1HV woordsoorten en zinsdelen benoemen

Benoem de zinsdelen
Lees goed welk zinsdeel je moet benoemen!

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Benoem de zinsdelen
Lees goed welk zinsdeel je moet benoemen!

Slide 1 - Tekstslide

De kinderen gaan vanmiddag in het park spelen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?

De kinderen gaan vanmiddag in het park spelen.
A
De kinderen
B
Gaan
C
Vanmiddag
D
Spelen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?

De kinderen gaan vanmiddag in het park spelen.
A
De kinderen
B
Gaan
C
Vanmiddag
D
Het park

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

De kinderen gaan vanmiddag in het park spelen.
A
In het park
B
Gaan
C
Spelen
D
Gaan + spelen

Slide 5 - Quizvraag

Binnenkort zal de gemeente het stadspark grondig gaan vernieuwen

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?

Binnenkort zal de gemeente het stadspark grondig gaan vernieuwen.
A
Zal
B
Gaan
C
Vernieuwen
D
De gemeente

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?

Binnenkort zal de gemeente het stadspark grondig gaan vernieuwen.
A
Zal + gaan
B
Grondig
C
Het stadspark
D
De gemeente

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Binnenkort zal de gemeente het stadspark grondig gaan vernieuwen.
A
Zal
B
Gaan
C
Zal + gaan + vernieuwen
D
Zal + gaan

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp?

Binnenkort zal de gemeente het stadspark grondig gaan vernieuwen.
A
De gemeente
B
Binnenkort + zal
C
Het stadspark
D
Stadspark

Slide 10 - Quizvraag

Na een jaar verkering schonk Nick zijn vriendin een gouden ring.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?

Na een jaar verkering schonk Nick zijn vriendin een gouden ring.
A
Zijn vriendin
B
Nick
C
Schonk
D
Na een jaar

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?

Na een jaar verkering schonk Nick zijn vriendin een gouden ring.
A
Nick
B
Zijn vriendin
C
Een gouden ring
D
Gouden ring

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Na een jaar verkering schonk Nick zijn vriendin een gouden ring.
A
Na
B
Schonk
C
Na + Schonk
D
Na + gouden ring

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp?

Na een jaar verkering schonk Nick zijn vriendin een gouden ring.
A
Een jaar
B
Zijn vriendin
C
Ring
D
Een gouden ring

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?

Na een jaar verkering schonk Nick zijn vriendin een gouden ring.
A
Zijn vriendin
B
Nick
C
Een gouden ring
D
Ring

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide