§4.4 Kracht en snelheidsverandering - les 3

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

§4.4 Krach en snelheidsverandering

Lesplanning:

1. Klassikale opgave rekenen met de stoot
2. Opgave §4.4 afronden 
3. Afsluiting
   Bespreken 51  & natuurkunde in de BB

Volgende les start H5.

In CTW 3 toets over
H4 en H5.

Donderdag week 5

Lesdoelen

Aan het einde van de les
kan je...

• de snelheidsverandering berekenen a.d.h.v. de stoot.

Stoot & beweging

• Grotere stoot zorgt voor grotere snelheid voorwerp.
• Grotere massa, grotere stoot nodig om dezelfde snelheid te krijgen.

F⋅t=m⋅v

Een kracht die over een bepaalde tijd werkt zorgt voor:

1. stoot
2. arbeid
3. massa
4. hoofdpijn

Een trein van 70 000 kg rijdt met een motorkracht van 35 kN bij het station weg. Na een minuut is de trein op zijn eindsnelheid. Bereken deze snelheid.

Gegevens:

m = 70 000 kg

F_motor = 35 kN = 35 000 N

t = 1 minuut = 60 seconden

v = ?

Oplossing:

Gegevens:

m = 70 000 kg

F_motor = 35 kN = 35 000 N

t = 1 minuut = 60 seconden

v = ?

Oplossing:

• F * t = m * v
• 35 000 * 60 = 70 000 * v 
• 2 100 000 = 70 000
  
  
• v = 2 100 000 / 70 000
• v = 30 m/s

Aan de slag

§4.4 digitaal - alle opgaven

Stel je vragen in de chat!

Aparte meet

extra opgave

Extra opgave in Jamboard

Opgave 51

Corey rijdt op zijn fiets weg bij een stoplicht. Hij bereikt na 10 seconden een snelheid van 18 km/h. Corey en zijn fiets wegen samen 70 kg.

a. Bereken hoeveel kracht Corey gemiddeld heeft gezet tijdens het wegrijden.

18 km/h = 5 m/s

F * t = m * v

F * 10 = 70 * 5

F * 10 = 350
F = 35 N

Opgave 51

Corey rijdt op zijn fiets weg bij een stoplicht. Hij bereikt na 10 seconden een snelheid van 18 km/h. Corey en zijn fiets wegen samen 70 kg.

c. Bepaal de afstand die Corey heeft
     afgelegd.

• v = 18 km/h = 5,0 m/s
  
  
• s = 10 * 5 / 2 = 25 m

Opgave 51

Corey rijdt op zijn fiets weg bij een stoplicht. Hij bereikt na 10 seconden een snelheid van 18 km/h. Corey en zijn fiets wegen samen 70 kg.

d. Bereken hoeveel arbeid Corey
     heeft verricht.

• W = F * s
  
  
• W = 35 * 25 = 875 J

Gordon heeft een massa van
80 kg en Giada 60 kg. Ze duwen elkaar met gelijke kracht weg.
Wat kan je zeggen over de snelheid na de stoot?

1. Gordon heeft een grotere snelheid.
2. Giada heeft een grotere snelheid.

F⋅t=m⋅v

Overweeg je om natuurkunde in je profiel te kiezen?

Ja

Nee

Natuurkunde in de bovenbouw

• 4 uur per week in 4 havo
    3 uur per week in 5 havo
• Voor alles is een verklaring
    Natuurwetten ontdekken
• Voorspellingen doen
    via berekeningen
• Practica

Moeilijk?!

"Of natuurkunde moeilijker wordt in de bovenbouw: ja. Maar daar moet ik bij zeggen dat er zeker een effectieve manier is om daar mee om te gaan: houd het gewoon bij. Volg die lessen met aandacht en doe je huiswerk serieus, dan is het echt wel te doen. Naar mijn mening is natuurkunde niet iets waar je voor leert, maar iets waar je vaardig in wordt. "

Benieuwd naar de lesstof?

https://www.wetenschapsschool.nl

Vragen?!