In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Lezen
Hoofdstuk 5
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Leerdoel: je kan zelf een argumentatiestructuur maken op basis van een tekst
- Terugblik
- Woord van de week
- Huiswerk bespreken
- Opdr. 3 Lezen H5 maken
- Opdr. 4 Lezen H5 maken
Slide 2 - Tekstslide
Welke tekststructuren zijn er?
Slide 3 - Woordweb
Welke argumentatiestructuren zijn er?
Slide 4 - Woordweb
Hoe noemen we de volgende argumentatiestructuur: Paula is de juiste persoon voor deze baan. Ze heeft namelijk ruime ervaring in de branche, want ze heeft al twee jaar ervaring bij een Libris boekhandel.
A
enkelvoudig
B
onderschikkend
C
nevenschikkend
D
nevenschikkend, onderschikkend
Slide 5 - Quizvraag
Hoe noemen de volgende argumentatiestructuur: De schooldagen in Nederlands moeten maximaal zes uur duren. In andere landen met kortere schooldagen zijn de prestaties van leerlingen veel beter. Leraren houden daardoor ook meer tijd over voor andere taken.
A
enkelvoudig
B
onderschikkend
C
nevenschikkend
D
nevenschikkend, onderschikkend
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent het woord van de week 'doofpottelefoon'?
Slide 7 - Open vraag
Huiswerk bespreken
Opdr. 2 Lezen H5 en opdr. 1.2, 2 en 4 Woordenschat H5
Slide 8 - Tekstslide
Opdr. 3 Lezen H5 maken
- Blz. 148-149
- In groepjes (ik deel ze in)
- 3.1 in je schrift
- 3.2 maken we op een A3
- Teken de argumentatiestructuur en vul deze in
- 10 min
- Daarna laat elk groepje de structuur zien
Slide 9 - Tekstslide
Opdr. 4 Lezen H5 maken
- Blz. 149-151
- Tekst klassikaal lezen
- 4.3: gerelateerde - subtieler - ligt ten grondslag aan - fobie - steekt de kop op