H15.4 en H15.5 Schakelingen

H15 Elektrische energie 4
H15.4 en H15.5 schakelingen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

H15 Elektrische energie 4
H15.4 en H15.5 schakelingen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is er gebeurd?
A
Er is kortsluiting geweest
B
De spanning werd te groot
C
De weerstand werd te groot
D
De stroomsterkte werd te groot

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg serie schakeling

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de spanning over één lampje?
A
220 V
B
73 V
C
14 V
D
5 V

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat gebeurt er?
A
Alle lampjes gaan uit
B
Lampje 1 blijft fel branden, 2 en 3 gaan uit
C
Lampje 1 brandt feller, 2 en 3 gaan uit
D
Geen van de andere antwoorden is juist

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Uitleg parallel schakeling

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

symbolen voor schakelschema's

Slide 23 - Tekstslide

De serieschakeling
In de volgende video leer je hoe een serieschakeling is opgebouwd en wat er met de spanning en stroomsterkte gebeurt.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Kenmerken serie schakelingen
Teken twee lampjes in serie aangesloten op een batterij.

De stroomsterkte is overal gelijk. 
De spanning verdeelt zich.
Valt een apparaat uit, dan valt alles uit.
Toepasing; kerstlampjes, batterijen in speelgoed.

Slide 26 - Tekstslide

De parallelschakeling
In de volgende video leer je hoe een 
parallelschakeling is opgebouwd en wat er met de 
               de spanning en stroomsterkte gebeurt.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Kenmerken parallelschakeling
De spanning is overal gelijk.
De stroom splitst zich op.
Als eén apparaat stuk is blijft de ander werken.
Toepassing: lampen in het lokaal, stopcontacten.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

5 Leg uit welke lamp (en) branden als je:
a Alleen a sluit
b Alleen b sluit

Slide 32 - Tekstslide

7 Bepaal de stroomsterkte op plek A.

Slide 33 - Tekstslide