Motiverende gespreksvoering jaar 4

Motiverende gespreksvoering 
jaar 4
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Communicatie ILMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Motiverende gespreksvoering 
jaar 4

Slide 1 - Tekstslide

Wat is motiverende gespreksvoering?
Methode voor het voeren van gesprekken, waarbij de klant/ondernemer in feite zichzelf overtuigt om te veranderen. 
Focus op wat bij de persoon speelt dat verandering tegenhoudt. En wat redenen zijn om juist wél te veranderen. 

Slide 2 - Tekstslide

Kern
Kern van motiverende gespreksvoering is dat mensen gaan inzien dat zij een probleem hebben en gemotiveerd raken om dit aan te pakken.  De oplossing komt uit de gesprekspartner zelf.

Slide 3 - Tekstslide

Intrinsieke & extrinsieke motivatie

Slide 4 - Tekstslide

Je doet extra goed je best bij Engels omdat je een reis naar Engeland gaat maken en je de taal dan goed wilt beheersen
A
Intrinsiek gemotiveerd
B
Extrinsiek gemotiveerd

Slide 5 - Quizvraag

Je doet mee als collectant voor de Hartstichting omdat je oom problemen met z'n hart heeft.
A
Intrinsiek gemotiveerd
B
Extrinsiek gemotiveerd

Slide 6 - Quizvraag

Je komt op tijd naar de les omdat je anders niet meer naar binnen mag
A
Intrinsiek gemotiveerd
B
Extrinsiek gemotiveerd

Slide 7 - Quizvraag

Waar haal jij NU je
motivatie uit?

Slide 8 - Woordweb

Is het belangrijk dat jouw ondernemer gemotiveerd is voor gedragsverandering?
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Gedragsverandering 
Noem iets wat een ondernemer volgens jou 
zou moeten veranderen en waarom.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Reparatiereflex
Wanneer iemand de verkeerde weg inslaat wil je  het liefst roepen: Stop! Ga terug! Dit is de reparatiereflex. Het probleem hierbij is dat het een negatief effect kan hebben. Mensen laten zich van nature het liefst niet overhalen.

Slide 12 - Tekstslide

Ambivalent
Praktisch iedereen die bijvoorbeeld illegaal afval loost weet dat dat slecht is, maar ze vinden het ook makkelijk. Dit is ambivalentie, iemand ziet de ‘goede’ kanten en de slechte kanten van het gedrag. Wanneer jij zegt dat het slecht is en dat de ondernemer hiermee moet stoppen gaat de ondernemer van nature de andere/slechte kant gaan verdedigen, ‘’Nou zoveel loos ik niet hoor’.

Slide 13 - Tekstslide

Discrepantie
Het verschil tussen het huidige gedrag en het gewenste gedrag. Op het moment dat een klant wil stoppen met milieuvervuiling is het gewenste gedrag dat hij milieuvriendelijker werkt. Op dit moment gebeurt dat nog niet en zit er tussen het gewenste gedrag en het huidige gedrag een discrepantie.

Slide 14 - Tekstslide

Verandertaal
De manier waarop klanten spreken, waarmee ze laten zien te willen veranderen.

Slide 15 - Tekstslide

Ambivalentie betekent
A
ja maar zeggen
B
gedrag willen veranderen
C
niet open staan voor verandering
D
tegenstrijdige gevoelens

Slide 16 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van ambivalentie

Slide 17 - Open vraag

Nodig voor verandering
Drie aspecten van motivatie voor verandering zijn nodig: 
- bereidheid om te veranderen
- overtuiging in staat te zijn om te veranderen 
- gereedheid om te veranderen. 

Slide 18 - Tekstslide

Oefening
Wat motiveert mij om iets te doen?
In een groepje of duo bedenken:
- Dingen die je altijd met plezier uit jezelf doet
- Dingen die je doet omdat het moet
- Dingen die je zou moeten doen of zou willen doen maar niet doet


Slide 19 - Tekstslide

Beïnvloeding gedrag
Wat mensen belangrijk vinden, de manier waarop ze de voor-en nadelen van hun gedrag zien, is heel persoonlijk . 

Vraag:  hoe kun  je hier in een gesprek mee om kan gaan. Hoe zou je een ondernemer kunnen motiveren om meer met duurzaamheid bezig te zijn?





Slide 20 - Tekstslide