Utopie/dystopie

Toekomststad
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Toekomststad

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een utopie?
A
Een stad uit de toekomst
B
Een realistische perfecte wereld
C
Een ideale wereld die niet bereikt kan worden
D
Een plek waar jen iet wilt wonen

Slide 2 - Quizvraag

Wat valt er volgens jou onder een utopie?

Slide 3 - Woordweb

Wat is een dystopie?
A
Een wereld waarin alles verkeerd gaat
B
Een wereld waarin je absoluut niet wilt leven
C
Een wereld die realistisch is
D
Een wereld die in de toekomst ligt

Slide 4 - Quizvraag

Wat valt er volgens jou onder een dystopie?

Slide 5 - Woordweb

Stad van de toekomst

Slide 6 - Tekstslide

Wat heb je allemaal nodig in een stad?

Slide 7 - Woordweb

Bedenken en schetsen
1. Zoek minimaal 10 plaatjes op ter inspiratie van je toekomst stad.
2.Maak een ontwerp voor jouw toekomst stad. Denk aan:
Verschillende soorten gebouwen en hun functies
(winkels, woningen ect)
3. wegen en vervoersmiddelen
natuur
4. waar staat de stad?

Slide 8 - Tekstslide

Werk in groepjes van 2

Controleer elkaars ontwerp op de volgende punten:

- verschillende soorten gebouwen 
- (openbaar) vervoer + wegen
- aankleding 
- omgeving buiten de stad
- details (straatverlichting ect)
timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

Pas, waar nodig, je schets aan.

Klaar? Start met het tekenen van de basis vormen van je stad op minimaal A3 formaat papier

Doel: Een stad kunnen tekenen in juist perspectief.

Slide 10 - Tekstslide

rood

Je kan een stad tekenen in 1 punst perspectief.
Alle lijnen staan in perspectief.

Je werkt volgens de tekenregels en je werkstuk oogt netjes.

Elk gebouw heeft ramen en deuren in de juiste verhoudingen.
De gebouwen staan achter elkaar en door elkaar (niet in 1 rechte lijn).

Je tekent minimaal 1 straat



wit

Je kan een stad tekenen in 2 punst perspectief.
Alle lijnen staan in perspectief.
Je werkt volgens de tekenregels en je werkstuk oogt netjes.
Elk gebouw heeft ramen en deuren in de juiste verhoudingen.
Je teken verschillende straten.
De gebouwen staan achter elkaar en door elkaar (niet in 1 rechte lijn).



Slide 11 - Tekstslide