gehoorbereik = tussen de 20 en 20 000 Hz
Slide 23 - Tekstslide
Stap 2 zoek de formule op
De hoogste toon die de luidspreker weer kan geven , heeft een trillingstijd van 0,040 ms. Bereken de frequentie en leg uit of deze toon hoorbaar is voor de mens. Noteer het gehoorbereik van de mens bij je uitleg
F=T1
Slide 24 - Tekstslide
Stap 3 heb je alle gegevens
T= 0,040 ms..... mag dit in de formule ?
NEE: dit moet in s : 0,040 : 1000 = 0,00004 s
F=T1
Slide 25 - Tekstslide
Vraag 3: De hoogste toon die de luidspreker weer kan geven , heeft een trillingstijd van 0,040 ms. Bereken de frequentie en leg uit of deze toon hoorbaar is voor de mens. Noteer het gehoorbereik van de mens bij je uitleg
Slide 26 - Open vraag
Vraag 4 zin 1 Vergelijk het geluid van 94 dB met het geluid van 88 dB Het geluid van 94 dB is .. dB harder dan het geluid van 88 dB
Slide 27 - Open vraag
Vraag 4 zin 2 Vergelijk het geluid van 94 dB met het geluid van 88 dB Het geluid van 94 dB is .. keer zo hard dan het geluid van 88 dB
Slide 28 - Open vraag
Vraag 5 In welke zone valt het maximale geluidsniveau van de luidspreker?
A
hinderlijk
B
zeer hinderlijk
C
zeer luid
D
extreem luid
Slide 29 - Quizvraag
Nu kracht en constructie
Slide 30 - Tekstslide
Vraag 6 In een speeltuin staat een bijzondere wip. Het materiaal van de balk is homogeen, wat betekent homogeen?
Slide 31 - Open vraag
vraag 7
De bak is gevuld met stenen. de totale massa van de stenen is 32 kg, het volume van de stenen is
Bereken de dichtheid van deze stenen en noteer uit welke stof deze steensoort bestaat.
1,2.104cm3
Slide 32 - Tekstslide
stap 1 noteer de gegevens
De bak is gevuld met stenen. de totale massa van de stenen is 32 kg, het volume van de stenen is 1,2 .104 cm3
Bereken de dichtheid van deze stenen en noteer uit welke stof deze steensoort bestaat.
massa = 32 kg
volume =
1,2.104cm3
Slide 33 - Tekstslide
Stap 2 zoek de formule op
De bak is gevuld met stenen. de totale massa van de stenen is 32 kg, het volume van de stenen is 1,2.104 cm3
Bereken de dichtheid van deze stenen en noteer uit welke stof deze steensoort bestaat.
p=vm
Slide 34 - Tekstslide
stap 3 heb je alle gegevens
m = 32 kg
v = 1,2.104 cm 3
tabel 15 gegevens van enkele vaste stoffen
p=vm
Slide 35 - Tekstslide
Vraag 11 De bak is gevuld met stenen. de totale massa van de stenen is 32 kg, het volume van de stenen is Bereken de dichtheid van deze stenen en noteer uit welke stof deze steensoort bestaat.
1,2.104cm3
Slide 36 - Open vraag
vraag 8
Bereken het gewicht van de driehoek. Gebruik de momentenwet.
D
1,82 m
1,60 m
32 KG
Slide 37 - Tekstslide
vraag 8, wat moet je doen?
Bereken het gewicht van de driehoek. Gebruik de momentenwet.