1.2 Westerse wereldrijken 2

Westerse wereldrijken
1.2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Westerse wereldrijken
1.2

Slide 1 - Tekstslide

1. Herhaling
2. Leervragen 1.2 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Een afzetmarkt is...
A
het verkopen van producten alleen in NL
B
het verkopen van producten in de kolonies
C
het verkopen van grondstoffen alleen in NL
D
het verkopen van grondstoffen in Europa

Slide 3 - Quizvraag

Waarom wilden de Europese landen steeds meer kolonies?
A
Om meer kennis op te doen van culturen
B
Om het land te vergroten en meer inwoners te hebben
C
Voor afzetmarkten en grondstoffen

Slide 4 - Quizvraag

Imperialisme is
A
Uitbreiding van gebied en macht in een kolonie
B
Meer geld verdienen door handel

Slide 5 - Quizvraag

Wat is Europeanisering?
A
Opleggen van de Europese cultuur
B
Oorlogen in Europa
C
Europese handel vergroten in Europa

Slide 6 - Quizvraag

Leervragen
Hoe ontstond imperialisme?
Belangrijke vragen bij 1.2
Wat zijn de oorzaken en gevolgen van imperialisme?
Wat zijn de gevolgen van imperialisme in Azië en Afrika?
Hoe breidde Nederland zijn koloniale rijk uit?

Slide 7 - Tekstslide

Imperialisme in Afrika
Er ontstaat strijd tussen Europese landen wie het meeste gebied zal krijgen         1878: Conferentie van Berlijn:
  • Afspraken over de verdeling van Afrika 
  • Er wordt geen rekening gehouden met de volken die er al leven (zie volgende dia!!)
  • Gebruik van geweld 


Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen volk
Er werd besloten om de landen in nieuwe hokjes te verdelen, maar landen zijn niet vierkant. 

Het gevolg hiervan is dat een land opgesplitst wordt en de ene helft van de bevolking onder een ander land valt.

Slide 9 - Tekstslide

Het Nederlandse wereldrijk
Door middel van de driehoekshandel verdiende Nederland veel geld.

Slide 10 - Tekstslide

Indonesië (Sulawesi, Sumatra, Java etc.)
Rubber- en tabaksplantages. Op Java dwongen Nederlanders boeren om suiker en koffie te verbouwen, en aan Nederland te leveren. 

Suriname en eilanden in Midden-Amerika
Slavernij op katoenplantages. Ruwe katoen werd gebruikt voor de Nederlandse textielindustrie.

Slide 11 - Tekstslide

Nederlandse wereldrijk
Koninkrijk der Nederlanden.

Inwoners kolonies wilde een eigen staat voor hun eigen volk = natie
  • Het streven naar een natie = nationalisme

Sinds de 18e eeuw waren er veel mensen tegen slavernij en mensenhandel = abolitionisme.
Nederland, België, Nederlands-Indië, Suriname en Nederlandse Antillen.
NL schafte slavernij in 1863 af.
10 jaar later waren alle slaven die gewerkt hadden vrijgelaten.

Slide 12 - Tekstslide

Suriname hoorde vroeger bij Nederland. Was Suriname dan een kolonie van Nederland?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

De provincie Utrecht hoort ook bij Nederland. Is dat dan ook een kolonie?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag
  • Blz. 21 t/m 23
  • Opdracht 5 t/m 10

Klaar?
- Laat je werk controleren > Hand opsteken
- Ga zachtjes iets voor jezelf doen.

Slide 15 - Tekstslide