Herhaling Romeinen

Herhalingsles Romeinen
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles Romeinen

Slide 1 - Tekstslide

1. Koninkrijk
2. Republiek
         Met oa. Caesar
3. Keizertijd
         Met oa. Augustus
4. Samenleving.
5. Einde Romeinse rijk

Slide 2 - Tekstslide

Koninkrijk Rome 
  • Zeven heuvels aan de rand van de Tiber.

  • Het tussenliggende moeras werd marktplein: het Forum.

  • Etruskische koning: Tarquinius Superbus.

  • Tarquinius Superbus wordt verjaagd nadat zijn zoon wordt beschuldigd van verkrachting. 

Slide 3 - Tekstslide

Romeinse koninkrijk
  • Periode tussen 750 v. Chr  en 509 was Rome een koninkrijk

  • Ideale ligging bij zee (handel) en onder de machtige Etrusken (veiligheid)

  • De laatste Romeinse koning: Tarquinius Superbus was een wrede tiran.

Slide 4 - Tekstslide

Het verhaal van Romulus en Remus is een voorbeeld van een...
A
historisch feit
B
mythe
C
historisch onderzoek

Slide 5 - Quizvraag

Van wanneer tot wanneer is Rome een Koninkrijk?
A
Van 1000 v. Chr tot aan 500 v.Chr.
B
Van 753 v. Chr. tot aan 509 v. Chr.
C
Van 753 v. Chr. tot aan 50 v.Chr.
D
Van 1200 v. Chr. tot aan 509 v.Chr.

Slide 6 - Quizvraag

In 509 v.C. veranderde Rome van een koninkrijk in een republiek. Maar wat is een republiek?
A
Een land dat bestuurd wordt iemand die de functie heeft geërfd van zijn vader.
B
Een land dat bestuurd wordt door geen gekozen bestuur.
C
Een land dat bestuurd wordt door een alleenheerser.
D
Een land dat bestuurd wordt door een of meer gekozen leiders.

Slide 7 - Quizvraag


Republiek Rome (1)

  • Het bestuur van Rome kwam in handen van rijke Romeinse families. 
  • De macht in Rome werd verdeeld over de senaat: een vergadering van de belangrijkste rijke families, ook wel raad van oudsten. 
  • De senaat stemde over wetsvoorstellen
  • De senaat gaf adviezen over staatsfinanciën, buitenlandse politiek, werken en veiligheid.

Slide 8 - Tekstslide

Republiek Rome (2)
  • De senaat koos jaarlijks twee consuls. 
    - Wetsvoorstellen doen.
    - Beslissen over oorlogsvoering.
    Consuls konden niet opnieuw worden gekozen. 

  • In tijden van chaos kozen de consul een dictator voor zes maanden.

  • Een bestuursvorm zonder koning noem je: republiek.

Slide 9 - Tekstslide

Republiek Rome (3)
  • Wanneer de belangrijkste families de macht hebben, dan noem je dat een aristocratie. 

  • Om het volk tevreden te houden werd er een volksvergadering opgericht. 

  • Alle mannen met Romeins burgerrecht mochten stemmen in de vergadering. De consuls hielden rekening met de stemming van de volksvergadering. 

Slide 10 - Tekstslide

Van monarchie naar republiek
Republiek
Consuls
Senaat
Monarchie
Hier staat een persoon aan het hoofd van de staat.
(een koning)
Hier worden telkens nieuwe leiders gekozen en de macht gedeeld.
Hij kwam op voor de belangen van het gewone volk van Rome.
Dit waren de hoogste bestuurders van Rome.
Hier zaten de rijke en machtige mannen van Rome.

Slide 11 - Sleepvraag

Hier zie je de Senaat. Hoe heet de senaat in Nederland ook wel?
A
De Eerste kamer
B
De Tweede kamer
C
De politieke arena
D
De democratie

Slide 12 - Quizvraag

Bij een aristocratie heeft...
A
Een koning de macht
B
Het volk de macht
C
Een farao de macht
D
Een kleine groep rijken de macht

Slide 13 - Quizvraag

Wat is niet waar over het Romeinse leger
A
De soldaten namen hun vrouwen mee
B
Ze liepen 40 km per dag
C
Mannen wilde graag in het leger, daar kreeg je eten en salaris
D
De Romeinen hebben heel Nederland veroverd

Slide 14 - Quizvraag




Groei van het Romeinse Rijk



  • Verovering van Griekse kolonies. 
  • Verovering van Italië.
  • Verslaan van Carthago (de graanschuur van Europa). Daarna kon Rome heersen over de Middellandse Zee, dit noem je het Imperium Romanum. 

