Dit zijn de belangrijkste plannen van de nieuwe regering in begrijpelijke taal
Na maanden van overleggen krijgt Nederland eindelijk weer een regering. De vier partijen die samen een regering willen vormen hebben vandaag hun belangrijkste plannen bekendgemaakt. Wat gaat er veranderen?
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon op 'stil'?
Is je telefoon uit het zicht?
Zorg voor pen en papier VOORDAT de les begint.
Wacht rustig tot de les begint.
Dit zijn de belangrijkste plannen van de nieuwe regering in begrijpelijke taal
Na maanden van overleggen krijgt Nederland eindelijk weer een regering. De vier partijen die samen een regering willen vormen hebben vandaag hun belangrijkste plannen bekendgemaakt. Wat gaat er veranderen?
Slide 1 - Tekstslide
ims.kidsweek.nl
Slide 2 - Link
lessonup.com
Slide 3 - Link
Planning 3Kader
Week
Wat?
21 mei
Filmverslag inleveren (handelingsdeel!)
28 mei
Toets Spelling H1-H6
14 juni
Toets Lezen en Woordenschat H5H6
21 juni
Toets Artikel schrijven
25 juni
Leestoets + examenbegrippen
28 juni moeten de cijfers ingeleverd zijn!
Dus, geen toetsen missen!
Slide 4 - Tekstslide
Doel van deze les
Je weet wat de verschillende woordsoorten zijn.
Je kunt de woordsoorten herkennen.
Je kunt zinnen maken met verschillende woordsoorten.
Slide 5 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
De woordsoorten kort herhalen d.m.v. uitleg en oefenen.
Slide 6 - Tekstslide
Woordsoorten
Klas 1
herhaling woordsoorten en uitleg pers.vnm. en bez.vnw.
Slide 7 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 8 - Link
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Lidwoord
Een
het
de
denkt
spinnen
pauze
geheugen
toetje
toetsen
getekend
dans
Slide 9 - Sleepvraag
create.kahoot.it
Slide 10 - Link
Zelfstandig werken 3Kader
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Hoofdstuk 4,
blz. 106-107, opdracht 1en 3
blz. 108-109, opdracht 2 en 3.
Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat
Slide 11 - Tekstslide
Vragen?
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
PLANNING
H4 Taalverzorging:
- Woordsoorten.
- Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
PLANNING
Uitleg Woordsoorten.
Oefenen Woordsoorten.
Uitleg vldlw als bvnw.
Oefenen vldlw als bvnw.
Opdrachten maken.
Slide 14 - Tekstslide
Welkom
Grammatica
Woordsoortbenoeming
Nederlands
Wat heb je nodig?
Lesboek+schrift
timer
2:00
Slide 15 - Tekstslide
Woordsoorten
Klas 1
herhaling woordsoorten en uitleg pers.vnm. en bez.vnw.
Slide 16 - Tekstslide
timer
10:00
Slide 17 - Tekstslide
www.jeugdbibliotheek.nl
Slide 18 - Link
Slide 19 - Video
Kies de juiste woordsoort.
Je moet ook nooit cola drinken bij de computer.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Lidwoord (lw)
Slide 20 - Quizvraag
Kies de juiste woordsoort.
Ik fiets nog snel even naar de winkel.
A
Bepaald lidwoord (blw)
B
Onbepaald lidwoord (olw)
Slide 21 - Quizvraag
Kies de juiste woordsoort.
Gisteravond heb ik een film gekeken.
A
Werkwoord (ww)
B
Zelfstandig naamwoord (znw)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Slide 22 - Quizvraag
Kies de juiste woordsoort.
Gelukkig mag ik straks weer naar huis.
A
Werkwoord (ww)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Voorzetsel (vz)
Slide 23 - Quizvraag
Noteer de/het zelfstandig naamwoord(en) (zn) Ons nieuwe huis is mooi en groot.
Slide 24 - Open vraag
Ik zoek de betekenis van het woord straks even op.
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijke naamwoord
D
Lidwoord
Slide 25 - Quizvraag
Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin? Jip en Janneke hebben een hond die Takkie heet.
Slide 26 - Open vraag
Kies de juiste woordsoort.
Ik heb veel nagedacht.
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Werkwoord (ww)
Slide 27 - Quizvraag
Hoeveel voorzetsels staan er in onderstaande zin? Na de gymles op school kleden de leerlingen zich altijd snel om.
Slide 28 - Open vraag
Kies de juiste woordsoort.
De bakker heeft verschillende broden gebakken.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Werkwoord (ww)
Slide 29 - Quizvraag
Kies de juiste woordsoort.
Ik heb gisteren drie hoofdstukken in mijn boek gelezen!
A
Zelfstandig naamwoord (znw)
B
Werkwoord (ww)
Slide 30 - Quizvraag
Ik heb hele goede cijfers op mijn rapport!
A
Lidwoord (lw)
B
Voorzetsel (vz)
C
Zelfstandig naamwoord (zn)
D
Bijvoeglijk naamwoord (bvnw)
Slide 31 - Quizvraag
Op zaterdag slaapt mijn broer altijd heel lang uit.