7/9/21 Alles Apart Hoofdstuk 7 Hoofdletters

Doel: Aan het einde van de les weet ik weer wanneer ik een hoofdletter schrijf in een woord of een zin
Alles Apart
Hoofdletters
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Doel: Aan het einde van de les weet ik weer wanneer ik een hoofdletter schrijf in een woord of een zin
Alles Apart
Hoofdletters

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdletters

Wat weet ik nog?

Slide 2 - Tekstslide



A.

's Winters is het koud.


B.

's winters is het koud.
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide



A.

's Winters is het koud.


B.

's winters is het koud.

Slide 4 - Tekstslide

A.
Daan de Bruin viert zijn verjaardag Morgen.


C.
Daan De Bruin viert zijn verjaardag morgen.
B.
daan de bruin viert zijn verjaardag morgen.


D.
Daan de Bruin viert zijn verjaardag morgen.
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

A.
Daan de Bruin viert zijn verjaardag Morgen.


C.
Daan De Bruin viert zijn verjaardag morgen
B.
daan de bruin viert zijn verjaardag morgen.


D.
Daan de Bruin viert zijn verjaardag morgen.

Slide 6 - Tekstslide

A.
Met kerstmis is het groot feest bij familie de Vries.


C.
Met Kerstmis is het groot feest bij familie de vries.
B.
Met Kerstmis is het groot feest bij familie de Vries.


D.
Met Kerstmis is het groot feest bij Familie de Vries.
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

A.
Met kerstmis is het groot feest bij familie de Vries.


C.
Met Kerstmis is het groot feest bij familie de vries.
B.
Met Kerstmis is het groot feest bij familie de Vries.


D.
Met Kerstmis is het groot feest bij Familie de Vries.

Slide 8 - Tekstslide


A.
Zuid-Holland


C.
zuid-holland

B.
Zuid-holland


D.
zuid-Holland
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide


A.
Zuid-Holland


C.
zuid-holland

B.
Zuid-holland


D.
zuid-Holland

Slide 10 - Tekstslide


A.
Het Zuiden van Zuid-Holland


C.
Het Zuiden van Zuid-Holland

B.
Het zuiden van zuid-holland


D.
Het zuiden van Zuid-Holland
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide


A.
Het Zuiden van Zuid-Holland


C.
Het Zuiden van Zuid-Holland

B.
Het zuiden van zuid-holland


D.
Het zuiden van Zuid-Holland

Slide 12 - Tekstslide


A.
Die Franse Kaas stinkt, het is schimmelkaas.

C.
Die Franse kaas stinkt, het is schimmelkaas.

B.
Die franse kaas stinkt, het is schimmelkaas.

D.
Die franse kaas stinkt, het is Schimmelkaas.
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

A.
Die Franse Kaas stinkt, het is schimmelkaas.

C.
Die Franse kaas stinkt, het is schimmelkaas.
B.
Die franse kaas stinkt, het is schimmelkaas.

D.
Die franse kaas stinkt, het is Schimmelkaas.

Slide 14 - Tekstslide


A.
Louis van Gaal won met oranje tegen Montenegro.

C.
Louis van Gaal won met Oranje tegen Montenegro.

B.
Louis van gaal won met Oranje tegen montenegro.

D.
Louis Van Gaal won met oranje tegen Montenegro.
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide


A.
Louis van Gaal won met oranje tegen Montenegro.

C.
Louis van Gaal won met Oranje tegen Montenegro.

B.
Louis van gaal won met Oranje tegen montenegro.

D.
Louis Van Gaal won met oranje tegen Montenegro.

Slide 16 - Tekstslide


A.
Van Gaal wint de wedstrijd.


C.
van gaal wint de wedstrijd.

B.
van Gaal wint de wedstrijd.


D.
Van Gaal wint de Wedstrijd.
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide


A.
Van Gaal wint de wedstrijd.

C.
van gaal wint de wedstrijd.

B.
van Gaal wint de wedstrijd.

D.
Van Gaal wint de Wedstrijd.

Slide 18 - Tekstslide

Je schrijft een  hoofdletter:


  1.  Aan het begin van een zin
  2.  Bij de naam van een mens, volk, bedrijf of club, plek op aarde of afgeleiden daarvan
  3.  Bij feestdagen en belangrijke gebeurtenissen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Werkboek hoofdstuk 7 
Blz. 16
Spelling I


Klaar? Maak 5 zinnen met de hoofdletter woorden

Slide 21 - Tekstslide