Slide 15 - Tekstslide

Imperium Romanum

Slide 16 - Tekstslide

Generaals tegenover elkaar
- Generaals kregen steeds meer macht.
- Steeds meer afkeer richting de Senaat (ook onder de generaals).
- Periode van burgeroorlogen = veel generaals vechten tegen elkaar om macht.
- Pompeius en Caesar kwamen eruit als winnaar.
- Zij veroverden veel gebieden -> macht en aanzien.

Slide 17 - Tekstslide

Julius Ceasar
- Na een veldslag -> terug naar Rome, omdat hij consul wilde worden.
- Caesar's plannen om zelf verrijkende senatoren aan te pakken waren populair bij het gewone volk.
- Maar hoe moesten die plannen uitgevoerd worden, tegen de wil van de rijke burgers en senatoren in?
-  In plaats van alleen naar Rome te gaan – om zich, zoals gebruikelijk voor een generaal, in het bestuurlijke hart van het rijk te laten toejuichen – ging hij met zijn hele leger naar Rome. Zo liet hij zien hoeveel macht en aanhang hij had. 

Slide 18 - Tekstslide

Caesar als dictator
- Senaat voelde zich bedreigd. Ze schakelen Pompeius in om te helpen.
- Caesar wint en wordt door de Senaat als dictator benoemd.
- Doel: orde scheppen in het Rijk.
- Hij werd in 44 v. Chr. benoemd als dictator voor het leven -> niet iedereen is blij met hem. 
- Gevolg: Caesar wordt door een groep senatoren vermoord -> na Caesars dood brak er een strijd los tussen een aantal generaals over wie hem mocht opvolgen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wat is een burgeroorlog?
A
een oorlog tussen burgers van twee verschillende landen
B
een oorlog tussen burgers uit hetzelfde land
C
een oorlog tussen het leger en de burgers van twee verschillende landen
D
een oorlog tussen burgers uit drie verschillende landen

Slide 21 - Quizvraag

De burgeroorlogen na de moord op Julius Caesar waren een ______ voor het ontstaan van het keizerrijk
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 22 - Quizvraag

Octavianus, nieuwe Caesar?
- Caesar had geen zoons -> ander familielid aangewezen: Octavianus.
- Samen met twee Caesar-liefhebbers grijpt hij de macht.
- Hij brengt rust en veel oude Caesar-volgers, volgen hem nu.
- Angst: zou hij een nieuwe dictator worden?
- Eerst veel in het bestuur, later stopt hij hiermee: om de Republiek te herstellen.

Slide 23 - Tekstslide

Octavianus > Augustus
- Hij wilde Republiek herstellen, Senatoren blij, krijgt de titel 'de Verhevene': Augustus. Omdat hij vrede bracht.
- Hij liet de Senaat bestaan, maar in werkelijkheid nam hij veel macht en heerste hij als keizer (naam komt van Caesar).
- Rome werd heel groot onder Augustus.
- Voorkomen onrust armen: gratis graan uit Romeinse provincies.

Slide 24 - Tekstslide


Pax Romana
27 v. Chr.



  • Met Augustus begint een periode van rust en vrede die ongeveer 200 jaar duurt: de Pax Romana (de vrede van Rome). 
  • In deze periode waren de legers trouw aan hun keizer, nam de welvaart toe door de groeiende handel en werden er geen grote oorlogen aan meerdere grenzen tegelijk gevoerd.

