In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
De tijd van steden en staten
1000 - 1500
De tijd van steden en staten
1000 - 1500
Slide 1 - Tekstslide
Tekstboek
Lezen TB 5.2
Blz. 84 en 85
Slide 2 - Tekstslide
Waarom verbood de kerk het uitlenen van geld?
Slide 3 - Open vraag
Waarom mochten Joden wel geld uitlenen?
Slide 4 - Open vraag
Leg uit hoe een wisselbrief werkt
Slide 5 - Open vraag
Hoe ontstond het beroep van bankier?
Slide 6 - Open vraag
Zet in juiste volgorde
Bankiers in Italië introduceren wisselbrief
Pausen lenen zelf geld bij banken
Paus keurt het vragen van rente niet af, zolang er geen woekerrente wordt gevraagd
Het is voor christenen verboden geld uit te lenen
Slide 7 - Sleepvraag
Waarom had de kerk het uitlenen van geld verboden?
A
Omdat het een taak van de Joden was.
B
Omdat er geen gilde van geldhandelaars was.
C
Omdat de kerk het woekerverbod uit het Oude Testament handhaafde.
D
Omdat de paus vond dat woekerrente goed was
Slide 8 - Quizvraag
Z‘In 1957 vonden archeologen in Arnhem een verborgen muntschat uit 1380 met meer dan duizend munten. Deze waren afkomstig uit alle delen van de Lage Landen en geslagen door 78 verschillende vorsten en steden.’
Zijn de volgende zinnen goed of fout?
Goed
Fout
Er was in deze periode veel verschillend geld in de omloop.
Deze vondst is een bewijs voor de gedachte dat Arnhem vanaf de Romeinse tijd een belangrijke nederzetting was gebleven.
Met de opkomst van de handel nam de hoeveelheid geld sterk toe.
Ieder stadsbestuur kon zijn eigen munten laten slaan.
De kerk had het slaan van munten verboden.
Slide 9 - Sleepvraag
Johannes de Doper was de beschermheilige van het bontverkopersgilde, de zeilmakers vereerden de apostel Paulus. Leg uit waarom deze gilden deze beschermheiligen kozen
Slide 10 - Open vraag
Lees de bron
a. De bisschop van Spiers staat de Joden iets toe wat christenen niet mogen. Wat is dit? Gebruik eventueel je tekstboek.
b. Vindt de bisschop van Spiers de Joden een aanwinst voor de stad? Leg je antwoord uit met behulp van een citaat uit de bron
Slide 11 - Open vraag
Bekijk bron I in je tekstboek op blz. 85
a. Het woord ‘beurs’ heeft twee betekenissen. Schrijf beide betekenissen op. b. Welke betekenis van het woord wordt hier bedoeld? Motiveer je antwoord.
Slide 12 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen