In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
H7 Materie
7.3 Stoffen Scheiden
Slide 1 - Tekstslide
Lesprogramma
Welkom
Moeilijke stof / opdrachten
Herhaling lesstof 7.2
maken begrippenlijst/samenvatting
Uitleg 7.3
groepsopdracht
Huiswerk maken!
Slide 2 - Tekstslide
Welke opgaven of stof van het huiswerk 7.1/7.2 snapte je niet?
Slide 3 - Open vraag
Even terug kijken 7.2
Gasdruk ontstaat doordat de moleculen in een opgesloten ruimte tegen elkaar en de wand aan botsen.
De druk wordt hoger als de temperatuur stijgt omdat de deeltjes sneller gaan bewegn en meer botsen
Slide 4 - Tekstslide
Gasdruk
Afgesloten ruimte
Moleculen botsen tegen de wand en tegen elkaar aan
Gasdruk groter maken
Slide 5 - Tekstslide
Kelvinschaal
- 0 graden Kelvin = -273 graden Celsius
- Bewegen van moleculen
Slide 6 - Tekstslide
7.3
Stoffen scheiden
scheidingstechnieken
zuivere stof / mengsel
Slide 7 - Tekstslide
Uitleg
Noem minimaal 2 en maximaal 5 dingen waar je aan denkt bij het woord 'scheiden'.
Waar denk je aan bij het woord 'scheiden'?
Slide 8 - Woordweb
Begrippenlijst/samenvatting par 7.3
timer
15:00
Slide 9 - Open vraag
Leerdoelen
Aan het eind van deze Les weet je:
Verschil tussen een mengsel en zuivere stof benoemen
Op welke drie manieren je stoffen kan scheiden
Beschrijven wat er gebeurd bij extraheren
Beschrijven wat er gebeurd bij filtreren
Beschrijven wat er gebeurd bij indampen
Herkennen welke scheidingsmethode er wordt gebruikt
Slide 10 - Tekstslide
Stoffen scheiden
Slide 11 - Tekstslide
Mengsel
Allemaal verschillende moleculen in één stof
Slide 12 - Tekstslide
Wat is een mengsel?
Veel stoffen die wij nodig hebben, komen uit de natuur.
Die stoffen vind je meestal niet in zuivere vorm, maar in een mengsel.
Een mengsel bestaat uit verschillende soorten moleculen.
Lucht is een mengsel van meerdere gassen
Beton is een mengsel van water, cement en zand
Extra
Net zoals bij een fase overgang, veranderen de moleculen van een stof niet. Dus de verschillende stoffen in een mengsel behouden dezelfde moleculen.
Om die verschillende soorten moleculen van elkaar te scheiden gebruik je een scheidingsmethode
Slide 13 - Tekstslide
Een mengsel bestaat uit:
A
Meerdere atomen
B
Meerdere moleculen
C
Meerdere stoffen
Slide 14 - Quizvraag
Een zuivere stof bestaat uit ...
A
Eén enkele stof
B
Eén soort moleculen
C
Eén soort atomen?
Slide 15 - Quizvraag
Scheidingsmethoden
We gaan kijken naar drie scheidingsmethoden:
Indampen
Filtreren
Extraheren
Slide 16 - Tekstslide
Stoffen scheiden
Om stoffen van elkaar te scheiden, gebruik je een scheidingsmethode.
Welke je gebruikt hangt af van de stoffen die in het mengsel aanwezig zijn.
Extra
De scheidingsmethodes die wij in deze paragraaf gaan behandelen, zijn indampen, filtreren en extraheren.
Indampen
Filtreren
Extraheren
Slide 17 - Tekstslide
Indampen
Voorbeeld
Zeewater is een oplossing van zout in water. Wanneer je dat gaat verhitten, verdampt het water en blijft het zout als vaste stof achter. Het scheiden van deze 2 stoffen op deze manier heet indampen.
Extra
Indampen is dus een manier om een opgeloste stof te scheiden van een oplosmiddel.
Opgeloste stof scheiden van oplosmiddel
Verwarmen
Nadeel: 1 stof verdwijnt
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Na het indampen blijft achter...
A
Het oplosmiddel
B
De oplossing
C
Het mengsel
D
De opgeloste stof
Slide 20 - Quizvraag
Wat is indampen?
Slide 21 - Open vraag
Filtreren
Vaste stof scheiden van vloeistof
Filter
Residu - blijft achter in filter
Filtraat - gaat door filter heen
Slide 22 - Tekstslide
Filtreren
Je giet het mengsel voorzichtig in een filter. De vloeistof (filtraat) gaat door het filter heen en de vaste stof (residu) blijft achter.
Extra + voorbeeld
Door filtreren kun je een vaste stof scheiden van een vloeistof.
Een voorbeeld hiervan is een mengsel van zand en water. Wanneer je dat door een filter laat lopen, blijft het zand in de filter achter.
Slide 23 - Tekstslide
Filtreren gebruik je om een … van een … te scheiden
A
gas - vaste stof
B
Vaste stof - vloeistof
C
vloeistof - gas
D
opgeloste stof - vloeistof
Slide 24 - Quizvraag
Hoe heet de stof wat achter blijft in de filter bij het filtreren?
A
Filtraat
B
Rendement
C
Residu
D
Heeft geen naam
Slide 25 - Quizvraag
Extraheren
Oplosbare stof scheiden van onoplosbare stof
Oplosmiddel
Voorbeeld
Een voorbeeld van extraheren is koffie of thee zetten. Als je heet water bij een theezakje giet, lossen sommige stoffen op in het water en sommige niet. De theebladeren blijven namelijk achter in het filter (theezakje). Stoffen die wel oplossen zijn onder andere de geur-, kleur- en smaakstoffen.
Extra
Door extraheren kun je oplosbare stoffen scheiden van niet-oplosbare stoffen. Je moet dus het juiste oplosmiddel (extraheermiddel) vinden om te gebruiken.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Welke stoffen worden gescheiden bij extraheren?
Slide 28 - Open vraag
Zuivere stoffen
Bestaan uit één type molecuul!
Slide 29 - Tekstslide
Zuivere stoffen
Zuivere stoffen bestaan uit alleen moleculen van die stof.
Bijvoorbeeld: een schepje suiker bevat alleen suikermoleculen.
Slide 30 - Tekstslide
Zuivere stof
In theorie kun je een stof zo ver zuiveren dat je een 100% zuivere stof overhoudt. Alle moleculen in die stof zijn dan van dezelfde soort. (Zie afbeelding 13 van je boek)
In praktijk is dat niet haalbaar: er blijven altijd kleine hoeveelheden van andere moleculen achter.
In het dagelijks leven betekent 'zuiver' dat je een stof veilig kunt gebruiken.
Kraanwater is geen zuivere stof: er zitten opgeloste stoffen in. Toch is het wel 'zuiver drinkwater': je kunt het zonder gevaar drinken.
Slide 31 - Tekstslide
Zuiveren
Als je een stof gaat zuiveren, ben je eigenlijk de moleculen aan het sorteren. Je zorgt ervoor dat de moleculen van dezelfde soort bij elkaar terechtkomen. Dat sorteren en zuiveren doe je door scheidingsmethodes te gebruiken.
Voorbeeld
Het zuiveren van suiker. Suikerbieten die in de fabriek worden verwerkt, bestaan voor ongeveer 20% uit suiker. Stap voor stap wordt de suiker gescheiden van de andere stoffen. Uiteindelijk blijven er dan witte kristallen over die voor meer dan 99% uit suiker bestaan.
Afbeelding 12
Een mengsel van 3 stoffen
Afbeelding 13
3 zuivere stoffen
Slide 32 - Tekstslide
Als je twee zuivere stoffen mengt dan krijg je een
A
Mengsel
B
Zuivere stof
Slide 33 - Quizvraag
Keukenzout is een
A
Mengsel
B
Zuivere stof
Slide 34 - Quizvraag
Zeewater is een
A
Mengsel
B
Zuivere stof
Slide 35 - Quizvraag
Melk is een ....
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 36 - Quizvraag
Een zuivere stof bestaat uit één stof.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 37 - Quizvraag
Suiker is een zuivere stof. Het bestaat alleen uit suikerdeeltjes. Deze deeltjes noemen we ....
A
Atomen
B
Moleculen
Slide 38 - Quizvraag
Uitleg
Sleep de blauwe vlakjes (met een plaatje of beschrijving erin) naar de juiste scheidingsmethode. Let op! Sommige kunnen bij meerdere scheidingsmethodes.
Waterkoker met kalkaanslag
Filtreren
Indampen
Extraheren
Suiker uit water halen
Geur- en smaakstoffen uit de theeblaadjes halen
Slide 39 - Sleepvraag
Marjolein wil een mengsel van zout en suiker scheiden door met water te extraheren. (opdracht 38) Leg uit waarom dat niet gaat lukken
Slide 40 - Open vraag
Sjors heeft een mengsel van zand en zout en wil dit scheiden. Hij wil droog zand en zout overhouden. Bedenk hoe Sjors dit kan aanpakken. Zet de stappen in de juiste volgorde en beschrijf iedere stap gedetailleerd.
Slide 41 - Open vraag
Stappenplan: Het mengsel zand en zout scheiden
Bij het mengsel voeg je water toe. Het zout lost op en het zand niet.
Je hebt nu een mengsel van een vloeistof en een vaste stof: dit ga je filtreren.
Je hebt nu een mengsel van een opgeloste stof en het oplosmiddel: dit ga je indampen.
Extraheren
Bij stap 1 ben je aan het extraheren. De ene stof lost wel op en de andere niet.
Filtreren
Bij stap 2 ga je filtreren. Het zand blijft achter in het filter en het water met daarin de opgeloste stof (zout) gaat door het filter heen.
Indampen
Bij stap 3 ga je indampen. Het water verdampt en het zout blijft in vaste vorm achter.
Slide 42 - Tekstslide
Lesdoelen
Controleer voor jezelf of je de volgende doelen behaald hebt.
Aan het einde van deze les kan ik...
Verschil tussen een mengsel en zuivere stof benoemen
Beschrijven wat er gebeurd bij indampen , filtreren en extraheren.
Herkennen welke scheidingsmethode er wordt gebruikt