Social media
1 / 20
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Noem verschillende manieren van pesten
Slide 3 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom pesten jongeren denk je?
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Ben jij wel eens gepest?
A
Ja!
B
Nee!
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Heb jij wel eens
iemand gepest?
iemand gepest?
A
Ja...
B
Nee!
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is volgens jou het verschil
tussen pesten en plagen?
tussen pesten en plagen?
Slide 7 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat kom jij zelf online tegen aan vervelende berichten?
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Maak jij vervelende berichten over jezelf bespreekbaar, zo ja hoe? Zo nee, waarom niet?
Slide 9 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Reageer jij op vervelende berichten online over anderen? Zo ja waarom? Zo nee waarom niet?
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is cyberpesten?
A
Iemand pesten op het speelplein.
B
Grapjes met iemand maken.
C
Pesten via de sociale media.
D
Heel slecht over iemand praten.
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Stelling: Online pesten is erger dan in real life.
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
A
Niks, ik laat het gaan en houd me er buiten.
B
Ik doe mee, want ik wil voorkomen dat ze het over mij gaan hebben.
C
Ik zeg dat ze op moeten houden, want het is niet leuk voor diegene.
D
Ik lach erom en stuur een emoji maar doe verder niet mee.
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom kunnen de gevolgen van cyberpesten
groter zijn dan bij 'gewoon' pesten?
groter zijn dan bij 'gewoon' pesten?
Slide 15 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Slachtoffer;
- heeft weinig zelfvertrouwen, relatief weinig vrienden en is fysiek zwak,
- keurt geweld af en kan niet goed met agressie omgaan,
- laat afwijkingen zien van de groepsnorm,
- reageert onhandig op pesten,
- kan zich isoleren van de groep vanwege een eventueel pestverleden
Assistent (meisje met rood shirt)
De assistent begint zelf niet met pesten,
maar gaat meedoen zodra iemand anders begonnen is. De assistent helpt de pester dus.
Versterker (jongen blauw shirt rechts)
Versterkers pesten zelf niet maar lachen om de pester of moedigen deze aan. De versterkers geven de pester het gevoel dat pesten leuk of grappig is.
Verdediger (meisje met cape)
Gelukkig zijn er ook verdedigers. Zij helpen het slachtoffer. Dat kan door tegen de pester te zeggen dat hij of zij moet ophouden, maar ook door bijvoorbeeld met het slachtoffer naar de meester of juf te gaan.
Buitenstaander (blauw shirt links)
Buitenstaanders weten meestal wel dat er gepest wordt, maar bemoeien zich er niet mee. Dit kan het slachtoffer het gevoel geven dat zij het niet zo erg vinden dat er gepest wordt.
Pester
Pesters pesten omdat ze cool en stoer willen zijn. Pesten kan op verschillende manieren gedaan worden: fysiek (schoppen, slaan), verbaal (uitschelden), relationeel (roddelen), materieel (spullen kapot maken) en cyber pesten (online pesten).
Slachtoffer
Pester
Assistent
Versterker
Verdediger
Buitenstaander
Welke leerling ben jij?
Slide 18 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat hebben we nodig
voor een gezellige/fijne klas?
voor een gezellige/fijne klas?
Slide 19 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Video
Deze slide heeft geen instructies
