Future (toekomende tijd)

Toekomende tijd
In het Engels kan je op meerdere manieren aangeven dat iets in de toekomst gebeurt. In dit overzicht bespreken we 2 van deze manieren:
Will + hele werkwoord
Am, are of is + going to + hele werkwoord
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Toekomende tijd
In het Engels kan je op meerdere manieren aangeven dat iets in de toekomst gebeurt. In dit overzicht bespreken we 2 van deze manieren:
Will + hele werkwoord
Am, are of is + going to + hele werkwoord

Slide 1 - Tekstslide

Will + hele werkwoord

Slide 2 - Tekstslide

Will + hele werkwoord
Het hele werkwoord kan van alles zijn.
We will help you tomorrow.
I will listen to the teacher.
He will go to school next week.
You won't make it in time.
Will they come over tonight?

Slide 3 - Tekstslide

Will + hele werkwoord
Je gebruikt will + hele werkwoord wanneer je iets spontaan besluit of wanneer het een voorspelling is (iets zal waarschijnlijk gebeuren maar het is niet helemaal zeker)

Slide 4 - Tekstslide

Shall + hele werkwoord
Shall + hele werkwoord gebruik je alleen bij vragen met I of we.
Het gaat dan meestal om een beleefd verzoek of een beleefde vraag.

Shall we go to the cinema tonight?
Shall I come over this afternoon?

Slide 5 - Tekstslide

Going to +hele werkwoord

Slide 6 - Tekstslide

Going to + hele werkwoord
Als je iets van plan bent te gaan doen of je hebt bewijs voor je voorspelling (bijna zeker dat het gaat gebeuren) dan gebuik je :
am, are of is + going to + hele werkwoord

I am going to leave at 10 o'clock today.
We are going to go to a party tonight.
He is going to be too late

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

He ..... (come)home early, right?
A
will be come
B
will come
C
will came
D
shall come

Slide 9 - Quizvraag

I think they ..... (win)the game tonight!
A
will win
B
won't will
C
will be win
D
won't win

Slide 10 - Quizvraag

..... we ..... (visit)grandma tomorrow?
A
will we visit
B
shall we will visit
C
shall we visit
D
won't we visit

Slide 11 - Quizvraag

..... you .... (help)me with my homework please?
A
will you help
B
shall you help
C
won't you help
D
shall helping you

Slide 12 - Quizvraag

He ________________ (eat out) tonight.

A
am going to eat out
B
are going to eat out
C
is going to eat out

Slide 13 - Quizvraag

We _________________ (stay) at home tonight.

A
am going to stay
B
are going to stay
C
is going to stay

Slide 14 - Quizvraag

Janet _______________ (help) me tomorrow.

A
am going to help
B
are going to help
C
is going to help

Slide 15 - Quizvraag

I ________________ (give) a party on Saturday.
A
am going to give
B
are going to give
C
is going to give

Slide 16 - Quizvraag

They ________________ (buy) a lot of presents for my birthday.

A
am going to buy
B
are going to buy
C
is going to buy

Slide 17 - Quizvraag

I ...... my niece this week.
A
will visit
B
'm going to visit

Slide 18 - Quizvraag

You ..... probably ..... first prize.
A
will ... win
B
are ... going to win

Slide 19 - Quizvraag

I have no idea, but I have a feeling that my team ..... tomorrow's match.
A
will win
B
is going to win

Slide 20 - Quizvraag

Look! He ...... off his bike!
A
will fall
B
is going to fall

Slide 21 - Quizvraag