Herhaling Polymeren

POLYMEREN
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

POLYMEREN

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Polymeren

polymeer =

macromolecuul =
zeer groot molecuul


is opgebouwd uit

monomeren



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een polymeer?
A
Een macromolecuul
B
een legering
C
een serie gekoppelde monomeren
D
een alliage

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

polyadditie etheen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe teken je een additie-polymeer?
  1. schrijf de structuurformule van het monomeer op
  2. zorg dat C=C in het midden staat en teken alle zijgroepen en H-atomen naar boven en beneden
  3. laat de dubbele bindingen openspringen
  4.  teken een stuk van het polymeer door de repeterende eenheden aan elkaar te koppelen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe teken je een condensatie-polymeer?
  1. schrijf de structuurformule van het monomeer op
  2. zorg dat de karakteristieke groepen
     (-OH & -COOH of -NH2 & -COOH)
     aan de linker-en rechterkant van het molecuul staan
  3. laat per binding een molecuul H2O vertrekken
  4.  teken een stuk van het polymeer door de repeterende eenheden aan elkaar te koppelen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt de binding tussen aminozuren genoemd?
A
peptidebinding
B
esterbinding
C
aminozuurbinding
D
condensatiebinding

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke eigenschap moet een koolwaterstof hebben voor een additie reactie?
A
Een alcoholgroep (-OH)
B
Een zuurgroep (-COOH)
C
Hij moet onverzadigd zijn
D
Hij moet verzadigd zijn

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 karakteristieke groepen kunnen met elkaar reageren tot een ester-binding?
A
Een alcohol groep (-OH) en een zuurgroep (-COOH)
B
Een aminogroep (-NH2) en een zuurgroep (-COOH)
C
2 alcohol groepen (-OH)
D
Alle drie de mogelijkheden

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke reactie is een condensatiereactie?
A
De vorming van een ester uit een alcohol en een zuur
B
De vorming van een dipeptide uit 2 aminozuren
C
De vorming van een disacharide uit 2 monosachariden
D
Alle 3 de reacties

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

  • De volgende vragen komen uit oude eindexamens.
  • Maak de vraag in je schrift en kijk na volgens het officiële correctiemodel (dan weet je waar je op moet letten om alle punten te scoren)
  • Het antwoord staat steeds de dia na de opgave.

    Succes!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door het toevoegen van een weekmaker wordt een kunststof zachter.
 

De moleculen van de weekmaker bevinden zich tussen de polymeerketens waardoor de vanderwaalskrachten tussen de ketens afnemen.

Weekmaker: een introductie

Slide 35 - Tekstslide

Analogie met opgeloste stoffen in water: verminderen van het aantal H-bruggen