Leesv. 3h - periode 1 - les 2

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze les weet ik beter hoe het ook alweer zat met de hoofdgedachte en heb ik verder gewerkt aan taak 1
  • Hoofdgedachte                                                               15 min
  • Zelfstandig aan je weektaak werken                     25 min.
  • Afsluiter

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog over de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 3 - Woordweb

Uitleg: hoofdgedachte
Ik snap precies hoe je de hoofdgedachte van een tekst formuleert




Werk aan taak 1
Ik weet niet exact hoe je de hoofdgedachte van een tekst formuleert




Luister naar de uitleg

Slide 4 - Tekstslide

Het onderwerp van een tekst
Waar gaat de tekst over in één of enkele woorden?



  • Kijk naar de titel, inleiding + het slot 
  • Welk woord komt het vaakst voor? Waar gaat de tekst over? 
  • Wees zo specifiek mogelijk 



TIPS

Slide 5 - Tekstslide

De hoofdgedachte formuleren
Je vindt de hoofdgedachte door eerst te bedenken wat het onderwerp van de tekst is. Vervolgens zoek je op wat de belangrijkste boodschap van de schrijver over dat onderwerp is.



  • Kijk naar de titel, inleiding + het slot om de hoofdgedachte te bepalen. Soms gebruik je ook de kernzinnen 
  • De hoofdgedachte moet je in één zin kunnen opschrijven (= mini-samenvatting) 
  • De hoofdgedachte is nooit een vraag 



TIPS

Slide 6 - Tekstslide

Stap 1: voorspellen
Lees de tekst oriënterend, zodat je een eerste indruk van de tekst krijgt. Formuleer het onderwerp van de tekst.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Het onderwerp van de tekst is:
(waar gaat de tekst over?)

Slide 9 - Open vraag

Stap 2: lezen
Lees nu de tekst globaal en formuleer voor jezelf de hoofdgedachte in je schrift.

Slide 10 - Tekstslide

Stap 3: bespreken
Bespreek de hoofdgedachte die je hebt geformuleerd met je elleboogpartner en probeer samen één goede zin te formuleren. Vul deze zin in bij de volgende slide.

Slide 11 - Tekstslide

De hoofdgedachte van de tekst is:

Slide 12 - Open vraag

Ik weet hoe ik het onderwerp van een tekst kan formuleren.
Ja
Nee
Ik moet nog wat vaker oefenen.

Slide 13 - Poll

Ik weet hoe ik de hoofdgedachte van een tekst kan formuleren.
Ja
Nee
Ik moet nog wat vaker oefenen.

Slide 14 - Poll

Dinsdag 1 oktober:
- Leesvaardigheid taak 1
- Werkwoordspelling taak 3
HOE:  eerste 10 minuten in stilte, daarna fluisterend overleggen

HULP:  ons theoriedocument (Classroom) 
              je elleboogpartner
              je docent 

KLAAR:  werkwoordspelling 


Slide 15 - Tekstslide

Wat weet je over de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 16 - Open vraag