Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Werkwoordspelling
Instructie werkwoordspelling
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Instructie werkwoordspelling
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel van vandaag:
Je leert werkwoorden te vervoegen in de tegenwoordige tijd.
Slide 2 - Tekstslide
Hoe vind je de persoonsvorm?
2 manieren. Manier 1: Maak de zin vragend.
De persoonsvorm komt vooraan te staan.
Ik woon in de mooiste stad van Nederland.
Woon ik in de mooiste stad van Nederland?
Slide 3 - Tekstslide
Hoe vind je de persoonsvorm?
Manier 2: Zet de zin in een andere tijd.
Het woord dat in de zin van tijd verandert is de persoonsvorm.
Ik loop naar school
Ik liep naar school
Slide 4 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm?
Zij pakt de chips uit de kast.
A
pakt
B
chips
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Vandaag melk ik de koeien
A
Vandaag
B
melk
C
ik
D
koeien
Slide 6 - Quizvraag
Vandaag melk ik de koeien.
Onderwerp?
A
melk
B
ik
C
koeien
D
vandaag
Slide 7 - Quizvraag
Vervoeg volgens schema
dansen: ik dans
jij danst
hij danst
wij dansen
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Hij zegt dat hij van haar ....... .
A
houd
B
houdt
C
houden
Slide 10 - Quizvraag
je en jij
Hoe je de jij- vorm in de tegenwoordige tijd schrijft, hangt af van de plek van het werkwoord in de zin:
> werkwoord achter ‘jij’ of ‘je’: ik-vorm + t
Jij loopt altijd door | Jij wordt later boer
> werkwoord voor ‘jij’ of ‘je’ (jij/je onderwerp): ik-vorm
Loop jij altijd door? | Word jij later boer?
Slide 11 - Tekstslide
..... (scoren) je wel eens een doelpunt?
A
scoor
B
scoort
Slide 12 - Quizvraag
....(scoren) je broer wel eens een doelpunt?
A
scoor
B
scoort
Slide 13 - Quizvraag
je ..... (bieden) haar geen kans
A
bied
B
biedt
Slide 14 - Quizvraag
Het is koud dus ..... (kleden) je warm aan
A
kleed
B
kleedt
Slide 15 - Quizvraag
...... jij ook wel eens moe van het eeuwige gezeur van die docenten?
A
Word
B
Wordt
C
Worden
Slide 16 - Quizvraag
jij/je geen onderwerp
Soms staat ‘je’ achter de pv, maar is het ondw niet ‘je’.
‘Je’ wordt in dat geval gebruikt om een bezit aan te geven. Je schrijft dan de ik-vorm + t.
> Houd
jij
van geitenmelk?
> Houdt
jouw zus
van geitenmelk?
Tip: Vervang de pv door lopen of smurfen
Slide 17 - Tekstslide
....(houden) jij meer van varkens of koeien?
A
houd
B
houdt
Slide 18 - Quizvraag
(...onthouden) jouw baas alles wat je verkeerd doet?
A
onthoud
B
onthoudt
Slide 19 - Quizvraag
Wat heb ik geleerd?
Ik weet hoe ik werkwoorden moet vervoegen in de tegenwoordige tijd.
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Werkwoordspelling 1
September 2022
- Les met
24 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Werkwoordspelling
April 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Werkwoordspelling
Februari 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Taalverzorging tegenwoprdige tijd 1.3
December 2021
- Les met
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Werkwoordspelling
December 2021
- Les met
29 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Werkwoordspelling
December 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Werkwoordspelling
Februari 2022
- Les met
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
2.1 persoonsvorm in de t.t en v.t
Juli 2024
- Les met
37 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4