Tekst en beeld

Vandaag 

  1. Weekplanning
  2. Warmdraaien met dilemma op dinsdag
  3. Tekst en beeld
  4. Sneakpeak volgende les
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag 

  1. Weekplanning
  2. Warmdraaien met dilemma op dinsdag
  3. Tekst en beeld
  4. Sneakpeak volgende les

Slide 1 - Tekstslide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Weekplanning
Lezen: lezen en beeld
Woordenschat: Goed gebekt, herhalingstaak 1 t/m 2 
Spelling: komma, dubbele punt en aanhalingstekens
Oefentoets: lezen en woordenschat
Dinsdag
Donderdag



Vrijdag

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
- Je leert over het gebruik van beeld bij tekst
- Je oefent met leesvaardigheid

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dilemma op dinsdag
Alles wat je moet afrekenen betaal je met 5 cent muntjes

of

Bij alles wat je moet afrekenen geef je altijd 50 cent fooi
*Anne Rixt en Ilse

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dilemma op dinsdag
Bij iedereen die je tegenkomt trek je een vies gezicht

of

bij iedereen die je tegenkomt doe je de zelfstandige naamwoordendans
*Alisha en Lysanne

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tekstdoelen 
ken je nog? 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoelen
  1. amuseren
  2. informeren
  3. overtuigen
  4. activeren


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg: filmpje over tekst en beeld

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vier doelen voor beeld
  1. tekst verfraaien met bijpassende illustratie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Vier doelen voor beeld
- tekst verfraaien met bijpassende illustratie
- aandacht trekken met opvallende illustratie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Vier doelen voor beeld
- tekst verfraaien met bijpassende illustratie
- aandacht trekken met opvallende illustratie
- informatie uit de tekst verduidelijken, b.v. met schema, voorbeeld of tabel

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Vier doelen voor beeld
- tekst verfraaien met bijpassende illustratie
- aandacht trekken met opvallende illustratie
- informatie uit de tekst verduidelijken, b.v. met schema of tabel
- informatie uit de tekst aanvullen, bijv. met geografisch kaartje

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Waar? 
Bladzijde 162

Waarover?
tekst en beeld

Welke opdrachten?
1 en 2

Is dit huiswerk voor de volgende keer?
Ja

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Waar? 
Bladzijde 134-137

Waarover?
Het doel van een tekst

Welke opdrachten?
3 en 5

Is dit huiswerk voor de volgende keer?
Ja
Maar meneer, ik heb dat al af

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • 1 Als iets lekker is, is het meestal ook ongezond.
  • 2 D omdat het toch mogelijk lijkt dat iets lekkers ook gezond is.
  • 3 toelichtend verband
  • 4 Zo
  • 5 D Wetenschappers zeggen dingen die positief voor mij zijn.
  • 6 In alinea 2 heeft hij al gezegd dat volgens wetenschappers chocola gezond is. De schrijver van dit stukje vindt chocola lekker (blijkt uit de rest van de tekst). Er is dus al een eerste keer geweest waarbij de wetenschap de schrijver goed gezind was.
  • 7 Naar alinea 3; daarin wordt eerst beschreven dat je van iets lekkers niet dik wordt, maar later worden daar toch wel een paar voorwaarden aan verbonden. Ook goed: Naar de volgende zin (in al. 4): Op het eerste gezicht lijkt iets geweldig nieuws, maar als je dan goed doorleest, valt het toch weer tegen.
  • 8 Een pil is niet lekker. / Hij vindt een pil niet lekker.
  • 9 Het belangrijkste doel is informeren. – toelichting: De schrijver wil dat de lezer zijn gedachten te weten komt over lekker eten en gezondheid.
  • 10 de aandacht van de lezer trekken – toelichting: Op de afbeelding staat een ongewone situatie: een verpleegster met een pizza in plaats van met medicijnen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende keer
Volgende keer
Spelling: komma, dubbele punt en aanhalingstekens
*

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies