Les 2 H 10 Begrippen klassieke genetica

• biologie
• MBO
• Studiejaar 1

Wat weet je al over genetica?

Begrippen klassieke genetica

• Genotype
  
  
• Fenotype
  
  
• Aangeboren

Begrippen klassieke genetica

• Gen 
  
  
• Allel 

Begrippen klassieke genetica

• Homozygoot
  
  
• Heterozygoot 

Begrippen klassieke genetica

• Dominant
  
  
• Recessief
  
  
• Intermediar 

Genotype
Fenotype
Aangeboren
Gen
Allel
Homozygoot
Heterozygoot
Dominant
Recessief
Intermediar

Erfelijke informatie

Uiterlijk van een organismen

Afwijkingen die niet erfelijk zijn

Code voor erfelijke eigenschap

Varianten van genen

Allelen met dezelfde informatie

Allelen met verschillende info

Overheersend allel

Niet overheersend allel

Allelen met gelijke invloed

Letters

In de genetica gebruiken we letters om allelen aan te geven:

• Dominant met een hoofdletter (A)
• Recessief met een kleine letter (a)
• Gebruik wel een letter die niet te veel op elkaar lijkt qua     hoofdletter en kleine letter
• Intermediar: Aw en Ar

Monohybride kruisingen

Stappenplan

1. Wat is het genotype van de ouders
2. Welke allelen kunnen de geslachtscellen van de ouders bevatten
3. Maak een kruisingsschema

Kruisingsschema

Kruisingsschema:

• Ouders worden aangegeven met een P​
  
• Nakomelingen met een F ​
• Het cijfer achter de F geeft de generatie aan
  

Vader heeft bruine ogen en is homozygoot dominant​
Moeder heeft blauwe ogen is homozygoot recessief​

Welke letters krijgt de vader?

1. AA
2. Aa
3. aa

Vader heeft bruine ogen en is homozygoot dominant​
Moeder heeft blauwe ogen is homozygoot recessief​

Welke letters krijgt de moeder?

1. AA
2. Aa
3. aa

Kruisingsschema

Kruisingsschema ingevuld

Kruisingsschema

Kruissingsschema's zijn voor mij een eitje om te maken

😒🙁😐🙂😃