In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
2.2 de landbouwrevolutie
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
De evolutietheorie van Darwin
De aapmens loopt voor het eerst rechtop, op twee voeten.
De Homo Sapien, de denkende mens die taal gebruikt.
De Homo Erectus, de mens die rechtop ging lopen en die gebruik leert maken van vuur.
De Neanderthaler, de mens die een cultuur ontwikkelde. Versierde dingen en maakte sieraden.
De Homo Habilis, de handige mens. Deze soort maakte gereedschappen/werktuigen van steen.
Let op! Dit betreft een theorie en is dus niet perse waar. Verschillende religies geloven niet dat de evolutie op deze manier heeft plaatsgevonden, maar in de geschiedwetenschap wordt dit wel aangeleerd.
Slide 3 - Tekstslide
Noem zoveel mogelijk kenmerken van de levensstijl van jagers en verzamelaars.
Slide 4 - Open vraag
Jager-verzamelaars
Leven in kleine groepen (ongeveer 30-50 mensen).
Geen vaste woonplaats: nomaden.
Trekken achter hun eten aan.
Eenvoudige woningen: hutten/grotten.
Weinig bezittingen.
Duidelijke taakverdeling.
Jacht is belangrijk voor eten, wapens en kleding.
Slide 5 - Tekstslide
Noteer in 3 minuten zoveel mogelijk kenmerken die je op de afbeelding ziet die passen bij de manier waarop jagers-verzamelaars leefden
timer
3:00
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
ken je de begrippen landbouw, landbouwsamenleving, cultuur, hiërarchie en elite
kun je het ontstaan van de landbouw in het Midden-Oosten en de verspreiding ervan naar Europa beschrijven.
kun je beschrijven welke gevolgen de landbouwrevolutie had voor de leefwijze van prehistorische mensen.
Slide 7 - Tekstslide
Klimaatverandering
Rond 10.000 v.Chr.
Warmer en droger (Afrika & Midden-Oosten)
Slide 8 - Tekstslide
Noord-Afrika en
Midden-Oosten
Droger en kouder klimaat: minder begroeiing en water (ontstaan woestijnen).
Te weinig voedsel: dieren trekken weg naar vruchtbare gebieden.
Mensen trekken ook weg of gaan andere middelen van bestaan zoeken om in leven te blijven.
Met korrels van wilde granen de groei leren beïnvloeden en experimentern met verbouwen.
Slide 9 - Tekstslide
Vruchtbare Halvemaan
Gebied waar de eerste landbouw ontstaat (9000 v. Chr.).
'De kraamkamer van de beschaving': ontstaan van steden en het schrift.
De eerste agrarische samenlevingen ontstonden langs grote rivieren. In het gebied tussen de Eufraat en Tigris in bijvoorbeeld (Mesopotamië)
Ook de Nijl was een van de rivieren waar landbouw-stedelijke samenlevingen ontstonden. In het gebied langs de Nijl vormde zich na verloop van tijd een hoogontwikkelde cultuur in de vorm van het Egyptische rijk.
Slide 10 - Tekstslide
Landbouwrevolutie
Revolutie= grote verandering in korte tijd.
Jager-verzamelaars worden boer.
De landbouwrevolutie duurde meer dan 1000 jaar: niet iedereen werd tegelijk boer.
Landbouw bestaat uit: akkerbouw en veeteelt.
Slide 11 - Tekstslide
Gevolgen van de landbouwrevolutie
Dankzij de grotere beschibaarheid van voedsel stoppen mensen te leven als nomaden. Het ontstaan van de eerste dorpen met stevige huizen: landbouwsamenleving.
De bevolking groeit en de mensen krijgen meer bezittingen. Er ontstaat meer ongelijkheid en hiërarchie: de één heeft meer bezittingen dan een ander.
Er is ontstaat meer cultuur, tempels en grafmonumenten.
Andere werktuigen/gereedschappen werden gebruikt en zij maakten potten.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Boeren in Europa
Pas laat: het was niet nodig, er was voldoende voedsel te vinden.
Eerste boeren in Nederland: Zuid-Limburg rond 5300 v. Chr.
Tóch landbouw in Europa: mensen verhuizen uit gebieden waar gebrek aan landbouwgrond is en komen hier terecht.
Slide 14 - Tekstslide
Hongarije
Slide 15 - Tekstslide
Boeren in Nederland
Zuid-Limburg: bandkeramiekers (tot 4400 v. Chr)
Noord-Nederland: trechterbekercultuur (rond 3500 v. Chr.).
Vanaf 3000 v. Chr. zijn er in Nederland geen jager-verzamelaars meer.
Slide 16 - Tekstslide
Bandkeramiek
Slide 17 - Tekstslide
Trechterbekercultuur
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Veel resten van de boerderijen uit de Steentijd hebben archeologen niet kunnen terugvinden. Toch zijn er aanwijzingen dát er huizen waren.
Hoe kun je dat in de afbeelding zien?
A
Je ziet nog duidelijk de muren die van aarde zijn gemaakt. De eerste woningen hadden zulke muren.
B
De rode stippen komen door de verf die in de Steentijd gebruikt is.
C
De donkere rondjes zijn de plekken waar eens de palen van de woning hebben gestaan.
D
De vloer is helemaal glad, net zoals wij dat tegenwoordig in ons huis hebben.
Slide 20 - Quizvraag
Hunebedden
Graven worden steeds uitgebreider: grafheuvels en hunebedden
Zowel begraven als cremeren: urnenvelden.
Doden kregen bezittingen mee: vermoedelijk geloven in leven na de dood.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Hoe kan ik aan de afbeelding zien dat de hunebedden ná landbouwrevolutie zijn gemaakt?
A
De grote stenen kwamen hier pas tijdens de landbouwrevolutie.
B
Er woonden hier te weinig mensen om samen de hunebedden te maken.
C
Er wordt gebruik gemaakt van dieren.
D
Voor de landbouwrevolutie werden er geen mensen begraven
Slide 26 - Quizvraag
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
ken je de begrippen landbouw, landbouwsamenleving, cultuur, hiërarchie en elite
kun je het ontstaan van de landbouw in het Midden-Oosten en de verspreiding ervan naar Europa beschrijven.
kun je beschrijven welke gevolgen de landbouwrevolutie had voor de leefwijze van prehistorische mensen.
Slide 27 - Tekstslide
Schrijf 3 dingen op die je geleerd hebt deze les.
Slide 28 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen