naamwoordelijk gezegde
Wat is het naamwoordelijke deel van het gezegde?
Annemarie was een prachtige bruid
Annemarie was een prachtige bruid
A
Annemarie
B
was
C
een prachtige bruid
D
was een prachtige bruid
1 / 16
Lesduur is: 25 minOnderdelen in deze les
Wat is het naamwoordelijke deel van het gezegde?
Annemarie was een prachtige bruid
Annemarie was een prachtige bruid
A
Annemarie
B
was
C
een prachtige bruid
D
was een prachtige bruid
Slide 1 - Quizvraag
Noteer het naamwoordelijk gezegde.
Is de Braziliaan Pelé volgens velen de beste voetballer aller tijden?
Is de Braziliaan Pelé volgens velen de beste voetballer aller tijden?
Slide 2 - Open vraag
Noteer het naamwoordelijk gezegde.
Een iPad dunkt me voor een student een bijzonder nuttig verjaardagscadeau.
Een iPad dunkt me voor een student een bijzonder nuttig verjaardagscadeau.
Slide 3 - Open vraag
Noteer het naamwoordelijk gezegde.
Zou die speelfilm over de Zeeuwse watersnood inderdaad zo spannend zijn?
Zou die speelfilm over de Zeeuwse watersnood inderdaad zo spannend zijn?
Slide 4 - Open vraag
Noteer het naamwoordelijk gezegde.
Zo ervaren als deze sprinter zullen volgens mij weinig atleten worden.
Zo ervaren als deze sprinter zullen volgens mij weinig atleten worden.
Slide 5 - Open vraag
Noteer het naamwoordelijk gezegde.
Het onderhouden van sociale contacten is een goede tweede.
Het onderhouden van sociale contacten is een goede tweede.
Slide 6 - Open vraag
Noteer het Naamwoordelijk gezegde.
Recreatie wordt daarentegen een belangrijker vorm van vrijetijdsbesteding.
Recreatie wordt daarentegen een belangrijker vorm van vrijetijdsbesteding.
Slide 7 - Open vraag
Noteer het Naamwoordelijk gezegde.
Jarenlang is Sneeuwwitje de verzorgster van de zeven dwergen gebleven.
Jarenlang is Sneeuwwitje de verzorgster van de zeven dwergen gebleven.
Slide 8 - Open vraag
Noteer het Naamwoordelijk gezegde.
Waren Hans en Grietje in het sprookje eigenlijk een tweeling?
Waren Hans en Grietje in het sprookje eigenlijk een tweeling?
Slide 9 - Open vraag
Ik snap hoe je het NG kunt vinden in een zin.
A
Ja, helemaal
B
Ja, een beetje
C
Nee, ik twijfel
D
Nee, ik snap er niks van
Slide 10 - Quizvraag
Kies het Naamwoordelijk gezegde.
Waarom werden Klein Duimpje en zijn broers in het bos achtergelaten?
Waarom werden Klein Duimpje en zijn broers in het bos achtergelaten?
A
werden
B
werden achtergelaten
C
werden in het bos
D
Er is geen Naamwoordelijk gezegde.
Slide 11 - Quizvraag
Kies het Naamwoordelijk gezegde.
Tot haar verdriet werd Rapunzel jarenlang opgesloten in een hoge toren.
Tot haar verdriet werd Rapunzel jarenlang opgesloten in een hoge toren.
A
werd opgesloten
B
werd Rapunzel jarenlang opgesloten
C
werd jarenlang opgesloten in een hoge toren
D
Er is geen Naamwoordelijk gezegde.
Slide 12 - Quizvraag
Kies het Naamwoordelijk gezegde.
Na Assepoesters huwelijk met de prins bleken haar stiefzusters erg jaloers.
Na Assepoesters huwelijk met de prins bleken haar stiefzusters erg jaloers.
A
bleken
B
bleken jaloers
C
er is geen naamwoordelijk gezegde
D
bleken erg jaloers
Slide 13 - Quizvraag
Kies het Naamwoordelijk gezegde.
Robs jonger zus blijkt een goede volleybalster te zijn.
Robs jonger zus blijkt een goede volleybalster te zijn.
A
blijkt te zijn
B
blijkt volleybalster te zijn
C
blijkt een goed volleybalster te zijn
D
blijkt
Slide 14 - Quizvraag
Kies het Naamwoordelijk gezegde.
Noah schijnt later graag een bekende acteur te willen worden.
Noah schijnt later graag een bekende acteur te willen worden.
A
schijnt een bekende acteur te willen worden
B
willen worden
C
schijnt te willen worden
D
schijnt acteur te willen worden
Slide 15 - Quizvraag
Kies het Naamwoordelijk gezegde.
Dat verhaal van Melinde komt me erg bekend voor.
Dat verhaal van Melinde komt me erg bekend voor.
A
komt voor
B
komt me erg bekend voor
C
komt
D
komt erg bekend voor
