Endocriene klieren: scheiden hormonen uit in het bloed (signaalstoffen)
Slide 2 - Tekstslide
Regeling via
1. Endocrien systeem (chemisch)
hormonen via bloed, lymfe, weefselvloeistof naar targetcellen
(receptoren)
2. Zenuwcellen (elektrisch)
signalen langs gerichte paden (neuronen) naar cellen
(spier, klier, zenuwcel)
Slide 3 - Tekstslide
Hormonen
Endocriene klieren
Hormoonreceptoren op doelwitorganen
Hormoonconcentratie / hormoonspiegel
Slide 4 - Tekstslide
hypothalamus, hypofyse
BINAS 89A
Slide 5 - Tekstslide
De hypothalamus is een onderdeel van de hersenen.
Beinvloedt de hypofyse
De hypofyse is de centrale hormoonklier
Er is een hypofyse voorkwab en een achterkwab
Slide 6 - Tekstslide
hypothalamus en hypofyse achterkwab
neurohypofyse
= hypofyse achterkwab
De neurohypofyse maakt de
neurohormonen oxytocine en ADH
via uitlopers van zenuwcellenkomen de neurohormonen in de hypofyse
Slide 7 - Tekstslide
Hypofyse voorkwab = adenohypofyse
maakt hormonen aan onder invloed van de hypothalamus
Hypothalamus maakt releasing of inhibiting hormonen aan
via het bloed naar de hypofyse voorkwab
Slide 8 - Tekstslide
Belangrijke hormonen!
ADH
EPO
insuline/glucagon/adrenaline
thyroxine
oxytocine
LH/FSH/oestrogeen/progesteron/testosteron
Slide 9 - Tekstslide
Negatieve terugkoppeling:
de toename van het resultaat veroorzaakt een remming van het proces.
Bijna alle hormonen!
Bij positieve terugkoppeling zal een signaal leiden tot een nog grotere stimulatie van de klier die hormoon X produceert. Dit heeft als effect nog meer hormoon X.
En oxytocine!
Terugkoppeling
Slide 10 - Tekstslide
Schildklier (binas 89C)
Stofwisseling
Ademhaling, hartslag, temperatuur spijsvertering
Te veel: vermageren
Te weinig: toename lichaamsgewicht
Slide 11 - Tekstslide
BINAS 89 C
T4 = thyroxine
= een voorloperhormoon van T3
T4 wordt omgezet in T3
T3 bevat 3 joodatomen
T4 bevat 4 joodatomen
Slide 12 - Tekstslide
Oxytocine tijdens de bevalling
Slide 13 - Tekstslide
Oxytocine tijdens de borstvoeding
Slide 14 - Tekstslide
homeostase glucose
Alvleesklier
Exocriene klier: verteringsenzymen
Endocriene klier: insuline en glucagon in de
Eilandjes van Langerhans
Slide 15 - Tekstslide
homeostase: glucose spiegel
Belangrijk want:
brandstof voor alle cellen
te weinig-> schade aan met name hersenweefsel!!!!!
te veel -> terugresorptie via de nieren is beperkt
-> verlies kostbare brandstof met urine
Slide 16 - Tekstslide
te hoge bloed glucose spiegel
(na maaltijd)
Eilandjes van Langerhans, beta-cellen
productie van insuline
insuline bevordert de opname van glucose door alle cellen
insuline bevordert deaanmaak van glycogeen uit glucose in lever en spier
Slide 17 - Tekstslide
te lage bloedglucose spiegel
Eilandjes van Langerhans, alfa-cellen
productie van glucagon
glucagon bevordert de afbraak van glycogeen in lever
en de afgifte van glucose door de lever
Slide 18 - Tekstslide
Benoem nummer 3 en 5
Slide 19 - Tekstslide
acute stress
Adrenaline
productie Bijniermerg
Doel: snel kunnen reageren in bedreigende situaties
Hartslag en ademhaling omhoog
Glucose nodig: glycogeen afbraak in lever en spieren