Aan de slag met opdracht 2-4.6A
Naar aanleiding van de verkregen theorie Roos van Leary voer je met je drietal aan de hand van casus mw. de Jong (zie bijlage 5) een rollenspel uit. Film dit rollenspel. Doe dit vier keer waarbij steeds veranderd wordt van gedrag en van rollen (zorgvrager, zorgverlener en observator). Ieder groepslid is minimaal één keer zorgverlener.
1) Reageer tegen-boven
2) Reageer samen-boven
3) Reageer tegen-onder
4) Reageer samen-onder
Evalueer het rollenspel door middel van onderstaande vragen kritisch te beantwoorden en te onderbouwen in minimaal 200 woorden.
- De observator geeft aan wat, per keer, het effect van het gedrag is van de zorgverlener op de zorgvrager?
- Welk gedrag is het meest effectief voor de zorgvrager?
- Wat zijn de sterke en minder sterke punten van de Roos van Leary?
- Hoe vind je het om met de Roos van Leary te werken?
- Is de Roos van Leary toepasbaar op jouw werkplaats?