9.3 De Transformator

WELKOM!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM!

Slide 1 - Tekstslide

De belangrijkste begrippen van de vorige les

Permanente magneet => Is altijd magnetisch


Elektromagneet => Door de spoel ontstaat een magnetisch veld


Relais = Schakelaar met een elektromagneet


Reedcontact = Schakelaar met een permanente magneet

Slide 2 - Tekstslide

We gaan vandaag 

de TRANSFORMATOR 

behandelen


Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al
  • Wie heeft er wel eens een elektrische schok gekregen?
  • Wie weet hoe groot de  spanning is die er op het  
      stopcontact staat?
  • Wie weet hoe groot de spanning is die jouw telefoonlader
      geeft?
  •  Wie weet wat TRANSFORMATOREN zijn?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide






Up
Us
Np
Ns
Vermogen primaire spoel = vermogen secundaire spoel
                                            P = U.I 

Slide 10 - Tekstslide

Ideale transformator

Slide 11 - Tekstslide

Ideale transformator
.
.
.
Up . Ns = Us . Np 

Us = (Up . Ns) : Np


Slide 12 - Tekstslide

Als er meer windingen op de primaire spoel zitten dan op de secundaire spoel, gaat de spanning omlaag!
UsUp=NsNpUp=NsNpUs

Slide 13 - Tekstslide

Een  aantal opdrachten

Slide 14 - Tekstslide

  • Je krijgt voor de opdracht 5 minuten tijd, daarna vergelijk je
      je resultaten met die van je buurman of buurvrouw.

  •  Daarna praten we er klassikaal even over na.


Slide 15 - Tekstslide

Uitwerking oefening 1


timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Uitwerking oefening 1


timer
3:00

Slide 17 - Tekstslide

Uitwerking oefening 1


timer
3:00

Slide 18 - Tekstslide

Wat hebben we gedaan?
  • Jullie hebben kennis gemaakt met de tansformator en zijn

       onderdelen.

  • Julie weten wat de transformator doet en waarvoor hij 

       gebruikt wordt.

  • jullie kunnen rekenen aan in en uitgangs spanning en aan 

       de hoeveelheid windingen van beide spoelen.

Slide 19 - Tekstslide

Er zijn begrippen besproken
  •  de letter N gebruiken we in de formule om een aantal
            windingen aan te duiden
  • De onderdelen van de transformator Kern, primaire- en
           secundaire spoel
  • Primaire- en secundaire spanning

Slide 20 - Tekstslide

wat kan een transformator
A
Lampen schakelen
B
De frequentie wijzigen
C
Elektrische spanning transformeren
D
Kortsluiting voorkomen

Slide 21 - Quizvraag

Hoe heet de spoel aan de ingang van een transformator
A
Primaire spoel
B
Kern
C
Secundaire spoel
D
Ingangsregelaar

Slide 22 - Quizvraag

Dit plaatje hiernaast is een
A
Schakelaar
B
Schakelsymbool van een transformator
C
Hoogspanningsteken
D
Een spoel

Slide 23 - Quizvraag

van een transformator kun je zeggen dat.....
A
er primaire spanning in gaat en secundaire spanning uit komt
B
ingangs-spanning en uitgangs-spanning altijd verschillend is
C
er secundaire spanning in gaat en primaire spanning uit komt
D
ingangs-spanning altijd lager is dan de uitgangs-spanning

Slide 24 - Quizvraag

Als bij een trafo de secundaire wikkeling 1000 keer groter is dan de primaire wikkeling..
A
de uitgangs-spanning 1000 keer hoger is dan de ingangs-spanning
B
de transformator in brand vliegt
C
de Uitgang 1000 volt afgeeft
D
de letter N verschijnt

Slide 25 - Quizvraag

De ingangs-spanning oftewel de primaire spanning noemen we ook wel
A
N primair
B
N
C
U secundair
D
U primair

Slide 26 - Quizvraag

Met de letter "N" geven we aan de hoeveelheid...
A
Wikkelingen
B
Nasi goreng kruiden
C
Kern metaal
D
spanning

Slide 27 - Quizvraag

Ik heb het vandaag iets geleerd, heb er een goed gevoel over en ik snap nu de transformator
A
Helemaal
B
Redelijk
C
weinig
D
Helemaal niet

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video