Slide 25 - Tekstslide

De Pax Romana was:
A
Een verbond tussen Ceasar en Octavianus
B
Het wegennetwerk dat de Romeinen hadden gebouwd
C
De naam van de burgeroorlog tussen legeraanvoerders
D
Een periode van vrede onder Augustus

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een dictator?
A
Aristocraat
B
Alleenheerser
C
Gladiator
D
Soldaat

Slide 27 - Quizvraag

De laatste koning wordt verjaagd
Rome wordt een Republiek
Caesar wordt dictator voor het leven
Caesar wordt vermoord door senatoren
Burgeroorlogen
Keizer Augustus wordt de eerste Romeinse keizer

Slide 28 - Sleepvraag

Patriciërs en plebejers
  • Patriciërs (afgeleid van patre, dat 'vader' betekent) waren de rijkste families uit Rome en zaten vaak in de senaat of werden consul.

  • Plebejers (de plebs) waren het gewone volk. Zij mochten stemmen in een volksvergadering.

Slide 29 - Tekstslide

De grens van het Romeinse Rijk noemen we de ‘limes’. In Nederland was de rivier de Rijn de limes.

Slide 30 - Tekstslide

Castellum

Slide 31 - Tekstslide

Limes
- Het was een enorme klus om die stammen buiten het Romeinse Rijk te houden, omdat deze grenzen lang waren en op enkele plekken zwak verdedigd werden. 
- Langs de grensrivieren Rijn en Donau werden daarom grote forten gebouwd van waaruit soldaten de grens, de limes, moesten bewaken. 
- Als er geen natuurlijke grens was, bedachten de Romeinen een andere oplossing. Zo liet Keizer Hadrianus in 122 n.Chr. de Muur van Hadrianus bouwen. Op zwakke plekken langs de grens werden extra hulptroepen geplaatst. Die bestonden vaak uit niet-Romeinse soldaten uit de omgeving.

Slide 32 - Tekstslide

De muur van Hadrianus (Limes Engeland)

Slide 33 - Tekstslide

Vanaf ca. 100 n.Chr. dringen allerlei stammen van buiten het Romeinse Rijk binnen. Vooral vanaf de 4e eeuw gebeurt dit veel vaker en met veel meer succes.

Slide 34 - Tekstslide

Splitsing Romeinse rijk
  • 395 n. Chr. splitsing van het Romeinse rijk
  • 410 n. Chr.  plunderen de Goten als eerste het Romeinse rijk. Daarna Grote Volksverhuizingen.
  • In 476 n.Chr. werd de Germaan Odoaker koning van Italië. Het West-Romeinse Rijk hield op te bestaan. Het Oost-Romeinse rijk, met als hoofdstad Constantinopel, hield het tot 1453 n.Chr. vol.

Slide 35 - Tekstslide

Ondergang Romeinse Rijk
extern:
- invallen Germaanse stammen, grote volksverhuizingen  ==> grote druk op de grenzen
intern:
- Grenzen te groot
- onrust is slecht voor  de economie -> minder welvaart ==> gevolg voor leger en grens 
- interne machtsstrijd: zwakke keizers ==> bestuurlijke chaos

Slide 36 - Tekstslide

Zet de zinnen op de juiste plek
Past bij het begrip volksverhuizingen
Past niet bij het begrip volksverhuizingen
Veel Germaanse volkeren zochten bescherming bij de Romeinen.
De Germaanse volkeren trokken het Romeinse rijk binnen.
een belangrijke reden waarom er een einde kwam aan het
West- Romeinse rijk. 

De Romeinse grenzen waren zo sterk dat de Germaanse volkeren niet binnen konden dringen.
Het gebeurde in de 4e en 5e eeuw.

Slide 37 - Sleepvraag

Maak de juiste combinaties.
senaat
limes
consul
Germanen
Augustus
Volk ten noorden van de Romeinse limes.
Leider van het Romeinse rijk.
Grens van het Romeinse Rijk.
Romeinse keizer.
Hier werden belangrijke beslissingen genomen in het Romeinse Rijk.

Slide 38 - Sleepvraag

5.5. Van splintergroep naar staatsgodsdienst
Ontstaan en verspreiding van het christendom

Slide 39 - Tekstslide

            A:

* Nakijken gemaakte opdrachten.


                  B:

Door Leerdoelenkaart
Rood-Oranje-Groen 
       C: 

* Verder werken PO.
Leren voor Toets:
Praktische Opdracht:

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

0

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video

Slide 46 - Video

Slide 47 - Video