Taalverzorging H1: Hoofdletters en leestekens

Welkom klas 1 mavo
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je leesboek, Chromebook, boek Nederlands en je schrift.
Stap 3: Beantwoord de vraag uit het nieuws: Hoe laat moet het Nederlands Elftal voetballen en tegen wie?
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 1 mavo
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je leesboek, Chromebook, boek Nederlands en je schrift.
Stap 3: Beantwoord de vraag uit het nieuws: Hoe laat moet het Nederlands Elftal voetballen en tegen wie?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Ik weet wanneer ik hoofdletters en leestekens moet schrijven.
  2. Ik kan hoofdletters, punten, vraagtekens en uitroeptekens correct gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Lezen
Tekst lezen
Uitleg: Hoofdletters en leestekens
Oefenen
Huiswerk: Opdracht 1 t/m 5

Slide 3 - Tekstslide

Pak je leesboek erbij!
Je gaat 10 minuten lezen.


timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Lees de volgende tekst. Waarom leest de tekst moeilijk?
wow mijn vriendin Annelotte en ik staan in de rij voor de groene achtbaan in walibi zij wordt alleen maar enthousiaster en staat te springen van ongeduld maar ik voel steeds meer kriebels in mijn maag die achtbaan gaat wel heel snel en vaak over de kop het liefst zou ik nu uit de rij stappen maar ik wil me niet laten kennen

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een hoofdletter?

Slide 6 - Open vraag

Wanneer schrijf je een hoofdletter?
1. Aan het begin van de zin: Onze tante is vandaag jarig.
2. Bij namen: Malou Wiersma, meneer Van der Meer, het Lauwers College, Friesland, het Raadhuisplein, de Maas, de Hema.
3. Bij woorden die van namen zijn afgeleid: Noord-Amerikaanse, Duitse.
4. Bij feestdagen als: Pasen, Pinkseren, Koningsdag etc.
Let op: afleidingen dan weer niet! (paasontbijt, koningsdagbraderie)

Slide 7 - Tekstslide

Welke leestekens ken je en wanneer gebruik je ze?

Slide 8 - Open vraag

De leestekens
  • een punt: aan het einde van de zin.
  • een vraagteken: aan het einde van een vraag.
  • een uitroepteken: een zin krijgt dan extra nadruk.
  • een komma: zet een komma voor woorden als maar, omdat, want.
Let op: Gebruik een uitroepteken niet te vaak! Dat staat vaak niet zo mooi.

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf in je schrift de tekst nu goed! Tip: Lees je tekst fluisterend voor, dan weet je waar je een leesteken moet plaatsen
wow mijn vriendin Annelotte en ik staan in de rij voor de groene achtbaan in walibi zij wordt alleen maar enthousiaster en staat te springen van ongeduld maar ik voel steeds meer kriebels in mijn maag die achtbaan gaat wel heel snel en vaak over de kop het liefst zou ik nu uit de rij stappen maar ik wil me niet laten kennen

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les
Maken online: Opdracht 1 t/m 5

Slide 11 - Tekstslide